Beeldende kunst
Een vertaalde expositie
● Joris Dedeurwaerder
Van 6 september tot 14 december loopt in het Museum voor Schone Kunsten in Gent de tentoonstelling Paris-Bruxelles/ Brussel-Parijs: realisme, impressionisme, symbolisme, Art nouveau. De artistieke dialoog tussen Frankrijk en België, 1884-1914. De tentoonstelling was in het voorjaar 1997, in het kader van ‘la saison France-Belgique 1848-1914’, al te zien in Parijs.
Het is een grote tentoonstelling (20 museumzalen, met een totale oppervlakte van 1500 m2), een grootse expositie, gezamenlijk opgezet door het Parijse Musée d'Orsay en het Gentse Museum. De opzet, zo heet het, was voor het eerst in een tentoonstelling de Franse en de ‘Belgische’ kunst van de tweede helft van de 19e eeuw en rond de eeuwwisseling met elkaar te confronteren. Paris-Bruxelles zou laten zien ‘hoe tussen de twee buurlanden een wisselwerking ontstond op het vlak van de kunst, en dit in een van de meest boeiende periodes uit de kunstgeschiedenis.’
De ontwikkeling in de negentiende eeuw van de kunst in België - Vlamingen hebben het moeilijk met het begrip ‘Belgische’ kunst - is inderdaad uitzonderlijk geweest. Contact met het kunstcentrum Parijs was daarbij essentieel. In Belgische kunstminnende kringen vonden de Franse vernieuwingen veel bijval. Heel wat kunstenaars uit België - Rops, Stevens, Van Rysselberghe en Verhaeren - gingen zelf een rol spelen in het Parijse kunstleven.
De organisatoren stellen dat de ‘Belgische’ kunst, gestimuleerd door die uitwisselingen, een eigen identiteit verkreeg. Brussel werd tegen het einde van de eeuw op zijn beurt een centrum van de Europese avant-garde.
De tentoonstelling omvat de verschillende kunstdisciplines: ca. 450 werken, in bruikleen gegeven door internationale musea en privécollecties en 91 topstukken uit het Musée d'Orsay en de Brusselse Koninklijke Musea voor Schone Kunsten; schilders- en beeldhouwkunst, grafische kunst, literatuur, theater en muziek, fotografie, architectuur en stedenbouw, en de hele waaier van technieken binnen de decoratieve kunsten. Aan de hand van representatieve stukken van Franse en van Belgische makelij laat ze de opeenvolgende stromingen zien die het 19de-eeuwse Frankrijk in de ban hielden en telkens hun weerklank vonden in Europa: realisme, naturalisme, impressionisme, symbolisme, art nouveau en neo-impressionisme. Telkens wordt getoond hoe de ‘Belgische’ kunstenaars tot deze ontwikkelingen hebben bijgedragen.