Salvador Dali.
Dali is toch naar Rotterdam gekomen. Het zag er naar uit dat hij, als Picasso, zich niets zou aantrekken van de uitvoerige overzichtstentoonstelling die het Museum Boymans-Van Beuningen georganiseerd heeft en waar toch werken, bijvoorbeeld de reeks werken uit de dertiger jaren, bijeen-zijn die de Spaanse meester zelf lang niet meer gezien heeft, sinds ze uit zijn atelier van Port Ligatt (bij Cadaques, enige tientallen kilometers ten noorden van Barcelona) naar Amerikaanse musea vertrokken.
Zijn aanwezigheid bij de opening van de Rotterdamse tentoonstelling heeft grote indruk gemaakt, zelfs op nuchtere kunsthistorici als Ebbinge Wubben, direkteur van Boymans-Van Beuningen.
De bijeenbrenging van de vele schilderijen, tekeningen, plastieken en juwelen is het werk geweest van Mevr. Reinhilde Hammacher - Van den Brande (Belgische van origine), hoofdkonservatrice van het museum. Meer dan tienduizend bezoekers per week trok de ekspositie al in het begin, het aantal stijgt, en ook de vraag naar die huidige waardering voor het surrealisme. Nederlandse bladen vertelden voor de zoveelste maal de magische verhalen van de mytische maker Dali: sommige bladen brachten hem op de voorpagina en de televisie was scheutiger dan ooit. De tentoonstelling verdient het,
Christus van Sint-Jan aan het Kruis door Salvador Dali.
met name in Nederland, waar de waardering voor surrealisme tot nu toe gering, té gering was.
Blijft de dualiteit van waardering voor Dali's kunst: ‘De Goddelijke’ zeggen zijn bewonderaars, de charlatan zeggen anderen, maar geniaal in ieder geval; geniaal in het ad absurdum gestalte geven van zijn waanzinnige ideëen, zijn fantasieen, zijn paranoia-denkbeelden, zijn bewonderingen voor Staat, Kerk, Religie, Koningschap en vooral voor Zichzelf, hooguit overtroffen door mateloze adoratie voor Gala, zijn vrouw, personifikatie van de Hoogste Menselijkheid. Spel en ernst, myte-vorming en mystieke beleving, werkelijke gegrepenheid en bravour vormen de dualismen van dat geheimzinnig genie Salvador Dali. En verwarring is ook wat rest bij het zien van de grote overzichtstentoonstelling: geen schok der herkenning, geen konfrontatie met schoonheid, geen akkorderen met gevoelens van een kunstenaar... alleen verwarring die dan weer tot bewondering leidt - de subtiele techniek van het schilderen waarmee ruimten en werelden worden verbeeld - dan weer tot afkeer tegen de dweperijen, hartstochten en berekeningen van een verziekte masochist en een mensenhater, die zijn fantasieën naar de mensen smijt.
Hij houdt van het slijk, maar dan van het slijk van het goud. Hij houdt van het Goddelijke, zoals zich dat manifesteert in de natuur en in hemzelf. Dali is als surrealist veel verder gegaan dan Magritte of Ernst, maar hij heeft met zijn ideeën ook de dadaïsten overtroffen. En wat te zeggen van zijn objekten als de Aphrodistische Smoking (1936) en de Mae West Lippen Sofa (1936), die regelrechte voorlopers blijken van de pop-kunst en de nieuw-realistische objekt-kunst.
Zijn schilderijen - er zijn er negentig in Rotterdam - heten evenzovele vervolgen op Jan Vermeer, de enige schilder die Dali bewondert. En in zijn brief aan Boymans-Van Beuningen is ook Vermeer de enige reden van het bestaan van Holland, een land dat zonder hem door de meest bestiale van alle dieren, de rhinocerossen, zou zijn overweldigd...!
Mr. Ton Frenken