Een algemeen Vlaams kongres.
Na de goedkeuring van de grondwetsherziening tegen de zin van de meeste Vlaamse kultuur- en strijd-verenigingen in, hebben deze wel even de tijd nodig gehad om op adem te komen. Parlement (de meerderheid dan toch) en vooral de regering hebben zich van de protesten tegen een zgn. ‘slechte’ grondwetsherziening bitter weinig aangetrokken. Na de goedkeuring reageerde men vrij vlug als volgt: we zitten er nu eenmaal mee opgescheept - en eigenlijk is nog niets grondwettelijks rampzaligs gebeurd (behalve dan de dispariteit in het Brussels agglomeratiekollege), laten we dus tenminste proberen er naderhand nog het beste van te maken. Hoe dat moest gebeuren en wat daartoe diende te gebeuren bleef een vraagteken. ‘Waakzaam zijn’, ja, dat wel, maar de jongste Vlaamse geschiedenis heeft al eens meer aangetoond dat die Vlaamse waakzaamheid soms heel weinig opbrengt.
Midden in deze onzekerheid heeft het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (waarbij een vijftigtal van de meest representatieve Vlaamse sociaal-kulturele verenigingen en drukkingsgroepen zijn aangesloten) het gelukkige initiatief genomen aan de hele Brusselse problematiek op 13 juni 1971 een algemeen Vlaams kongres te wijden.
Dit kongres bedoelt een ruim overleg tot stand te brengen over de partijgrenzen heen, zodat men kan komen tot een gemeenschappelijke houding. Men is er dan ook op uit om op het kongres met mandatarissen van de verschillende Vlaamse partijen van gedachten te kunnen wisselen. Als basis daartoe werd een urgentieprogramma van de Vlaamse Beweging te worden opgesteld dat een achttal punten omvat:
1. | Fusie van de 19 gemeenten van hoofdstad Brussel; |
2. | Oprichting van een Vlaams kiesarrondissement Halle-Vilvoorde en waarborgen voor de politieke vertegenwoordiging van de Vlamingen te Brussel; |
3. | Afdoende waarborgen voor de toepassing van de taalwetgeving; |
4. | Geen inmenging, rechtstreeks of onrechtstreeks, van hoofdstad Brussel in de taalkundige, sociale en ekonomische aangelegenheden van het Vlaams gebied; |
5. | De reële, d.i. de sociologische vrijheid van het Vlaams gezinshoofd te Brussel moet worden gewaarborgd door positieve maatregelen, zoals trouwens door de regering zelf werd beloofd; |
6. | Een volkomen geliikwaardigheid van de gemeenschappen en hun volwaardige vertegenwoordiging te Brussel houdt in: werkelijke pariteit in het agglomeratiekollege, rechtstreekse verkiezingen voor de agglomeratieraad in gesplitste kieskolleges en autonome en efficiënte organen voor het eigen kultuurbeleid. Dit is alleen mogelijk door het invoeren van de subnationaliteit; |
7. | Decentralizatie van de tertiaire sektor naar de gewesten; |
8. | Het van kracht worden van de grondwettelijke maatregelen tot bescherming van de Walen tegen zogenaamde minorizering moet worden gekoppeld aan de wetten die de belangen van de Vlaamse gemeenschap veilig stellen. |
Wie de eisenprogramma's van de Vlaamse verenigingen - vaak overkoepeld door het Overlegcentrum - wat van nabij heeft gevolgd, zal merken dat opnieuw na de grondwetsherziening zich een zekere evolutie heeft afgespeeld in federalizerende of autonomizerende zin. Dat manifesteert zich nog duidelijker in de naamgeving van de sektievergaderingen van dit kongres waar bv. uitdrukkelijk over de subnationaliteit en over de decentralizatie wordt gehandeld
Anderzijds wordt uitdrukkelijk aandacht geschonken aan het sociaalekonomische aspekt van de huidige Vlaamse Beweging wat duidelijk tot uiting komt in de sekties demografie en ruimtelijke ordening en decentralizatie.
Dit kongres getuigt van een bewust realistische aanpak. Hopelijk worden de organizatoren in hun verwachtingen niet door de mandatarissen van de politieke partijen teleurgesteld. Een Vlaams overleg over de levensbeschouwelijke en de partijpolitieke grenzen heen liet reeds al te lang op zich wachten.
Jo Boey