Handelingen van de Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis.
Eeuwfeestuitgave.
De Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis, meestal de ‘Zuidnederlandse’ genoemd, vierde in oktober 1970 haar honderdjarig bestaan. Dat was aanleiding tot een aflevering in 2 delen van haar 24e Handelingen.
Hoofdbrok van het eerste deel is een analitische bibliografie door Drs. Hilda Van Assche van alle bijdragen uit de 23 ‘Handelingen’. Ook de lezingen waarvan alleen een samenvatting verscheen in de ‘Handelingen’ zijn hierin betrokken. De bruikbaarheid wordt verhoogd met een register op de medewerkers, een personenen een zakenregister.
Aan de bibliografie gaan de toespraken vooraf op de akademische zitting n.a.v. de eeuwfeestviering. Onder de titel ‘De Zuidnederlandse en de kulturele toenadering tussen Noord en Zuid’ schetst Prof. Dr. Gilbert Degroote de geschiedenis van de Zuidnederlandse waarvan hij sekretaris is en weerlegt de vroeger al eens geuite opvatting dat de stichters van de Zuidnederlandse partikularisten waren.
In een korte (nauwelijks twintig blz. tellende), daarom niet minder interessante bijdrage behandelt Prof. Dr. Theo Luyckx, ondervoorzitter van de Zuidnederlandse, ‘Vlaanderens kulturele ontwikkeling (1870-1970)’. Het valt allereerst op dat Theo Luyckx het heeft over ‘de Vlaamse taal- en kultuurstrijd’ en niet over de ‘Vlaamse Beweging’. Dit is vanzelfsprekend meer als een nuance. De vraag of de essentie van de Vlaamse Beweging een ‘taal- en kultuurstrijd’ is, laat de auteur buiten beschouwing, maar schijnt hij wel te bevestigen. Maar, bevestiging van die vraag of beperking tot één, zij het uiterst belangrijk aspekt van de Vlaamse Beweging: de optiek (wat zijn de rezultaten op taal- en kultuurgebied) is te rechtvaardigen. Voor een indeling in periodes van de Vlaamse taal- en kultuurstrijd gebruikt Theo Luyckx de belangrijkste momenten uit de geschiedenis van de politieke demokratie in België.
In een eerste faze, samenvallend met het tijdperk van de cijnskiezers (1831-1893) streden de flaminganten voor de erkenning van het ‘Vlaams’ naast het Frans in Vlaanderen. Het rezultaat, de eerste taalwetten, raakte niet aan de officiële ééntaligheid van België.
De tweede faze, de tijd van het algemeen meervoudig