Prof. Frederick Petrus Scott.
Een bijzondere vriend van de Nederlanden en een geestdriftige animator van het kunstleven van zijn land is prof. Frederick Scot. Als zoon van een Vrijstaatse boer is Frikkie Scott, na een eerste aanloop in Stellenbosch en Johannesburg, in Nederland gaan studeren. Dat was in Groningen in de sombere oorlogsjaren, zodat Scott niet alleen het lief maar vooral ook het leed van de Nederlanden heeft gedeeld.
Als knap medikus en dermatoloog is Dr. Scott na voltooide studies assistent aan de universiteit van Amsterdam, om na het behartigen van een eigen praktijk in Zuid-Afrika, hoofd te worden van het Departement Dermatologie aan de universiteit van Pretoria. Later vestigt hij zich te Bloemfontein waar hij verbonden werd aan de provinciale
Prof. F.P. Scott.
hospitaaldiensten om er in 1970 het eerste hoofd te worden van het departement Dermatologie aan de universiteit van de Oranje-Vrijstaat. Ook nam hij alreeds waar als deken van de nieuwe fakulteit van Geneeskunde.
Maar Scott is meer als een dermatoloog met een veertigtal publikaties op zijn naam. Hij was jarenlang de kunstkritikus van Die Volksblad en hij schreef een prachtige studie over de Zuidafrikaanse schilder Gregoire Boonzaier. Een werk over Maggie Laubser wordt thans persklaar gemaakt.
Het is een bijzonder genot om met Frikkie Scott te mogen praten over kunst in zijn tuin waarin niet alleen bomen maar ook beelden staan. Want in dit Middelheim in miniatuur praat u dan met een man die leiding geeft aan het kunstleven van zijn land. Hij heeft zitting in ‘die komitee vir beeldende kunste van die Raad vir Geesteswetenskappe’ en is een van de konservators van de musea van Bloemfontein en Kimberley. Het is onbegonnen werk al zijn andere kommissies op te noemen. Toch moet hier vermeld worden: het toepassingskomitee van het Belgisch-Zuidafrikaanse kulturele akkoord.
Naast, via en buiten deze officiële ambten heeft Scott zijn persoonlijke kontakten met kunstenaars, kultuurleiders en kunstinstanties in de Lage Landen. Door zijn kennis van personen en zaken en zijn rusteloze ijver die onder een kalm uiterlijk schuil gaat, weet hij met volgehouden geduld veel te bereiken.
Geen gebouw van betekenis is in Bloemfontein opgericht zonder dat prof. Scott geraadpleegd is. Geen kunstwerk wordt door de officiële diensten aangekocht of Scott heeft zijn mening daarover te kennen gegeven. Zelf bezit hij een van de uitgebreidste kunstverzamelingen in Afrika. Reeds als student heeft hij kunstwerken aangekocht en zich geen moeite of geld ontzien om werk van gehalte in handen te krijgen. Zo bezit hij o.m. werken van Baseleer, de Braekeleer, Ensor, Israëls, Vaes, Laermans, Smits en Rik Wouters om maar enkele van zijn Hollandse en Vlaamse nummers te noemen.
Scott verzamelt echter niet alleen kunstwerken maar ook kunstenaars. In 1957 ziet hij drie schilderijen van Frans Claerhout op de Kunstuitstalling van die Oranje-Vrystaatse Kunsvereniging. De kwaliteit van het werk van de Vlaamse missionaris valt hem dadelijk op. Scott gaat hem in het zendingsveld opzoeken.