Van Dutch Comfort tot Funhouse.
Meer dan tien jaar is de lange eenakter Dutch Comfort in de schuif van Willem Frederik Hermans blijven liggen. Uiteindelijk kwam er dan toch een kreatie, - in het raam van Europalia-Nederland en in het Paleis voor Schone Kunsten van de Belgische hoofdstad, - dank zij het Brussels Kamertoneel. Wanneer men de inhoud van Dutch Comfort kent is het begrijpelijk dat men in Nederland niet erg happig is geweest om dit werkstuk op de scène te zetten. Het gaat inderdaad om een ‘verzetsmelodrama’ waarin de kollektieve hypokrizie voortdurend aan de kaak wordt gesteld en dit op een vaak tragi-komische wijze.
Dutch Comfort speelt zich af in het imaginaire stadje Vleermuizerberg, op de vooravond en op de dag van de bevrijding. De echtgenote van een verzetsheld, in gealliëerde dienst, heeft het aangelegd met de chef van de Duitse Sicherheitsdienst.
De Duitser wordt neergeschoten door de verzetsheld, eventjes naar huis overgewipt vanuit de geallieerde linies. Het uur der bevrijding komt en de hele plaatselijke gemeenschap (dokter-verzetsleider, pastoor en dominee inbegrepen), benevens de definitief teruggekeerde echtgenoot-verzetsheld, trachten de verhouding van de vrouw met de bezetter te ontkennen en op staande voet te ...vergeten, omwille van het nationaal fatsoen.
Het is niet moeilijk te veronderstellen dat Dutch Comfort in Nederland in karrantaine werd gehouden, omdat Hermans de lef heeft gehad het burgerlijke bevrijdingsepos tot een karikatuur te reduceren, en tal van grote woorden door kleine mensen te laten uitspreken. Onder regie van de Gentenaar Jean-Pierre De Decker bracht het Brussels Kamertoneel een zeer aanvaardbare en avondvullende opvoering van Dutch Comfort en weerlegde op die manier diverse kriiteken, verschenen nà de publikatie van Hermans' satirische en groteske eenakter.
Voor Europalia werd eveneens het Haagse Studio Scarabee gekontrakteerd. De kollage van beeld, beweging, tekst en muziek die Fata Banana werd getiteld en waarvan de verschillende versies naar keuze door middel van koptelefoons kunnen gevolgd worden, kreeg ruime belangstelling.
Tenslotte was ook het Funhouse Kabaret met een Horror-programma in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Rob Van Houten, Rob Krot, poppenspecialist Feike Boschma en nog een zestal dames en heren zetten, op een heel eigen wijze, de traditie verder van het ondertussen opgedoekte Théâtre du Grand Guignol uit Parijs.
De Funhouse-mensen hebben de titel van hun kabaret niet gestolen. Ze maken er een knotsgek en origineel gedoe van, met behulp van vernuftig bedachte technische vondsten. Niet alleen de satirische sketches, maar ook de gruwelgeschiedenissen brengen de slappe lach in de zaal. Niet alle nummers van Funhouse zijn van gelijke kwaliteit. Dit schaadt echter niet aan de totaalindruk van een spektakel, voorlopig uniek in onze teater- en kabaretwereld.
Jan D'Haese