Ons Erfdeel. Jaargang 14
(1970-1971)– [tijdschrift] Ons Erfdeel– Auteursrechtelijk beschermdGaspard De Wit.Op 8 juli van dit jaar werd de Vlaamse kunstwereld zwaar getroffen door het overlijden in het Eeuwfeest-Ziekenhuis te Antwerpen, na een langdurige ziekte, van de bekende tapijtweefkunstenaar en eigenaar-direkteur van de wereldberoemde en naar hem genaamde Koninklijke Ateliers voor Kunsttapijten te Mechelen, Gaspard De Wit. Met het verscheiden van deze meester-kunsttapijtwever, tevens begaafd ontwerper, verdwijnt inderdaad één van de figuren die, samen met Jean Leurçat, in de herleving van de wandtapijtkunst een dominerende rol heeft gespeeld en die door zijn talrijke verwezenlijkingen in deze tak van de kunstnijverheden, de naam van ons land over heel de wereld heeft uitgedragen. Geboren te Mechelen op 26 mei 1892, als zoon van Theo De Wit, die in 1889 aldaar het atelier oprichtte dat naderhand onder leiding van zijn zoon wereldfaam zou verwerven, had Gaspard De Wit reeds als kind de gelegenheid om zich grondig in de techniek van de tapijtweefkunst te bekwamen. Tevens echter genoot hij een zeer degelijke kunstopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van zijn geboortestad (1904-1911) en vervolgens aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen (1911-1914), waar zijn talrijke onderscheidingen de artistieke aanleg bevestigden, waarvan hij naderhand in zijn vak en, wat minder bekend is, ook op het gebied van schilderkunst, blijk heeft gegeven. Aan deze grondige tweeledige vorming is het te danken dat Gaspard De Wit er in geslaagd is, zowel op het gebied van de techniek als van de artistieke ekspressie, de tapijtweefkunst met nieuwe mogelijkheden te verrijken. Na aanvankelijk ook zelf de technieken van de Vlaamse meesters nauwgezet te hebben nagevolgd, slaagt hij er in deze tot het uiterste te vervolmaken en aldus in tegenstelling tot Jean Leurçat, die ‘de middeleeuwse tradities voorstaat, o.m. het weglaten van perspektieven, de monumentaliteit van de voorstelling, enz.’ en die om de kostprijs te drukken, zich aan de traditionele grove steek en beperkte kleurengamma houdtGa naar eind(1), een techniek te ontwikkelen die in zoverre nieuw en meteen typisch Vlaams is, als hij de wever toelaat met behulp van nagenoeg 60.000 verschillende tinten wol, die een vrijwel ontelbaar aantal schakeringen toelaten, aan de voorstelling een ongemene diepte en reliëf te verlenen. Een ‘realistische’ uitbeelding dus, die echter niet betekent dat deze bijna 80-jarige Vlaming achterop gebleven is t.a.v. de ontwikkeling van de kunst in de loop der jaren. In zijn ruim 60-jarige praktijk is Gaspard De Wit integendeel voortdurend geëvolueerd en hebben niet alleen kunstenaars van de meest uiteenlopende strekkingen en richtingen in hem een gewetensvol vertolker van hun ontwerpen gevonden; ook in zijn eigen werk weerspiegelt zich de evolutie die de kunst in meer dan een halve eeuw in ons land en daar buiten heeft doorgemaakt. Naast interpretaties van historische stijlen - o.a. voor het bekleden van ‘stijl’-meubelen; Gaspard De Wit dreef immers ook een handel in kunstmeubelen - treffen wij onder de in zijn ateliers vervaardigde tapijten immers zowel van hem als van anderen, ook verschillende abstrakte komposities aan.
Tot de belangrijkste verwezelijkingen van Gaspard De Wit behoort ongetwijfeld het wandtapijt, De Actie van de Verenigde Naties, naar een ontwerp van Peter Colfs, dat in 1953 in opdracht van de Belgische regering in zijn ateliers vervaardigd werd en bestemd was voor de grote hal van het UNO-gebouw te New York. Dit tapijt, het grootste dat ooit werd uitgevoerd, is 9 m hoog en 14 m breed. Ook één van zijn laatste realisaties, nl. Triomf van de vrede, naar een ontwerp van Roger Somville, dat 4,70 m hoog en 13.7 m breed is, en dat tezamen met een van zijn laatste eigen kreaties, nl. Het Heelal (2,20 m × 4 m), verleden jaar nog o.a., in het Centrum voor Kunstambachten te Gent tentoongesteld werd, verdient hier vermeld te worden.
Overigens zijn de wandtapijten van Gaspard De Wit over geheel de wereld verspreid. Het zijn er, volgens zijn eigen verklaring, duizenden. Verschillende werden in opdracht van de Belgische regering of andere officiële instanties vervaardigd. Vele bevinden zich in musea, ambassades, internationale instellingen, grote ondernemingen, alsmede in talrijke private kollekties. Aan deze weinig geëvenaarde produktie zijn de namen van talrijke kunstenaars verbonden, zoals Julien Van Vlasselaer, Lismonde, W. Bosschem, Servranckx, J. Vaerten, Maur. Boel, Oct. Landuyt, Roger Somville, Gustave Camus, Remi Smits, Jan Van Noten, Mary Dambiermont, Edm. Dubrunfaut, Liliane Badin, José Crunelle, Paul Delvaux, René Guillette, Dudant en verschillende anderen in binnen- en buitenland.
Om heel deze indrukwekkende bedrijvigheid en produktie, maar ook om de persoonlijkheid van Gaspard De Wit zelf, die er zijn stempel op heeft gedrukt, zal de naam van deze kunstenaar in de geschiedenis van onze kunst bewaard blijven.
Drs. A. De Poortere |
|