Internationale Neerlandistiek. Jaargang 2012
(2012)– [tijdschrift] Neerlandica extra Muros / Internationale Neerlandistiek– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 58]
| |
1980
| |
[pagina 59]
| |
ziet toe op het Taaluniebeleid (artikel 10); de Raad voor de Nederlandse Taal en Letteren brengt adviezen uit aan het Comité van Ministers en stelt maatregelen voor met betrekking tot de doelstellingen van de Taalunie (artikel 12). In 2009 heeft de Raad bijvoorbeeld het advies ‘Naar een internationale en interdisciplinaire neerlandistiek’ uitgebracht. Dat advies had ‘tot doel om, binnen het proces van globalisering in en buiten Europa, de positie, de status en het belang van de neerlandistiek en daarmee van de Nederlandse taal internationaal te bevorderen’. Het Algemeen Secretariaat ‘is het beleidsvoorbereidend en beleidsuitvoerend orgaan’ en staat ten dienste van de bovengenoemde organen (artikel 14). Als we de werkterreinen uit artikel 4 van het Verdrag even overlopen, dan moet geconstateerd worden dat er in ruim dertig jaar al vrij veel gerealiseerd is. De officiële spelling van de Nederlandse taal is vastgelegd in de Woordenlijst Nederlandse Taal, die ook digitaal beschikbaar is (www.woordenlijst.org). In 1997 verscheen de tweede druk van de Algemene Nederlandse spraakkunst (ANS, ook digitaal beschikbaar op http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/). Hopelijk zal de ANS binnenkort, met steun van de Taalunie, geactualiseerd worden. Van de Geschiedenis van de Nederlandse literatuur zijn inmiddels vijf delen verschenen. Er is verder ook ‘gemeenschappelijk beleid [gevoerd] met betrekking tot particuliere initiatieven op het gebied van woordenboeken, woordenlijsten en grammatica's’ (artikel 4.d), bijvoorbeeld in samenwerking met het Instituut voor Nederlandse Lexicologie dat door de Taalunie en de Universiteit Leiden gesubsidieerd wordt. Om gebruikers van het Nederlands kosteloos verantwoorde en betrouwbare taaladviezen beschikbaar te stellen, is taaladvies.net ontwikkeld. Een ander werkterrein van de Taalunie betreft certificering, met het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT). Het Certificaat, dat in de jaren 1970 in Louvain-la-Neuve werd ontwikkeld, werd met de oprichting van de Taalunie in 1980 een Nederlands-Vlaamse samenwerking: het wordt momenteel uitgevoerd door het Centrum voor Taal en Onderwijs van de Katholieke Universiteit Leuven in samenwerking met de Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Jaarlijks wagen ongeveer 2400 buitenlandse studenten en leerlingen hun kans. De ontwikkelde profielexamens worden vandaag de dag niet alleen meer bij universiteiten afgenomen, maar ook op hogescholen of in het secundair onderwijs. Verder kunnen NVT-docenten bij www.cnavt.org terecht voor een toetsenbank en allerlei toetstips. In wat volgt, besteed ik nog kort aandacht aan de implementatie van het Taalunieverdrag voor de buitenlandse neerlandistiek. Volgens artikel 5.f dient de Taalunie de neerlandistiek in het buitenland te bevorderen. Dat doet ze onder meer aan de hand van subsidies.Ga naar eind2. Deze subsidies werken de kwaliteit en professionaliteit van het universitair onderwijs Nederlands als vreemde taal in het buitenland in de hand. Naast de bovengenoemde Geschiedenis van de Nederlandse literatuur heeft de Taalunie ook de totstandkoming van anderstalige geschiedenissen van de Nederlandstalige literatuur gesteund, namelijk in het Duits en in het Engels. Naast de universitaire neerlandistiek in het buitenland ondersteunt de Taalunie het re- | |
[pagina 60]
| |
guliere en volwassenenonderwijs Nederlands in de regio's die grenzen aan het Nederlandse taalgebied. Voor informatie over de didactiek van het Nederlands als vreemde taal en over leermiddelen kunnen alle docenten Nederlands als vreemde taal bij het volledig door de Taalunie gefinancierde Taaluniecentrum NVT terecht.Ga naar eind3. Het zal duidelijk zijn dat de oprichting van de Taalunie in 1980 een mijlpaal is geweest in de gemeenschappelijke bevordering van de Nederlandse taal en letteren in binnen- en buitenland. Vandaag de dag staat de Taalunie volgens mij voor twee belangrijke uitdagingen. In de huidige globale wereld moet Nederlands als wetenschaps- en publicatietaal duidelijk ondersteund worden. Daarnaast groeien het Nederlands in Nederland en het Nederlands in Vlaanderen steeds meer uit elkaar. Tolerantie voor taalvariatie moet natuurlijk kunnen, maar laat ‘de gemeenschappelijke ontwikkeling van de Nederlandse taal’ nou net de eerste doelstelling zijn van de Taalunie (artikel 3.a).
Philippe Hiligsmann, Louvain-la-Neuve |
|