De Vlaamse opstanding 1.
Dit werk van Max Lamberty is een nuchtere ontleding van de feiten die de achtergrond vormden waartegen de Vlaamse Beweging zich afspeelde tot 1914.
Het eerste deel noemt hij ‘Het politieke raam’. Het is grotendeels gewijd aan de ontwikkeling van de politieke instellingen in de Zuidelijke Nederlanden van de 16e eeuw tot 1831. Het tekstgedeelte (want dit is tevens een fotoboek), dat alles samen 88 blz. telt, vertoont aldus een merkwaardige verhouding: pas op blz. 36 belanden wij in 1830. Toevallig is dat niet. Max Lamberty beschouwt 1830 niet als een breuk. Hij legt een ongewoon grote nadruk op het eigen karakter van de politieke instellingen in de Zuidelijke Nederlanden en hun kontinuïteit, met de Franse tijd als enige onderbreking, tot in de Belgische Grondwet.
Daarbij aansluitend is het van belang rekening te houden met de titel die Max Lamberty aan zijn werk gaf. Vlaanderen en de Vlaamse Beweging hebben geen revolutie of revolte meegemaakt of veroorzaakt. De toestand van de 19e eeuw was er niet een van verdrukking of voogdij, wel van onderontwikkeling, geworteld in sociaal-ekonomische en algemeen-kulturele feiten. Er kan dan ook geen sprake van zijn, aldus Max Lamberty, België en de Belgische instellingen te zien als de oorsprong en evenmin als het simbool van Vlaanderens onderdrukking. Het tweede deel, ‘De Vlaamse volkskracht’, dat op de periode 1830-1914 betrekking heeft, vertoont twee kenmerken. Er is allereerst de pozitieve benadering van de leiders van de Vlaamse Beweging en hun zogenaamde ‘taalstrijd’, o.a. tegen Vermeylens ‘Kritiek...’ in (‘Er was heel wat meer realisme in hen dan hun latere reputatie hun toeschreef’, blz. 71), en van het Belgische feit. De titel van het tweede deel verwijst ook naar Lodewijk de Raet. M. Lamberty die als niemand anders vertrouwd is met het leven en het werk van Lodewijk de Raet, beschouwt het Vlaanderen van de 19e eeuw vanuit De Raets ideeëngoed en het door hem gelegde verband tussen taal en welvaart. Het boek is meteen en terecht een getuigenis voor de belangrijkheid en de juistheid van De Raets werk en optreden.
Uit alles wat voorafgaat zal al voldoende duidelijk gebleken zijn dat de lezer niet een eigenlijke geschiedenis van de Vlaamse Beweging mag verwachten. De titel van het boek is trouwens terzake duidelijk genoeg. De grote verdienste van het tekstgedeelte ligt in de bewonderenswaardige trefzekerheid waarmee de auteur de toestand van kulturele en sociaal-ekonomische achterstand van de Vlaamse volksmassa in de 19e eeuw heeft geschetst.
Aan het slot van zijn inleiding vermeldt hij dat hij ‘in ruime mate gebruik (heeft) gemaakt van vroegere geschriften, in de eerste plaats van de 2 uitvoerige bijdragen in het zesde deel van de Geschiedenis van Vlaanderen’. Eigenlijk gaat het om een ingekorte en voor het overige nauwelijks gewijzigde heruitgave van wat in het geciteerde werk verscheen. Het is opvallend dat wat Lamberty nu bijna 25 jaar geleden schreef niet verouderd is.
‘De Vlaamse opstanding 1’ bevat ook een lijvig platengedeelte, dat eveneens verzorgd door de schrijver, allervoortreffelijkst is: verzorgde opmaak, kwaliteit van het fotomateriaal (afkomstig uit diverse instellingen en die uit Lambertys eigen archief zijn niet de minst verrassende), indrukwekkende hoeveelheid (288 foto's) en originaliteit. De uitgever, de auteur en al wie mee heeft bijgedragen tot het totstandkomen van dit werk verdie-