Hugo Claus' ‘Vrijdag’, een hoogtepunt.
Hugo Claus stelt zich vaak op een allesbehalve behoorlijke wijze aan. Dikwijls is hij een en al agressiviteit en gedraagt hij zich nukkig en wrokkig. Hij heeft nu eenmaal in ons land de moeilijkheden ondervonden die aan geen enkel mens, die aan de weg timmert, bespaard worden, zowel in als buiten Vlaanderen.
De Vlaming heeft evenwel de neiging te veronderstellen dat elders alles zoveel beter, groter en rechtvaardiger is.
Intussen zal Claus wellicht ondervonden hebben dat in Nederland ook niet alles draait en keert zoals hij het zou willen. Zijn ervaringen bij het samenstellen van een nieuw gezelschap en bij de opvoeringen van zijn Leven en werken van Leopold II (over dit stuk zie elders in deze kroniek) zullen ongetwijfeld zwaar op zijn gevoelige maag liggen.
Al met al is hij niet alleen onze begaafdste toneelschrijver maar ook de veelzijdigste, de vruchtbaarste. Op zijn best als hij schrijft over Vlaamse toestanden en Viaamse mensen, al zal hij dit misschien niet graag horen.
Toen ik Vrijdag, één van zijn jongste werken, las was ik onmiddellijk voor het stuk gewonnen. Toen ik daarna de opvoering door K.V.S-Brussel zag werd mijn vermoeden bevestigd: een onbetwistbaar hoogtepunt.
Het gegeven is eenvoudig. Georges Vermeersch werd tot een gevangenisstraf veroordeeld als gevolg van een verhouding met zijn dochter. Wegens goed gedrag wordt hij vroeger dan voorzien vrij gelaten. Het onthaal in zijn woning is niet feestelijk. Tijdens zijn verblijf in de gevangenis bedroog zijn vrouw, Jeanne, hem met zijn vriend Erik. Uit hun relatie werd een kind geboren. Bij Georges' terugkeer staan derhalve drie mensen voor de beklemmende vraag: hoe verder leven? Na heel wat herrie besluit Erik uit te wijken en voor het kind te betalen. Maar vooraleer hij vertrekt dwingt Georges
Bert Struys, Yvonne Lex en Rik Andries in Vrijdag van H. Claus.
hem nogmaals met Jeanne gemeenschap te hebben.
Met dit tema, dat gemakkelijk leiden kon tot een melodrama of een verouderde naturalistische tragedie, heeft Hugo Claus een spel opgebouwd dat nergens patetisch aandoet en dat het eigentijds publiek sterk aangrijpt. Zijn werk is niet alleen verbluffend omdat hij erin geslaagd is een levensechte dimensie aan het gebeuren te geven en de vier figuren uiterst krachtig en natuurlijk te schetsen. Het is tevens zo boeiend omdat de achter- en ondergronden ongemeen suggestief worden opgeroepen, omdat het geheel doordrenkt is van rituelen en symbolen (echter nooit storend: ze zijn immer geïntegreerd in de handeling), omdat de auteur doordringt tot essentiële gevoelens en verlangens van de mens (schuldbesef, behoefte aan zuiverheid en loutering), omdat hij ons op een zinrijke wijze konfronteert met hartstochtelijke personages die de gangbare maatschappelijke moraal niet aanvaarden kunnen. Daarenboven worden in dit stuk een groot aantal imponderabilia (o.m. de sado-masochistische impulsen in de mens) verwerkt die aan het geheel een fascinerend reliëf verlenen. Er is zoveel meer: het gedegen vakmanschap van Claus (denk maar aan de voortreffelijke ekspositie en konstruktie), de taalvirtuositeit, de psychologische profilering (elk figuur is raak getekend), enz.
Na de voorstelling had ik even een gesprek met een toeschouwer die Vrijdag typeerde als een doodgewoon naturalistisch spel zonder opmerkelijke kwaliteiten. Toen ik poogde deze onbillijke kritiek te weerleggen, bleek opnieuw hoe ontzettend lastig het is aan anderen duidelijk te maken waarom men opgetogen is over een werk en welke elementen beslissend zijn bij het formuleren van een waarde-oordeel. Met woorden kan men wel een aanwijzing geven maar het is niet de letterlijke betekenis die van belang is, wel de diepere zin die achter die woorden schuilgaat.
Over de regie van Walter Tillemans