Het ensemble ‘New Phonic Art’ uit Keulen is samengesteld uit vier instrumentalisten van de allerhoogste klasse: Carlos Roqué Alsina, piano en elektronisch orgel, Jean-Pierre Drouet, slagwerk, Michel Portal, klarinet en saksofoon, en de komponist Vinko Globokar, bazuin.
Vinko Globokar.
Als trombonist is Vinko Globokar (geb. 1934) een fenomeen. De wijze waarop hij bijv. Sequenza V van Luciano Berio voordroeg, grenst haast aan het ongelooflijke. Technisch was dat zonder meer verbluffend. Vinko Globokar heeft ons echter niet alleen gefascineerd door de virtuose vaardigheid waarmee hij de klankmogelijkheden van zijn instrument weet uit te breiden. Vinko Globokar maakt ook nog muziek, om het dan maar eens met een verkleurd klichee uit te drukken. Door middel van verschillende posities van de dempers, de tong en de lippen kleurt hij de klanken tot wisselende en ongekende timbres. Bovendien weet hij dat uiterst genuanceerd bazuinspel te mengen met vokale elementen, met zijn eigen stem, zodat herhaaldelijk samenklanken - een soort kontrapuntisch spel - ontstaan die men nooit voordien had kunnen vermoeden. Een ander onvergetelijk hoogtepunt uit het eerste deel, waarop nog werk van C.R. Alsina en V. Globokar zelf werd geprezenteerd, was de uitvoering van Vier stukken op. 5, voor klarinet en piano van Alban Berg. In het ganse programma betekende dat een oaze van rust, poëzie en zuivere muzikaliteit.
Het tweede gedeelte van het optreden door ‘New Phonic Art’ behelsde een improvizatie: vrij spel gedurende dertig minuten. In de programmabrochure lezen we daaromtrent: ‘...geen, zelfs gedeeltelijk gefixeerde muziek, geen enkele geschreven noch mondelinge noch visuele aanduiding, geen voorafgaande afspraak en vooral geen poging om elkaar hetzij met woorden, hetzij met houdingen te beïnvloeden... vrije keuze van de klankbronnen... alleen het verlangen om muziek te maken op een basis van wederzijdse verdraagzaamheid, waarbij alleen de muzikale intuïtie van elke deelnemer oordeelt over het worden’. Al bij al werd het een interessante, hoewel niet altijd even boeiende konfrontatie. Alle mogelijke speeltechnieken werden benut. Af en toe ontplooiden de vier instrumentalisten een bont, soms dynamisch-brutaal, dan weer poëtischverstild samenspel. Dat werkte aanstekelijk op het publiek. Na enkele minuten improvizatie mengden zich een na een een viertal hippie-musici uit het publiek onder de vertolkers. Of dat ook spontaan-improvizatorisch gebeurde durven wij niet te garanderen. Zij bespeelden vooral het uitgebreide arsenaal van slaginstrumenten, stemden zich behoorlijk af op de sfeer en wisselende inhoud van het geheel, maar toonden zich niet altijd vindingrijk. Om het even, het beoogde doel was bereikt. Het improvizatorisch spel van ‘New Phonic Art’ had in een miniem gedeelte van het publiek een zeker klankbord gevonden, en had sommigen tot ‘medekreëren’ gestimuleerd.
Als derde manifestatie in de reeks ‘Flandria Nova-koncerten’ te Antwerpen prezenteerde het Festival van Vlaanderen de uitvoering van He...!?, een audio-vizuele manipulatie. Herman Sabbe schreef het scenario, Karel Goeyvaerts en Lucien Goethals komponeerden de muziek. De jonge groep ‘Enteuxis’, samengesteld uit afgestudeerden van het Gentse konservatorium, vertolkte de partituur.
Leden van de groep Enteuxis tussen twee akten in bij de repetitie van ‘He!’ met o.m.K. Goeyvaerts en H. Sabbe.
Het werk is een soort ‘totaalspektakel’, waarin naast het woord en de muziek ook mimespel, diaprojektie en lichtregie een plaats hadden gekregen. In een proloog, vijf refreinen (voor kamermuziekensemble), een achttal ‘acts’ en een epiloog wordt op een allegorische, vaak satirische manier het leven van de mens in de twintigste eeuw uitgebeeld. Van zijn geboorte tot zijn dood wordt hij van bovenuit gemanipuleerd en gedirigeerd. ‘De spelen die wij voor u hebben ontworpen, de droom die wij voor u hebben gedroomd, de plaatsen die wij voor u hebben gekozen... er bestaat geen wereld buiten onze kluif.’ Ziedaar enkele snippers uit de tekst die via oorverdovende luidsprekers de mens naar het hoofd wordt geslingerd. ‘Bebornie’ - zo heet de symbolische mens die de verschillende akten mimeert - speelt zijn gedirigeerde rol voortreffelijk; wil hij zich toch tegen de gevestigde machten verzetten, wil hij andere gedragspatronen aannemen dan die welke hem van overal worden voorgeschoteld, dan wordt hij ofwel voor de gek gehouden of op een brutaallawaaierige manier in zijn hok terug gejaagd.
Dit sterk eigentijds geëngageerd dokument, evenement of hoe men het ook wil noemen, duurt ongeveer zeventig minuten. De begeleidende en vooral ‘akterende’ muziek is ongemeen verscheiden. Elektronische muziek, konkrete geluiden, flarden lawaai en geruis, en gedeformeerde klassieke fragmenten o.a. van Beethoven en Wagner worden door diverse luidsprekers in de zaal gespoten. Het kamermuziekensemble haakt daarop in of treedt ook zelfstandig op. Nu eens zijn het schrillle klankstrukturen of improvizatorisch gewriemel, dan weer pointillistische fragmenten of solistische interventies (o.a. een prachtige trombonesolo); naast een klassiek koraal staat een goedkoop walsdeuntje... dat alles afgestemd op het scènisch gebeuren.
De hall van het Antwerpse konservatorium was buiten alle verwachting propvol gelopen. De indrukken? Ze waren geweldig verdeeld. Ons inziens duurde het geheel te lang. Een bewerking tot de helft van de tijd zou de hele manipulatie ongetwijfeld boeiender hebben gehouden. De mimespeler (Adriaan Adriaansen) getuigde van een sterke kommunikatieve kracht. Noodgedwongen moest hij hier en daar in herhaling vallen. Wie kan gedurende een uur en over een zelfde gegeven steeds maar nieuwe bewegingen en uitdrukkingen vinden? Wij hadden ook de indruk dat de mogelijkheden van de diaprojektie niet tot het uiterste waren uitgebuit. Niettegenstaande die ‘jeugdzonden’ waren er verschillende fazen in het werk, die de geïnteresseerde luisteraar-toeschouwer sterk konden aanspreken: de tragi-komische tekening van ‘bebornie’, het hekelend-ironisch karakter van sommige ‘acts’, het amorfe geruis bij het begin, de abrupte tegenstellingen in sommige muzikale substanties, de uitbeelding van het militarisme, de schrijfakt,