Ons Erfdeel. Jaargang 14
(1970-1971)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdHarte-Vlaanderen/Flandre a coeur.is de titel van het nieuwe platenboek in de reeks ‘Flandria Illustrata’ van de drukkerij-uitgeverij J.E. Buschmann te AntwerpenGa naar eind(1). Op groot formaat (25 cm × 30 cm) brengt dit platenboek ons een bloemlezing gedichten van de Frans-Vlaamse dichter Emmanuel Looten met de vertaling in het Nederlands door Willy Spillebeen. Een viertalige inleiding van de samensteller Bert Peleman, een ‘Ten Geleide’ van René Huyghe van de Académie française en een voorwoord ‘Emmanuel Looten en Vlaanderen’ door de vertaler, gaan aan de bloemlezing vooraf. Het boek telt 92 bladzijden en wordt besloten met een overzicht van het werk van de dichter. Het geheel is geïllustreerd met verscheidene facsimiles van het handschrift van Emmanuel Looten en een 20-tal groot-formaatfoto's.
De bloemlezing bevat een twintigtal gedichten rond het tema ‘Vlaanderen’, die men op zijn minst merkwaardig kan noemen. Verrassend is niet alleen het feit dat de auteur geboren is in Sint-Winoksbergen, het hart van Frans-Vlaanderen, en reeds jaren in Parijs woont, maar vooral de wijze waarop hij zijn ‘Vlaanderen zonder grenzen’ bezingt.
Lootens Vlaanderen is niet het Vlaanderen van Gezelle. Gezelle kon zich neerbuigen over een bloem en een bij; het vallen van een verdroogd herfstblad sprak hem aan en de bewegingen van het ‘schrijverke’ op het water waren voor hem tekens aan de hemel. Lootens Vlaanderen daarentegen, is het Vlaanderen waartegen het water van de Noordzee klotst, het Vlaanderen waar de wind alles effen schuurt en de zon geladen is met sappen die de aarde bevruchten. Lootens Vlaanderen is levenszat, Breugeliaans en dionysisch. Looten schrijft met verftoetsen of schildert met woorden.. De bij, de bloem en het ‘schrijverke’ worden verwaarloosd; ze zijn opgenomen in een veel breder landschap, ‘een reusachtig Vlaanderen’ waar stormen, wind en zee overheersen. Looten is te wild in zijn taal, te gespierd in zijn woordenschat en te zenuwachtig met zijn pen om voldoende aandacht op te brengen voor het kleine. Looten is een vulkaan in voortdurende eruptie, een opborrelende bron, een woordgeweldenaar die schrijft ‘à la millième personne du singulier’Ga naar eind(2). De Looten-kenner, Willy Spillebeen, is erin geslaagd de ruigheid en oerkracht van Lootens taal zonder veel poëzieverlies in het Nederlands om te zetten. Het is geen sinekure om deze barokke ‘visueel-auditieve’ poëzie met haar vele defektieve zinswendingen, in het Nederlands te vertalen. Een platenboek is echter nog iets meer dan tekst alleen. De foto's die het werk illustreren zijn over het algemeen weinig suggestief. Zij zijn als het ware slechts een afkooksel van het gestolde geweld in de verzen van de dichter. Zij zijn niet in staat de eksplozie van de opbotsende woorden in Lootens poëzie te illustreren, laat staan te stimuleren. De vraag blijft of het wel mogelijk is Lootens taalkracht door middel van grijswaarden in foto's te aksentueren.
Al bij al is de uitgave van dit platenboek een lofwaardig initiatief. Het had het boek wellicht ten goede gekomen indien in plaats van foto's, schilderijen van bijvoorbeeld Karel Appel, de teksten hadden geïllustreerd. Eddie Couvreur |