lijkt worden vragen om nieuwe medewerkers. Aangezien het Komitee voor Frans-Vlaanderen over geen vrijgestelden beschikt, moet het wel een beroep doen op edelmoedige vrijwilligers. Verschillende Vlaamse en Nederlandse kultuurorganisaties zouden langzamerhand hun bedrijvigheid over de Franse Nederlanden moeten uitbreiden, zoals het nu en met goed gevolg gebeurt door de Heemkring Bachten de Kupe uit Nieuwpoort, met zijn landdagen en Frans-Vlaamse Jaarboekjes, evenals met de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde die in korte tijd door haar studiedagen, uitgaven en familievergaderingen opmerkelijke resultaten heeft behaald. Wij zijn ervan overtuigd dat initiatieven in dezelfde aard de organisaties die er zich voor inzetten simpatisanten en leden, ook in Nederland en Vlaanderen zouden doen winnen.
Nog altijd wachten wij op een bijdrage die van onze studenten moet komen. Is het onmogelijk dat in de de een of andere stad of aan de een of andere universiteit zich enige jongens en meisjes verenigen om in betrekking te kunnen treden met studenten uit Rijsel? De afstanden zijn van Gent of Kortrijk uit toch geen belemmering. Geregelde ontmoetingen zouden een wederzijdse verrijking opleveren en de mogelijkheid scheppen tot gezamelijke prestaties. Te Rijsel studeerden tijdens het voorbije akademiejaar meer dan vijftig belangstellenden Nederlands. Het moet doenbaar zijn met de hulp van jonge Vlamingen en Nederlanders samen toneel te spelen of kleinkunstavonden te verzorgen. Voor de Pays Bas Français zou het iets nieuws worden mocht er door zo'n groep kunnen opgetreden worden naast de toneelkringen die zich reeds vijftien jaar lang verdienstelijk maken en dat in de toekomst moeten volhouden.
Zij reizen vooral het arrondissement Duinkerke af, terwijl een studentengezelschap het in het Rijselse zou kunnen proberen.
Zoals de toestand er nu uitziet, heerst er in de Franse Nederlanden een groot gebrek aan informatie over België en Nederland. Er zou in Rijsel een Nederlands kultureel centrum, een Nederlands huis moeten komen. Alsnog schijnt het onmogelijk, maar wij vertrouwen erop omdat wij geloven in een konstruktieve samenwerking van volk en overheid, dat het ingericht zal worden zodra de nu geldende bezwaren verdwenen zijn. Wij vragen ons echter terzelfder tijd af of er in Vlaanderen of Nederland geen privézaak of vereniging is, die zou kunnen bewerkstelligen dat er in de Rijselse boekhandel, al was het slechts in één enkele, Nederlandstalige boeken en bladen voorhanden zijn. De eventuele kopers bestaan en naargelang het Nederlands onderwijs zich gaat uitbreiden, zullen zij talrijker worden. Zij weten alleen niet wat zij kunnen krijgen en waar het te zoeken: propaganda en voorlichting zouden voor een welslagen onmisbaar zijn.
In de jongste tijd horen wij erover klagen dat de Nederlandse integratie niet opschiet. Komt het niet, omdat wij te veel van de overheid verlangen? Het privé-initiatief moet voorafgaan en de aktie van gemeenten, provincies en staten mogelijk maken. De omgekeerde metode zou vlugger resultaten behalen, maar er is blijkbaar geen beginnen aan zonder een wegbereiding van onderuit.
André Demedts