Neerlandia. Jaargang 101
(1997)– [tijdschrift] Neerlandia– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Geschiedenis
| |
Leopold en WilhelminaIn mei 1940 nam de Nederlandse regering met aan het hoofd koningin Wilhelmina de wijk naar Londen; koning Leopold III bleef bij zijn troepen, een houding overigens die Wilhelmina graag had nagevolgd, omdat zij - zie haar memoires - ‘met het Nederlandsche leger zuidwaarts had willen trekken, zoals koning Albert destijds had gedaan’.
Was de Duitse bezetting in Nederland na vijf dagen een feit, in België na 18 dagen. Een meer wezenlijk verschil was echter het feit, dat België in 1914-18 een rampzalige (Ieper!) Duitse bezetting had door gemaakt; Nederland werd na de Tiendaagse Veldtocht (1831) niet meer met een | |
[pagina 36]
| |
gewapend conflict geconfronteerd (althans op het Europese grondgebied...).
Dan is er uiteraard het uiterst belangrijke verschil van de militaire bezetting in België en het landvoogdijschap van de Oostenrijkse nazi Seyss-Inquart in Nederland. Indachtig het sterke verzet van kardinaal Mercier in 1914-1918 trad de bezetter dan ook anders op tegen Merciers kardinale opvolger Van Roey, dan dat Seyss-Inquart dat deed tegen (slechts) een aartsbisschop.
Bij lezing van de twee studies valt het essentiële verschil op, dat de nuchtere Nederlandse aartsbisschop persoonlijk maar dan ook niets moest hebben van een religieus-autoritaire beweging, te herleiden tot o.a. Léon Bloy, Jacques Maritain, terwijl Van Roey persoonlijk geneigd blijkt te zijn - althans volgens Boudens - tot een autoritair-monarchaal staatsbestel, ook wel getekend als de Nieuwe Orde, een stelsel dat ook aan de basis lag van de van oorsprong religieus gevoede bewegingen als Rex in Wallonië en de vertalingen daarvan in Vlaanderen.
Pikant is b.v. dat - Van Schaik vermeldt het niet - de kerkgeschiedenisprofessor De Jong op 11 februari 1929 (Verdrag van Lateranen tussen Vaticaan en de Italiaanse staat) zijn priesterstudenten voorhield, dat die dag een ‘dies ater’ voor de kerk was; ‘Mussolini? Non tali auxilio’. Pikant is ook het feit, dat De Jong in 1934 terugkomend uit Rome in Basel zijn treinkaartje over Duitsland inwisselde voor een route via Frankrijk. | |
‘Geen tweede Innitzer’Terstond na de Duits overval zocht Van Roey via door hem geachtigde tussenpersonen contact met de bezettende macht voor het vinden van een modus vivendi. Als aartsbisschop De Jong dit gegeven toen - mei 1940 - geweten zou hebben, moet hij ervan gegruwd hebben; hij weigerde ook maar een gemachtigde van Seys-Inquart te ontvangen, bedenkend dat er dan een foto van beide personenHet verschil in benadering van de bezetter door Van Roey en De Jong probeerde deze uit te buiten door in Nederland een officieel bericht te lanceren (22.11.43) dat Van Roey de Belgen had opgeroepen ‘den haat tegen het Duitsche volk te laten varen; dat Duitschland een geweldigen strijd voerde tegen het bolsjewisme en dat de Vlaamsche strijders aan het Oostfront zich verdienstelijk maakten’. Van Roey liet de Belgische geestelijkheid weten dat ‘het hier gaat om een inlichting die van allen grond ontbloot is’. Deze officiële tegenspraak mocht in de Nederlandse bladen niet worden gepubliceerd.
Kardinaal Van Roey
Foto: KADOC, Leuven | |
[pagina 37]
| |
gemaakt zou zijn: ‘Ik wil geen tweede Innitzer zijn’Ga naar eind(2).
Het was voor de Jong ondenkbaar, dat hij b.v. de teksten van zijn pastorale brieven eerst aan de bezetter zou hebben voorgelegd; zoals de bisschoppen van Mechelen en Brugge deden.
Slechts tweemaal had hij contact met vertegenwoordigers van de bezetter; in februari 1942 bezocht een delegatie van alle Nederlandse kerken Seyss-Inquart om te protesteren tegen het apart zetten van Joodse Nederlanders. Een tweede contact was er tijdens de hongerwinter december 1944, toen een vertegenwoordiger van de bezettende autoriteit een onderhoud vroeg aan de aartsbisschop om te komen tot een eerlijke verdeling van de weinige levensmiddelen, om - zoals het in de bisschoppelijke brief stond - de mensen te behoeden ‘voor de ondergang door hongersnood’.
Dateert het Herderlijk verbod tot het lid worden/zijn van Nationaal-Socialistische organisaties in België van april 1941, in Nederland reeds vanaf 1936. De betrekkelijk tegemoetkomende redevoering van landvoogd Seyss-Inquart bij diens aantreden in Nederland werd voor aartsbisschop De Jong geen aanleiding om zijn visie bij te stellen. Opvallend zijn de problemen die kardinaal had met de begrafenis van notoire nationaal-socialistische katholieken; met name als dezen als SS-militair aan het Oostfront gestorven waren in strijd tegen het communisme. ‘Geen andere plechtigheden dan de strikt liturgische’ luidde het advies aan de parochiele geestelijkheid en in geen andere kerk dan die van de lokale parochie; een manifesatiebegrafenis in o.a. de St.-Goedele in Brussel was er niet bij. In Nederland werden kerkelijke begrafenissen geweigerd, tenzij ‘de overledene teken van berouw gegeven heeft’, dan diende dit voor de kerkelijke begrafenis openlijk afgekondigd te worden. | |
Leopolds huwelijkEen bepalend verschil tussen België en Nederland was de De Groot-Nederlandse gedachte had niet de sympathie van Van Roey, zo blijkt uit de studie van Boudens. In november 1943 kapittelde Van Roey de provinciaal van de Jezuieten, omdat op het Xaveriuscollege in Borgerhout een academische zitting was gehouden ‘bij dewelke in lovende bewoordingen over Willem van Oranje was gesproken’. De Proviciaal verontschuldigde zich en zwakte het incident af door de kardinaal te laten weten dat ‘de godsdienstoorlogen op het studieprogramma stonden(..) over Willem van Oranje was objectief-historisch gesproken, zonder enige politieke bijbedoeling’. | |
[pagina 38]
| |
aanwezigheid van koning Leopold III in Brussel en de overtocht van regering en Wilhelmina naar Londen. Terstond na de capitulatie van België nam Leopold het initiatief om aan kardinaal van Roey te vragen een Herderlijk Schrijven uit te geven, waarin de kardinaal begrip zou tonen voor de houding van de koning; resp. de brief van 7 december 1941 waarin Van Roey meldde, dat de koning in het huwelijk was getreden. Een parallelle Brief zou in Nederland ook in de benarde omstandigheden van een oorlog, onvoorstelbaar zijn geweest, temeer daar van Wilhelmina bekend was, dat zij nogal anti-paaps was. Eerst door de houding van met name (de latere kardinaal) De Jong heeft zij haar houding bij gesteld. (De laatste brief die Wilhelmina voor haar dood geschreven heeft was gericht aan ‘Broeder Johannes’, paus Jan XXIII).
In beide studies kom je allerlei gegevens tegen die de divergerende reacties van beide prelaten illustreren:
= gaf kardinaal Van Roey een symbolische gift aan Winterhulp, in Nederland wees bisschop De Jong op het gegeven dat ‘met waardering voor de goede bedoelingen de tendenz (aanwezig is) liefdadigheid tot een staatszaak te maken’;
= de bezetter liet aan Van Roey weten dat men pater Léon de Coninck s.j. gevangen had genomen; dat pater Titus Brandsma, voorvechter van de vrije pers, de dood vond in het concentratiekamp moest De Jong van horen zeggen vernemen;
= de generalreferent Franz Thedieck kustte de bisschopsring bij zijn bezoek aan Mechelen; de enige keer dat twee Duitse officieren zich meldden in Utrecht, heeft mgr. De Jong geen woord met hen gewisseld, waarna de Obersturmführers afdropen met een ‘mit diesem Mann ist nicht zu Reden’;
= de kerkklokkenroof werd in België door de militaire overheden tijdelijk afgelast, omdat men geen confrontatie wilde met de r.k. kerk. In Nederland liet Jan de Jong aan de pastoors weten niet mee te werken aan het onttakelen van de kerktorens, tenzij ‘U onder dwang moet zwichten voor de overmacht’. Kardinaal Van Roey dankte de autoriteiten ‘für die Entscheidung des Führers’;
= in Nederland kon aartsbisschop De Jong rekenen op de trouw van al zijn priesters, Verschaeve's heeft Nederland niet gekend. | |
JodenvervolgingVrijwel vanaf het begin hebben de Nederlandse kerken zich gezamenlijk verzet tegen maatregelen m.b.t. de Joodse Nederlanders. Bisschop De Jong ging in zijn brieven zover met zijn afkeuring van het Duitse anti-semitisme, dat dit aanleiding werd voor de bezetter om de katholiek gedoopte Joden niet langer te sparen. Zoals bekend, was een slachtoffers van deze radicale stellingname de kloosterzuster Edith Stein. Zij zal gedacht hebben wat per brief werd vastgelegd door de omgebrachte Titus Brandsma: ‘laat dr. De Jong weten dat hij zich tegenover mij geen verwijten maakt’.
Opvallend is dat kardinaal Van Roey in zijn kerstboodschap van 1942 verwees naar de visie van paus Pius XII. De Jong heeft een oorlog lang gewacht op ‘een woord van de paus’ en dat hij ‘zulk een (pauselijk) woord noodzakelijk achtte’. Van Schaik heeft bij zijn archiefonderzoek een werkstuk ontdekt, bestemd voor de paus waarin deze passage: ‘wij vragen ons af of het nu niet de tijd is om van het hoogste gezag in de Kerk een protest te mogen vernemen tegen deze feiten (i.c. Jodenvernietiging), met pijnlijke verbazing vraagt heel het Nederlandse volk zich af waarom de H. Stoel zulks tot nu toe niet heeft gedaan’. Op 11 mei 1943 moet zulk een schrijven naar Rome zijn verzonden, niet via de Duitse nuntius in Berlijn Orsenigo, ‘die men in Utrecht wantrouwde’. | |
BijltjesdagEnkele weken voor het einde van W.O. II in Nederland (4 mei 1945) liet de aartsbisschop in een brief aan alle pastoors weten, dat zij - indien het tot een ‘bijltjesdag’ zou komen - kerkasiel dienden te verlenen aan collaborateurs ‘tot het wettige gezag hen in verzekerde bewaring komt nemen’. In de studie van Boudens noteren we een desbetreffende brief van Van Roey d.d. 25 januari 1945, terwijl België grotendeels bevrijd was in september '44.
Wie de twee studies vlak na elkaar doorneemt, mag dan al lezend enerzijds verschillen in benadering der bezetting onderstrepen, anderzijds ontwaart hij bij beide bisschoppen een herderlijke zorg in uiterst complexe omstandigheden, waarbij steeds weer het feit boven komt drijven, dat de omstandigheden in beide landen amper te vergelijken zijn.
In zoverre zijn beide studies, die in zekere zin complementair zijn voor ons gehele taalgebied, van groot belang om weer eens te zien dat oppervlakkige vergelijkingen tussen Vlaanderen en Nederland, hoe goed soms ook bedoeld, alleen maar het mis-verstaan verdiepen. |
|