Franse mime in Vlaanderen.
Het zou onvergeeflijk zijn indien ik in deze kroniek niet even wees op het optreden in Vlaanderen èn van Marcel Marceau, èn van Les Turlupins.
Samen met Jean-Louis Barrault en Etienne Decroux behoort Marcel Marceau tot de Franse school die een vernieuwd elan gegeven heeft aan de zuivere mimekunst die sinds de glansjaren van Deburau wel enigszins op het achterplan was geraakt, ondanks de werking van enkele uitzonderlijke artiesten die in de musichall en de film de kunst van de stilte hebben beoefend (o.m. Charlie Chaplin).
Marcel Marceau is een typische vertegenwoordiger van de mime pure, de kunst die zonder enig ander hulpmiddel dan het lichaam uitdrukking geeft aan het hele universum van de mens. Marceau doet geen beroep op speciale technische effekten. Hij staat alleen op de planken: zijn fascinerende persoonlijkheid gevangen in een lichtkegel en daar roept hij een verrassende wereld op, zo suggestief en zo overweldigend dat men amper geloven kan dat hij dit alles slechts bereikt met mimiek, houdingen, gebaren en indrukwekkende stiltes.
In een paar zalen van Vlaanderen - ik zag hem optreden in de K.N.S. te Gent - heeft hij eens te meer een weergaloos recital gegeven, een schitterend vuurwerk van kreatieve en inventieve kracht (die zovele nochtans knappe eigentijdse teatermensen ontberen), van oeverloze verbeelding, van verrukkelijke beheersing van zijn lichaam, van fijnzinnig handenspel en wonderlijke mimiek, van schranderheid en scherp aanvoelen van de moderne tragiek. Na afloop van zijn optreden in de Arteveldestad bracht M.A.J. Hoste in zijn merkwaardig Sabbattiniteater, een oprechte hulde aan zijn leermeester, tevens ere-voorzitter van zijn schouwburg. Bij het innemend dankwoord van de Franse artiest bleek tot veler verbazing dat Marceau evenzeer een benijdenswaardig kauseur is die prat kan gaan op een ruime kultuur en een spits intellekt, kwaliteiten die wellicht onmisbaar zijn om een maksimale uitstraling te geven aan het talent.
Rik Lanckrock