| |
| |
| |
Frans-Vlaanderen: aktualiteiten.
a) Informatieve bijdragen in de pers en op de radio:
● | Een groot deel van de dag- en weekbladpers in Vlaanderen bracht verslag uit over de 23e Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem op 13 september 1970. Dat was o.a. het geval met De Standaard (15 september 1970), Gazet van Antwerpen, Het Laatste Nieuws, Het Volk en Vooruit (14 september 1970), en bij de weekbladpers voor Doorbraak (19 september 1970), Kortrijks Handelsblad (19 september 1970) en 't Pallieterke (17 september 1970). Ik heb een sterk vermoeden dat dit lijstje niet volledig is, en dat is nog meer het geval voor wat volgt. Daarom wordt de toezending door lezers van knipsels (met vermelding van blad en datum) op het adres van de redaktie ten zeerste gewaardeerd.
Het is niet mogelijk de soms zeer variërende inhoud van de overige stukken in de Nederlandse en Vlaamse bladen te vermelden. Ik maak een uitzondering voor het uitvoerige en objektieve stuk van Cor Bertrand in De Tijd (5 december 1970) over de Franse onderwijswet van 14 september 1970 en de verwachtingen daarover bij Prof. Pée en André Demedts. Verder schreven over Frans-Vlaanderen: André Demedts in Gazet van Antwerpen (5 november 1970), André Lammertijn in Kortrijks Handelsblad (21 augustus, 2 oktober, 6 en 27 november 1970), Cyriel Moeyaert in Het Wekelijks Nieuws (5 december 1970) Walter Augustijnen en C.M. in Wij (resp. 29 augustus en 26 december 1970), Karel De Meulemeester in De Autotoerist (3 september 1970), Raf Seys in het informatieblad van de R.M.S.-Koekelare, Actief (2e jrg., nr. 3, december 1970), Jan Olsen in Het Pennoen (september 1970) en tenslotte, een simpatieke verrassing. Johan Winkler, kleinzoon van de befaamde taalgeleerde en Frans-Vlaanderenkenner uit de 19e eeuw, in de Noord-Brabantse krant De Stem (20 november 1970). |
| |
● | B.R.T. 2, Gewestelijke Omroep West-Vlaanderen, zond op 15 september 1970 een verslag uit van de 23e Frans-Vlaamse Kultuurdag te Waregem en van de 9e Frans-Vlaamse Dag te Ekelsbeke. |
| |
b) Tijdsschriften, boeken, brosjures:
● | In een vorige kroniek (13e jrg., nr. 2, blz. 167) heb ik het eerste nummer van een nieuw Frans-Vlaams maandblad Nord (adres: 102, rue Eugène-d'Hallendre, 59-La Madeleine) vermeld. Nu het blad zijn tweede jaargang heeft ingezet en in november 1970 het 12e nummer verscheen, is het mogelijk de karakteristieken van het maandblad naar voren te brengen.
In de eerste jaargang, afgesloten met het 10e nummer, juli-augustus 1970, trokken uitvoerige artikelen, reportages en enquêtes vooral de aandacht. Een aantal vooraanstaande personaliteiten uit de departementen Nord en Pas-de-Calais werde geïnterviewd: Jean Matteoli, regeringskommissaris voor de industriële rekonversie, André Glorieux, departementieel voorzitter van de C.F.D.T. (het vroegere ekspliciet kristelijke sindikaat C.F.T.C.), Arthur Notebart, voorzitter van de Communauté Urbaine de Lille. Maurice Hannart, voorzitter van het regionaal patroonsverbond, Mgr. Huyghe, bisschop van Atrecht. In uitvoerig geïllustreerde bijdragen werden steden als Duinkerke, Atrecht, Béthune, Kamerijk en ook kleinere plaatsen voorgesteld. Toeristische problemen, middenstands- en landbouwersproblemen maakten het voorwerp uit van enquêtes. Een zelfde aandacht ging uit naar levende en overleden kunstenaars uit Frans-Vlaanderen. Naar het einde toe kwam er meer ruimte voor sport, de show- en platenwereld, het regionale ontspanningsleven en mode.
Zo te zien aan deze alleszins onvolledige opsomming draagt het blad een zeker intellektueel cachet, dat samen gaat met een blijvende onduidelijkheid die al in het eerste nummer te onderkennen viel. De redaktie en de uitgever schijnen nu eens nogal sterk aan te leunen bij alles wat de gevestigde orde heet en de problemen nogal rooskleurig en oppervlakkig voor te stellen, dan weer opzettelijk elk engagement te vermijden in de hoop een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Dat laatste is natuurlijk een algemene tendens in de pers, ook in die van Noord-Frankrijk (zie hierover de bijdragen in Ons Erfdeel over de pers in Noord-Frankrijk door o.m. Roland Douchy).
Simpatiek is wel dat in toeristische, artistieke en folkloristische bijdragen het Vlaams karakter wordt benadrukt. Maar de nieuwe aanpak die de tweede jaargang kenmerkt schijnt er niet op te wijzen dat het blad daar nog veel sukses mee hoopt te oogsten. Over Vlaanderen wordt buiten de aankondiging van manifestaties zoals die van het Festival van Vlaanderen in de overigens uitstekende kulturele kalender, niet geinformeerd. Mocht de redaktie daar wel toe besluiten, dan hopelijk niet via de informatiekanalen van frankofoon Brussel.
De tweede jaargang is niet alleen gekenmerkt door een nieuwe opmaak maar ook door een groter overwicht van wat men ‘soft news’ pleegt te noemen. Alle bijdragen zijn korter geworden. Het aandeel van de publiciteit is anders geworden: in sommige gedeelten is de grens tussen publicitaire en redaktionele tekst onduidelijk geworden. Tiener- en dameslektuur zijn toegenomen. ‘Nord’ is een soort familieblad geworden, dat toch nog van een hoger niveau is als wat in dit genre bij ons in Vlaanderen verschijnt. |
| |
● | In het najaar van 1970 verscheen bij de Antwerpse uitgever J.E. Buschmann, in de reeks Flandria Illustrata o.l.v. Bert Peleman, een luksueuze tweetalige bloemlezing uit het werk van de Frans-Vlaamse dichter Emmanuel Looten. De bundel draagt als titel Harte-Vlaanderen. Flandre à Coeur. Willy Spillebeen zorgde voor de Nederlandse vertalingen en de illustraties zijn van de grafikus Frank-Ivo Vandamme. Het boek telt 92 blz., heeft een formaat van 26 cm × 30,5 cm en de prijs bedraagt 450 BF. |
| |
● | Het bekende maar al te vele jaren niet herwerkte boek van Mabille de Poncheville, Flandre et Artois, uitgegeven door Arthaud te Parijs, krijgt een waardige opvolger. Onder dezelfde titel en bij dezelfde uitgever publiceerde de Rijselse historikus Pierre Pierrard een boek dat ook de ontwikkeling in de 20e eeuw behandelt en dat getuigt van een grondig vernieuwde aanpak. |
| |
● | Het eerste deel van de groots opgevatte Histoire de Lille, onder de algemene leiding van Louis Trenard, is in 1970 uitgegeven. Een bespreking van het eerste deel Des origines à l'avènement de Charles Quint, o.l.v. Guy Fourquin komt in een volgend nummer van Ons Erfdeel. |
| |
| |
● | Negentig jaar geleden stichtte Alfons Van Hee de Westvlaamse volksalmanak 't Manneke uit de Mane. De heruitgevers zorgden in de editie van 1971 weer voor een bundel oude en nieuwe West- en Frans-Vlaamse volkshumor. Prijs: 25 BF. Adres: Karel M. De Lilie, Cartonstraat 40, 8900 leper. |
| |
● | De Werkgroep geschiedenis-toerisme-heemkunde van het Komitee voor Frans-Vlaanderen stelde als nr. 3 (september 1970) van zijn Mededelingen een lijvige bundel teksten, kaarten en illustratiemateriaal samen die als werkdokument diende voor het tweede geschiedkundig kolloquium van deze Werkgroep te Loker op 21 augustus 1970. Alle dokumenten hebben betrekking op het Frankisch karakter van het Merovingische en Karolingische rijk, ook en vooral in verband met het huidige Frans-Vlaanderen. De belangrijkste samensteller was Ir. G.G.C. Cohen-Stuart uit Den Haag, die ook een lezenswaardige inleiding schreef. Adres: R. Watthy, Dorp 70, 8178 Woumen. |
| |
● | Ons Heem is een tweemaandelijks tijdschrift uitgegeven door het Verbond voor Heemkunde (erevoorzitter: Drs. Jozef van Overstraeten, voorzitter: Dr. Jozef Weyns) en staat onder de redaktie van E.H.A. Lowyck. Het 5e nummer van de 23e jaargang (herfst 1969) is nagenoeg helemaal gewijd aan Frans-Vlaanderen. Het telt 40 blz. en wordt ingezet met een stuk van Dr. M. Gysseling, ‘Overzicht van de toponymie van de Westhoek’. Adres voor de bestelling van losse nummers: Verbondsvoorzitter Dr. Jozef Weyns, Herkenrodeplein 1, Bokrijk (Genk). |
| |
● | De uitgeverij Familia et Patria p.v.b.a., Handzame verzorgde in 1970 een facsimile-uitgave van La Flandre. Etude géographique de la plaine flamande en France, Belgique et Hollande, par Raoul Blanchard, Ancien élève de l'Ecole Normale Supérieure, Docteur ès-lettres, verschenen in 1906. Het boek telt 530 blz. De prijs bedraagt 600 BF. |
| |
c) Diverse kulturele manifestaties:
● | N.a.v. het verschijnen van de tweetalige bloemlezing uit het werk van Emmanuel Looten en in het kader van de Antwerpse Boekenbeurs, werd de Frans-Vlaamse dichter en zijn werk aan het Antwerpse publiek voorgesteld op 6 november 1970. Aan deze voorstelling en hulde namen o.a. deel: Burgemeester Lode Craeybeckx, Bert Peleman, Willy Spillebeen, Henri Fagne, Frank-Ivo Vandamme en de uitgever J. Buschmann. |
| |
● | Op uitnodiging van de Mouvement des Etudiants Fédéralistes Lillois sprak de Bretonse regionalist Yann Fouéré over de federalistische inrichting van Europa. De konferentie en de daaropvolgende debatten hadden plaats op 26 november 1970 in het Maison de l'Europe te Rijsel. |
| |
● | In het Rijselse Hospice Comtesse liep van juli 1970 tot januari 1971 een tentoonstelling gewijd aan de regionale volkskunst onder de titel Images populaires de Lille et ailleurs. |
| |
● | Voor de winter 1970-71 heeft Flor Barbry, direkteur en regisseur van het Volkstoneel voor Frans-Vlaanderen het stuk ‘Onder één dak’ van Jan Fabricius bewerkt en herschreven in het Nederlands dialekt van de Frans-Vlaamse Westhoek. Het werd al in volgende Frans-Vlaamse gemeenten opgevoerd: Godewaarsvelde, Noord-Berkijn (op het gehucht Le Sec-Bois), Sint-Janskapel, Boeschepe en Ekelsbeke. Er zijn nog vertoningen gepland te Belle (28 februari), te Houtkerke (7 maart), te Rekspoede (14 maart), te Bambeke (21 maart) en te De Moeren (28 maart 1971).
Ook Donald Debruyne en het Volksteater Milac uit Vlamertinge gaan door met hun opvoeringen in Frans-Vlaanderen. Het door D. Debruyne geschreven blijspel ‘Broekskerke’ werd al opgevoerd te Killem (15 november), Houtkerke (6 december), Winnezele (13 december), Abele (20 december) en Eke (27 december) en verder zijn nog opvoeringen voorzien te Steenvoorde (17 januari), Boeschepe (21 februari) en Sint-Janskapel (28 februari 1971). |
| |
● | Voordrachten over Frans-Vlaanderen werden gegeven door André Demedts voor het Davidsfonds te Kieldrecht (17 oktober 1970) en door Cyriel Moeyaert voor de Rotary te Roeselare (22 september 1970), het Davidsfonds te Wevelgem (29 september 1970) en de Heemkundige Kring te Torhout (19 oktober 1970). |
Erik Vandewalle |
|