16e Frans-Vlaamse kultuurdag te Rotterdam.
Op vrijdag 14 mei 1971 werd te Rotterdam de 16e Frans-Vlaamse kultuurdag gehouden. De organisatie ervan berustte bij de afdeling Rotterdam van het Algemeen Nederlands Verbond en het Komitee voor de Frans-Vlaamse Kultuurdagen in Nederland o.l.v. Prof. Dr. P.C. Paardekooper.
O.l.v. Dr. W.H. van den Berge, algemeen voorzitter van het ANV, werd in de namiddag een forumgesprek gehouden tussen Nederlandse en Vlaamse kamerleden. Hieraan namen deel: H.J.L. Vonhoff (VVD), Prof. Dr. J.W. van Hulst (CHU), C. Egas (PvdA), G.A. Kieft (ARP), Drs. W.L.A. Lockefeer (KVP), L. Vanackere (CVP) en Dr. M. van Haegendoren (VU). De heren Prof. H. de Croo (PVV) en G. Boeykens (BSP) waren afwezig. Het onderwerp van het forumgesprek was: ‘De kulturele integratie tussen Vlaanderen en Nederland, o.a. in verband met Frans-Vlaanderen’.
In vergelijking met de vorige Frans-Vlaamse dagen in Nederland vormde een aanzienlijk grotere belangstelling een positief punt. Opvallend bij dit forumgesprek was dat leden van zoveel sterk uiteenlopende politieke partijen positieve instelling hadden ten aanzien van de kulturele integratie van het Nederlandse taalgebied en de verspreiding van de Nederlandse kultuur in het buitenland. Tijdens de diskussie bleek echter, vooral bij enkele Nederlandse forumleden, een gebrek aan informatie op een aantal punten. Zo toonde Prof. van Hulst (CHU) een gebrekkig inzicht over de betekenis van het Algemeen Beschaafd Nederlands voor Vlaanderen. Wat hem overigens zowel van de twee Vlaamse paneelleden als van de aanwezigen in de zaal een terechtwijzing opleverde.
Overigens was het bemoedigend dat de Vlaamse en Nederlandse parlementariërs elkaar vonden op een aantal zéér konkrete punten: 1. de oprichting van een akademie voor de Nederlandse taal, waar spellingsvraagstukken, vertaalkwesties, de kultuurpropaganda in het buitenland, het instituut voor lexikologie en de konferentie van de Nederlandse letteren in zouden worden ondergebracht; 2. de stichting in Brussel door de Nederlandse overheid van een Nederlands instituut; 3. de stichting in Rijsel door de Nederlandse en de Belgische overheid van een gezamenlijk Nederlands huis.
's Avonds in een aparte bijeenkomst, die eveneens veel belangstelling genoot, sprak Senator Leo Vanackere, algemeen voorzitter van het Komitee voor Frans-Vlaanderen over de Nederlanden in Frankrijk. Hij gaf een indringende beschouwing over de knelpunten, maar tevens over de perspektieven waarvoor onze kultuur zich daar gesteld ziet. Uit de levendige diskussie die zich ontspon bleek hoezeer de uiteenzetting van Senator Vanackere was aangeslagen.
Na de vroegere Frans-Vlaamse kultuurdagen in Nederland, georganiseerd in Hulst en Breda, mogen de organisatoren van deze 16e bijeenkomst, nu te Rotterdam gehouden, zich gelukkig prijzen dat ze voor het eerst in de Randstad Holland aandacht voor deze problematiek hebben gevraagd. De zeer bemoedigende publieke belangstelling en de vriendelijke ontvangst der deelnemers door burgemeester Thomassen van Rotterdam vormen duidelijke aanwijzingen voor de organisatie van de Frans-Vlaamse dagen in de komende jaren.
Jozef Deleu