De Litause vertaling van Boerenpsalm.
Na Pieter Breugel (13), Pallieter (11) en De harp van Sint-Franciscus (10), is Boerenpsalm (9) het meest vertaalde boek van Felix Timmermans. Het werd achtereenvolgens vertaald in het Duits (1936), het Deens (1937), het Tsjechisch (1938), het Frans (1942), het Servokroatisch (1944), het Slowaaks (1948), het Litaus (1957), het Spaans (1958) en het Zuidafrikaans (1964).
De Litause vertaler, Vincas Kazokas, maakte kennis met het boek in een Franse vertaling. Niemand zou het abnormaal gevonden hebben als hij het boek uit het Frans had vertaald, want een tweedehandse vertaling van een werk van Timmermans zou geen unikum geweest zijn. Kazokas wilde het echter uit de oorspronkelijke taal omzetten en, alhoewel hij in Australië woont, leerde hij daar Nederlands om Boerenpsalm te vertalen. Zijn vertaling werd uitgegeven door de Litause Nida Press in Londen.
Uit zijn nawoord bij de vertaling blijkt dat Kazokas vrij goed op de hoogte is van onze geschiedenis, kultuur en literatuur, al meent hij dat slechts twee derde van de 5 miljoen Vlamingen in België woont en dat de ‘Vlaamse wedergeboorte en de literaire renaissance’ in 1830 begint met de zelfstandigheid van België. Hij vernoemt de Reinaert, Jacob van Maerlant en Guido Gezelle en weet ook dat Emile Verhaeren en Maurice Maeterlinck Vlamingen waren die in het Frans schreven. Bij Timmermans ontdekt hij verwantschap met Rubens, Jordaens en vooral Pieter Bruegel, Het merkwaardigste in zijn nawoord is wel het verband dat hij ziet tussen het werk van Timmermans en de Litause literatuur. Toen ik Boerenpsalm voor