beeldende kunst
Vergeten Petrus Van Mol?
Bijna onopgemerkt heeft de gemeente Buggenhout het voorrecht gehad een tentoonstelling te openen van een schijnbaar vergeten, want meestal uithuizige Vlaamse kunstschilder, die na vele jaren opnieuw enkele weken in ons midden verbleef.
In een beperkte kring is dit een gebeurtenis geweest. Immers, de bijna honderd schilderijen in de zalen van het gemeentehuis hebben het, ondanks de vrij ordeloze presentatie, mogelijk gemaakt de evolutie van deze merkwaardige kolorist te volgen sedert de jongste tien jaren.
Een degelijke retrospektieve was jammer genoeg uitgesloten, omdat de meeste schilderijen en akwarellen in musea en verzamelingen zijn ondergebracht in België, Frankrijk, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zwitserland, Japan en de Skandinavische landen. Slechts een beperkt aantal werken bevindt zich bij familieleden te Buggenhout; een ander en beslist het grootste te Fontvieille, nabij Arles, in Zuid-Frankrijk, waar deze kunstschilder sedert 1960 geregeld verblijft.
Men schijnt het nooit eens te zijn geworden over de voornaam van kunstschilder Van Mol: Petrus, Pieter en Peter, te meer omdat hij zijn werken zonder uitzondering met ‘P’ signeert. Deze reislustige figuur uit onze plastische kontreien werd geboren te Malderen, op 3 augustus 1906. Als artiest behoort Petrus Van Mol inderdaad tot die ‘stille’ generatie van 1900, waarvan men nu toch stilaan moet weten, dat zij vele tientallen jaren in de schaduw heeft geleefd en pas de jongste jaren opnieuw in de belangstelling kwam, toen hun gesternte gunstiger bleek. Terecht kan men de kritici verwijten, dat zij deze generatie nooit voldoende en beslist nooit volledig heeft verkend, zodat verscheidene belangrijke kunstenaars in de vergeethoek geraakten en zeker de
Petrus van Mol (1970).
minst luidruchtigen onder hen. Zoals Petrus Van Mol.
Niet alleen zijn ‘animistische’ geaardheid, maar ook zijn afwezigheid in Vlaanderen heeft daar in ruime mate toe bijgedragen, ofschoon hij een degelijke artistieke opleiding had genoten en later - in het buitenland - werd gelauwerd.
Petrus Van Mol werkte nog te Brussel, toen hij besloot de lessen te volgen aan de Koninklijke Akademie voor Beeldende Kunsten te Mechelen, eerst onder leiding van de strenge Willem Rosier en kort daarop van de minder gedisciplineerde, maar artistiek begaafdere Gustave Van de Woestijne, van wie hij een der eerste vijf leerlingen was. Ook de jongste.
Alleen reeds het verblijf van deze ‘vijf’ aan de akademie, de lotgevallen van direkteur en leerlingen en de nauwe, maar weinig schoolse of akademische samenwerking met Gustave Van de Woestijne vormt een bijdrage op zichzelf.
In 1928 verliet Petrus Van Mol de Mechelse akademie, maar noch bij Gustaaf Fontaine aan de akademie te St.-Joost-ten-Node, noch bij Philippot te Etterbeek vond hij voldoening, zodat hij in 1931 opnieuw kontakt zocht met Gustave Van de Woestijne, die hem een hart onder de riem stak. Petrus Van Mol verliet Vilvoorde, waar hij na zijn huwelijk een tijd had verbleven, en vestigde een atelier in de Luikenaarsestraat te Brussel, waar hij een vijftal jaren samenwerkte met kunstschilder Jan Cox, die later naar Boston, in de Verenigde Staten, zou vertrekken.
Van Mol heeft sedertdien vele jaren van vereenzaming gekend: hij dook letterlijk onder ondanks de goedbedoelde aanmaningen van artistieke vrienden zoals Van Lint, Bertrand en Mortier. Zijn omzwervingen begonnen en hij verdween, schijnbaar voorgoed, uit de artistieke wereld zonder een adres achter te laten. Zijn lidmaatschap van het Centre culturel international de Rayaumont