| |
| |
| |
Maatschappij
VBB: Vlaamse Blindenbibliotheek
● Guido Van Eeden
Aan de Vlaamse Blindenbibliotheek wordt volgend jaar een Visserneerlandiaprijs uitgereikt. Guido Van Eeden (1933), schrijver van dit artikel, is lid van de raad van bestuur van de Vlaamse Blindenbibliotheek vzw sinds de oprichting in 1976. Hij was eerst vijf jaar penningmeester, daarna werd hij secretaris.
Rosa is een verwoede boekenwurm. Van jongsaf aan was ze een fervent bezoeker van de bibliotheek van haar gemeente. Ze heeft de volledige opbouw van deze instelling meegemaakt en dat is heel wat. Het boekenbestand is geweldig aangegroeid; er zijn nu ook boeken over hobby's, kunst, muziek en nog veel meer; je kan de aankoop van een boek suggereren; een boek dat er niet is, wordt door de bibliothecaris elders aangevraagd; er staan catalogi ter beschikking; er is een tijdschriftenhoek en nog veel meer.
Dat Rosa op een bepaald ogenblik een bril moet gaan dragen verandert niets aan haar dagelijkse gewoonten; alleen als ze haar leesbril kwijtgeraakt is, is ze even hulpeloos, maar voor de rest gaat het leven gewoon verder. Met de kleinkinderen
trekt ze naar de bibliotheek en ze helpt ze wegwijs worden in de platenafdeling en in de knipseldossiers. Ook de lees- en werkhoek zijn haar niet onbekend.
Maar dan gebeurt het: de gewone leesbril helpt niet meer. Gelukkig staan er in de openbare bibliotheek boeken in grootletter, maar het zijn er niet zo veel en ze moet heel wat missen. Van leesloepen heeft ze nooit gehoord en niemand heeft er haar over verteld. Tenslotte vindt ze van zichzelf dat ze alleen maar minder goed ziet en is ze er zich niet van bewust dat ze een soort blindheid heeft.
De dokter-specialist die haar ogen onderzoekt, deelt haar mee dat haar slechtziendheid niet te genezen is en dat er operatief niets aan te doen is. Hij vertelt haar echter niets over nazorgwerken voor blinden en visueel gehandicapten, en nog minder over de luister- en braillebibliotheken. Hij wil het gezicht verbeteren en genezen, en als er medisch niets meer aan te doen is, beschouwt hij zijn rol als arts uitgespeeld.
| |
| |
Rosa's man overlijdt en zij blijft alleen over. Het grootletterboek is een ware vriend geworden en fleurt haar leven weer wat op. Al luistert ze naar de radio, toch vindt ze daarin geen algehele voldoening. Wil ze de programma's op voorhand kennen, dan is ze aangewezen op de krant maar de lettertjes zijn te klein.
Maar haar gezicht verslechtert nog meer; de dokter weet geen raad. Met de sterkste leesbril die er is, kan Rosa geen grootletterboek meer lezen. Ze brengt haar laatste grootletterboek terug naar de bibliothecaris en brengt hem op de hoogte waarom. De bibliothecaris weet geen raad en schrijft de lezer uit. Hij denkt er niet aan Rosa naar de luister- en braillebibliotheek te verwijzen.
Hoe is dit mogelijk? Kent hij de blindenbibliotheek niet? Is blind zijn in zijn gedachte geassocieerd met een witte stok en brailleschrift? Wat de verklaring ook moge zijn, Rosa blijft in de kou staan en vereenzaamt...
Op een dag verneemt ze van haar dochter dat er boeken op geluidscassette bestaan in de Vlaamse Blindenbibliotheek en dat ze hiervan gratis gebruik kan maken. Haar geluk kan niet op. Rosa ontleent en fleurt weer op; er is weer een goede vriend in huis.
| |
De VBB beschikt op dit moment over brailleen luisterboeken
Toen de blinde Louis Braille in 1829 het blindenschrift uitvond, legde hij de basis voor het zelfstandig lezen en schrijven van blinden en ernstig visueel gehandicapten. Aanvankelijk gebruikte men het prikbord. Als de schrijfmachine wordt uitgevonden, staat deze model voor de brailleermachine. Door het gelijktijdig indrukken van een tot zes toetsen krijgt men telkens een brailleteken, de zevende toets is een spatietoets. Met deze brailleermachines zijn in de wereld duizenden brailleboeken aangemaakt, de meeste wellicht door vrijwilligers. Als de tekstverwerker verschijnt wordt de weg geëffend voor de elektronische brailleermachines. Met de moderne apparatuur kan één brailleerder vlugger meer brailleboeken aanmaken. De apparatuur is echter niet goedkoop.
De braillelezer houdt van het brailleschrift omdat het hem de mogelijkheid biedt te lezen als een ziende. Het brailleboek is handig en ligt gemakkelijk in de hand. Zijn vingers glijden vlot over de tekst. Net als de ziende geniet hij van het rustig lezen op eigen tempo, het insteken van een bladwijzer om nadien verder te kunnen lezen, het terugbladeren om een passage te kunnen herlezen, de mogelijkheid om gemakkelijk notities te maken. Het brailleschrift is een deel van zijn leven. Hij leerde het meestal van jongs af aan, gebruikte het voor zijn studies, gebruikt het voor een deel
van zijn aantekeningen en correspondentie, zowel thuis als op het werk. Zelfs teksten op het computerscherm kan hij via de brailleregel lezen.
De uitvinding van de eerste fonograaf door Edison in 1877 zal ook verreikende gevolgen hebben. Als de grammofoonplaat gecommercialiseerd wordt, gaan de blindenbibliotheken ook boeken laten inlezen en op plaat laten afdrukken. Dit is het begin van het gesproken boek.
Als later de magnetofoon zijn intrede doet, gaat de braillelezer hierin een welkome aanvulling van het braille te ontdekken. Is de bandopnemer nog wat moeilijk bij het gebruik, dan is de latere cassetterecorder bijzonder handig. Magneetband en audiocassette geven hem de mogelijkheid in te spreken èn te luisteren, wat vergeleken kan worden met het schrijven en lezen in braille. Er zijn echter belangrijke verschillen. Het luisterboek heeft zijn eigen tempo en de stem van de inlezer is niet neutraal zoals het brailleschrift.
De eerste bandrecorders waren niet zo handig; nu zijn er gelukkig zeer kleine en lichte audiocassetterecorders op de markt. Als men het lezen van het boek op band onderbrak,
| |
| |
was men verplicht de band op de recorder te laten om later verder te kunnen lezen. Had men de recorder voor wat anders nodig, dan moest de band teruggespoeld worden; aan de teller op het apparaat had de visueel gehandicapte niets. Hij was dus zeer afhankelijk van anderen. Terugspoelen om te herlezen vraagt ook een zekere vaardigheid; vaak heeft men niet ver genoeg of te ver teruggespoeld en moet men bijsturen, wat zeker niet bevorderlijk is voor het
leesgenot. Rustig notities maken is er niet bij.
Met de audiocassette gaat het al wat beter. Een cassette uitnemen om later verder te lezen kan zonder problemen, maar de andere ongemakken blijven bestaan. Maar toch is er dankbaarheid om het nieuwe registreer- en leesmiddel. In de toekomst wordt de cassette wellicht vervangen door de digitale compactdisc (DCD). Deze biedt veel meer mogelijkheden; zo zouden er onder meer referenties, bladzijden en dergelijke, kunnen worden aangebracht. En al moet deze vooruitgang worden toegejuicht, toch zal ze de bibliotheek voor heel wat problemen plaatsen. In een overgangsperiode worden zowel audiocassetterecorders als DCD-recorders gebruikt. De boektitels zullen op beide elektronische dragers worden aangemaakt.
| |
Luister- en braillebibliotheek Collectie
Net als de bibliothecaris van een plaatselijke openbare bibliotheek stelt deze van een blindenbibliotheek zijn collectie samen. Hij houdt hierbij rekening met de financiële middelen waarover hij beschikt, het lezerspubliek dat hij wil bereiken en het aanbod op de boekenmarkt.
Er is echter geen markt voor luister- en brailleboeken. Er zijn tenslotte maar twee blindenbibliotheken in Vlaanderen en vier in Nederland. Boeken moeten dus op bestelling worden aangemaakt door gespecialiseerde productiecentra die, om de kostprijs van de aanmaak zo laag mogelijk te houden, een ruim beroep doen op vrijwilligers. In Nederland kan men zich wel enkele professionele inlezers permitteren.
Behalve de VBB hebben alle bibliotheken een eigen productiecentrum; daarbuiten bestaan er in Vlaanderen twee onafhankelijke productiecentra. Gelukkig bestaan er in Nederland afspraken tussen de bibliotheken zodat een boek maar één keer, op een moederband, wordt aangemaakt. Soortgelijke afspraken bestaan ook tussen de twee Vlaamse blindenbibliotheken. Jammer genoeg nog niet tussen de Vlaamse en Nederlandse bibliotheken.
Boeken die niet in één van de bibliotheken aanwezig zijn, kunnen verkregen worden via het systeem van interbibliothecair leenverkeer; een veel gelezen boek of een bestseller wordt in meerdere exemplaren op audiocassette gekopieerd en kan door de andere bibliotheken tegen de marginale kostprijs worden aangekocht. Dit gebeurt binnen Nederland en ook binnen Vlaanderen. Maar, jammer genoeg, is er geen belangstelling in Nederland voor het in Vlaanderen aangemaakte luisterboek; het Vlaamse luisterboek zou technisch iets minder goed zijn en, wellicht is dit de voornaamste reden, de uitspraak in het zuiden is vaak zo verschillend van deze van het noorden dat het leesgenot van de Nederlandse lezer bedorven wordt. Dit geldt, mutatis mutandis, ook voor Vlaamse lezers die boeken uit Nederland lezen. De lezers van de VBB maken hierop echter een uitzondering; uit een onlangs gehouden enquête bleek dat nauwelijks een vijfde van de VBB-lezers wel eens ontevreden was over een in Nederland ingelezen boek; verder niets dan lof.
Als de bibliothecaris van een plaatselijke bibliotheek al eens beperkt wordt door de financiële middelen waarover hij beschikt, dan geldt dit zeker voor deze van een blindenbibliotheek. U hebt ondertussen al wel begrepen dat een braille- en een luisterboek aanmaken een arbeidsintensieve aangelegenheid is en dure apparatuur vereist, en dat het niet in de handel gebracht kan worden. Wat de Belgische minister van financiën echter niet belet het als een commercieel product te beschouwen en zwaar te belasten; pogingen om het luisterboek door de federale overheid als boek te laten aanvaarden liepen reeds verscheidene malen op onbegrip, onverschilligheid en onwil te pletter.
| |
| |
De Vlaamse subsidie voor werking en collectievorming is sinds 1985 nagenoeg onveranderd gebleven; de Vlaamse gemeenschap gaat ervan uit dat ze probleemloos kan worden aangevuld met gelden die de inrichtende vereniging overal gaat bedelen. Gelukkig is er een Vlaams productiecentrum, een overheids-v.z.w., dat jaarlijks ‘gratis’ zorgt voor ongeveer 20 à 25% van de wettelijk vereiste boekenaangroei.
Met de beperking van deze financiële- en marktgegevens bouwt de bibliothecaris een bibliotheek uit die het meest aan de leesbehoeften van zijn specifieke publiek voldoet. Een plaatselijke blindenbibliotheek uitbouwen heeft geen zin; voor gemiddeld 40 à 50 gehandicapte lezers per gemeente kan geen verantwoorde plaatselijke bibliotheek worden uitgebouwd. Zo een bibliotheek zou door haar zeer beperkte boekencollectie en zeer beperkte toegankelijkheid helemaal niet tegemoet komen aan de gerechtvaardigde verlangens van de specifieke lezers.
De blindenbibliotheken in Vlaanderen en in Nederland zijn er voor ‘alle’ gehandicapte Nederlandslezers van het eigen land. De uitlening gebeurt ‘gratis’ via de post.
Voor deze lezers zet de bibliothecaris zijn boekencollectie op. Deze bestaat uit een selectie van fiction- en non-fictionboeken. Geen studieboeken; die vallen niet onder het bibliotheekdecreet en worden voor leerlingen en studenten aangemaakt in blindenscholen en gespecialiseerde instellingen. Om dezelfde reden zijn er ook vakliteratuur of muziekpartituren in braille; die vinden blinden in de bibliotheek van het nazorgwerk.
Geen boeken in vreemde talen; wil men Engels, Duits of Frans lezen, dan wordt er al dan niet via de Vlaamse Blindenbibliotheek ontleend bij een anderstalige blindenbibliotheek. Dit is echter niet altijd zo evident; sommige bibliotheken in andere talen beperken zich tot zeer zwaar visueel gehandicapten. Zo is er het geval van een visueel gehandicapte lezer van de VBB, gewezen lerares Frans, die geen toegang kreeg tot de Franstalige luisterbibliotheek omdat haar graad van handicap onvoldoende was... en toch kan zij het gewone of het grootletterboek niet lezen.
Muziek op grammofoonplaten, audiocassettes of CD's wordt niet in de collectie opgenomen; men gaat ervan uit dat deze gemakkelijk door huisgenoten of vrienden kunnen worden ontleend in de plaatselijke bibliotheek.
Tijdschriften komen ook niet voor in de collectie, al zou dit kunnen. Deze worden uitgegeven door gespecialiseerde instellingen, door gehandicaptenverenigingen en door nazorgwerken; zich abonneren kost echt niet veel. En als de gewone tijdschriften en dagbladen zijn ze op het dagelijks gebeuren toegespitst en moeten ze vlug na het verschijnen,
kunnen worden gelezen. Een leeshoek of een equivalent ervan organiseren heeft geen zin; de tijdschriften in de collectie opnemen al evenmin. En al zou met het opnemen van ‘goedkope’ tijdschriften in de collectie de opgelegde jaarlijkse collectieaangroei, vereist om erkend te blijven, financieel gemakkelijker haalbaar zijn, toch wordt deze door de overheid aanvaardbare, maar in feite minder duurzame lectuur niet in de collectie opgenomen.
Het enige tijdschrift dat in de collectie van de VBB is opgenomen, is het zelfgemaakte poëzietijdschrift ‘Symfonia’, maar dit heeft dan ook een blijvende waarde. Documentatiemappen samenstellen in braille of op cassette is niet relevant en deze bestaan dus niet.
Voor de lezer toegankelijke catalogi zijn er wel. In de VBB is dit al het geval vanaf de oprichting, twintig jaar geleden. Op dat moment hadden nog vele plaatselijke openbare bibliotheken geen toegankelijke catalogus. Nu is het wel zo dat een echte boekenwurm die niet naar de bibliotheek kan gaan zo'n catalogus niet kan missen.
Een bibliotheektijdschrift is er wel. ‘Van Mensen en Boeken’ brengt tien keer per jaar 90 minuten informatie over nieuw ingelezen boeken, over auteurs en thema's, en interviews met auteurs, waarvan menigeen zijn eigen recent boek kwam inlezen. Sinds kort is er ook een lezerstijdschrift, dat poogt de lezers nog nauwer bij de werking van de bibliotheek te betrekken. Het bibliotheektijdschrift zou in de collectie kunnen worden opgenomen, het lezerstijdschrift hoort er evenwel niet in thuis.
Zo ziet de VBB-collectie eruit: fiction- en non-fictionboeken, alsook een aantal kinderboeken die zo veel mogelijk in overleg met de blindenscholen worden gekozen.
| |
| |
| |
Ontlenen van boeken. Een bijzondere maar efficiënte procedure
Gratis via de post
Eens lezer van de VBB kan men, net zoals voor een gewone openbare bibliotheek, tijdens de openingsuren in de bibliotheek terecht. Maar slechts een enkele persoon komt geregeld boeken ontlenen in Laken zelf; hij woont in de buurt en komt in gezelschap van een begeleider. De gewone lezer van de VBB woont ver van de bibliotheek, in een gebied dat gaat van De Panne tot Maaseik. Hij zal dan ook ontlenen via de post; dat verloopt zeer vlot en vermits het om een cecogram, een tekst voor blinden, gaat is het bovendien nog kosteloos.
| |
Aan de hand van een catalogus of wenslijst
De lezer kan gebruik maken van een omvangrijke catalogus van alle braille- en luisterboeken van de bibliotheek, in braille, gewoon schrift of op diskette. De braillecatalogus is volumineuzer maar bevat niettemin minder informatie; het volume wordt bepaald door het brede brailleschrift, door het kartonachtige blad en door een inbindingstechniek die belet dat de braillebobbeltjes worden platgedrukt. Een volledige catalogus in braille van de VBB-boeken, met beschrijving van elk boek, zou gemakkelijk een zeer grote bibliotheekkast vullen.
Er is al aan gedacht de catalogus in te lezen op cassette. De lezer zou dan over tientallen audiocassettes van negentig minuten beschikken; helemaal niet handig. De meest geschikte vorm zou een Cd-rom zijn; maar hoeveel lezers zouden hiervan gebruik maken? De VBB zoekt naar manieren om aan de behoeften van zo veel mogelijk lezers tegemoet te komen tegen de laagste kostprijs. Eerst zo veel mogelijk boeken aanbieden en dan voor de meest ‘aan de lezer’ aangepaste catalogus zorgen.
De automatisering sinds mei 1995, die overigens onmiddellijk een zeer groot succes was, biedt onverwachte mogelijkheden. De volledige catalogus staat nu op computer, net zoals in de plaatselijke openbare bibliotheek. Er is echter een groot verschil, een grote meerwaarde: van elk boek wordt een beknopte inhoudsbeschrijving in een vijftal regels gegeven. Een service die van bij de oprichting van de bibliotheek wordt verstrekt en absoluut noodzakelijk is voor de lezer die niet naar de bibliotheek kan komen. Tot voor kort stonden alle luisterboeken in een tien jaar oude catalogus, in gewoon schrift, van A4-formaat en 2cm dik. Deze werd aangevuld met driemaandelijkse aanwinstenlijsten, gemiddeld 150 luisterboeken.
| |
Aan de hand van een catalogus op eigen maat
Nu gaat het helemaal anders. Een volledige catalogus zal niet meer gedrukt worden: te duur en ook niet gevraagd door de lezer. De driemaandelijkse aanwinstenlijsten worden behouden. De grote innovatie is de ‘geactualiseerde’ deelcatalogus op maat van de lezer. Lijsten van boeken over een thema zijn nu mogelijk. Enkele voorbeelden: streekromans, thrillers, geschiedenis, ‘alle’ boeken van Ernest Claes of van Hugo Claus, reisgidsen, Engelse literatuur. Zeer veel is mogelijk. En eens de gemeenschappelijke catalogus van de verschillende blindenbibliotheken op computer er is, zal de lijst nog vollediger en aangepaster zijn.
Een lezer kan dus boeken aanvragen aan de hand van een deelcatalogus; hij bezorgt de VBB regelmatig een verlanglijstje met tien of meer boeken. Het eerste beschikbare boek wordt hem toegezonden; als het terugkomt wordt het als gelezen geregistreerd en wordt het geen tweede maal automatisch toegezonden. Maar een lezer kan ook vragen hem systematisch boeken van een bepaald genre toe te zenden. Het is dan alsof de verlanglijst veel groter is.
| |
Aanvraag van boeken buiten de catalogus
Het aanvraagsysteem is helemaal niet rigide; men kan schrijven of telefoneren, men kan een pas verschenen bestseller ‘dringend’ vragen. Is het boek niet te vinden in de bibliotheekcollectie, dan gaat de VBB op zoek naar andere blindenbibliotheken in Vlaanderen en Nederland. Is het nergens te vinden en is men nergens bezig met het aanma- | |
| |
ken van het boek, dan zal de
VBB ervoor zorgen dat het zo vlug mogelijk wordt ingelezen. Sinds april kan de VBB snel aan zulke aanvragen voldoen omdat de bibliotheek nu over een eigen inleesstudio, met een gemotiveerde, zeer onderlegde, visueel gehandicapte studiomeester én met even enthousiaste, kosteloze vrijwilligers, vaak met professionele ervaring, beschikt.
Het is duidelijk dat een bibliotheek die geen lezers over de vloer krijgt en dezelfde service wil aanbieden als gewone bibliotheken voor heel wat uitdagingen staat en anders georganiseerd moet zijn. De huidige organisatie is gegroeid uit meer dan twintig jaar ervaring, waarin omspringen met beperkte tijd en beperkte financiële middelen een permanent gegeven is.
| |
Boekenopslag, geen openkastsysteem
Wie de bibliotheek bezoekt, ziet lange rijen boekbanden en cassettedozen, die volgens chronologisch gegeven nummer zijn gerangschikt in magazijnrekken, de braillebanden enerzijds, de luisterboeken anderzijds. Elders zijn ook de moederbanden van de luisterboeken die de VBB liet aanmaken op dezelfde manier gerangschikt. Het gemiddelde brailleboek beslaat acht banden, met ongeveer het volume van een encyclopedieband. Het gemiddelde luisterboek bestaat uit acht audiocassettes van 90 minuten; een boek op moederband uit acht geluidsbanden van 90 minuten.
Kunnen boeken gemakkelijk geplaatst worden, dan is dit niet het geval met banden en cassettes. Moederbanden van eenzelfde boek worden in de kartonnen verpakking bewaard met daar omheen een stevige elastiek; ze worden niet uitgeleend en dus minder uit de rekken gehaald. Met de luistercassettes zit het anders; deze moeten vlot kunnen worden uitgeleend. Daarom wordt gebruik gemaakt van zg. verzenddozen van maximum acht cassettes.
De nieuwe kunststofverpakking is niet alleen zeer degelijk en bestand tegen de stootjes bij het verzenden, maar ook zeer economisch bij het stapelen en zeer handig bij het uitlenen. Ruimte besparen door economisch stapelen en door het gebruik van dure compactrekken is absoluut noodzakelijk; de opslagruimte is nu eenmaal beperkt. Een handige uitleen is een absolute noodzaak. Gemiddeld wordt er elke week één boek per lezer uitgeleend; alleen een goed uitgekiende geautomatiseerde uitleenprocedure maakt het mogelijk met het beperkte personeel het grote aantal uitleenverrichtingen te vervullen. De VBB verwacht in de eerstkomende jaren een verdubbeling van het aantal lezers en staat hiervoor klaar.
| |
Voor de lezer is lenen en lezen eenvoudig
Gelukkig merkt de gewone lezer niets van al deze bekommernissen. Hij heeft zijn boekenlijstje opgestuurd en krijgt per kerende post het gevraagde boek. Gaat het om een brailletitel, gemiddeld acht banden, dan krijgt hij er twee toegezonden. Is hij een snelle braillelezer dan bestaan er afspraken om ervoor te zorgen dat aan zijn leeshonger permanent voldaan wordt.
Wie een luisterboek vraagt, krijgt de grote platte doos met de audiocassettes in zijn brievenbus. Is het boek uitgelezen dan wordt het teruggezonden. De lezer bergt de laatst gelezen cassette op in de verzenddoos, haalt het ingestoken verzendkaartje met zijn naam eruit, draait het om en steekt het met de adreskant van de VBB naar boven terug op de doos, die nu klaar is voor verzending.
| |
Snelle vervanging van defecte cassettes
Wat de lezer ook niet weet, is dat elk teruggezonden luisterboek grondig wordt nagekeken. Een gewone vluchtige blik zoals in de gewone bibliotheek volstaat niet om gebeurd onheil op te sporen. De bibliotheek kijkt na of cassettes en doos overeenstemmen, of alle cassettes ordelijk in de doos zitten, of er geen beschadigde bij zijn, of de cassettes zo teruggespoeld zijn dat de lezer vlot de ene cassette na de andere kan beluisteren en zo bijna even intens kan genieten van zijn boek.
Een teruggezonden boek is bijna nooit geschikt om zonder meer te worden opgeborgen en terug te worden uitgeleend. Een stuk terugspoelen naar de beginstand is er vaak bij; gelukkig bestaan hiervoor ‘snelterugspoeltoestelletjes’. Defecte cassettes komen ook vrij vaak voor. Deze vervangen, vraagt meer werk: moederband opzoeken, snelkopiëren op een nieuwe cassette, etiketteren, in de verzenddoos plaatsen. We maken geen verwijt aan de lezer; alles heeft te maken met het veelvuldig gebruiken van cassettes en de relatieve broosheid ervan, uitzonderlijk met defecte afspeelapparatuur.
| |
| |
Een cassette kan, ondanks deze controles, ook bij het lezen defect geraken wat verschrikkelijk is als men een interessant boek aan het lezen is; vervangen kan niet vlug genoeg gebeuren. Gauw een telefoontje naar de VBB en het defecte cassetje wordt meteen gekopieerd en onmiddellijk apart via de post toegestuurd, nog voor het defecte cassetje terug is. Dit is mogelijk sinds 1996 omdat de VBB toen in eigen kopieerapparatuur geïnvesteerd heeft; vroeger verliep alles langs een productiecentrum en moest de lezer ‘te lang’ wachten.
| |
Besluit
In dit artikel heb ik gepoogd u vertrouwd te maken met de wereld van de VBB, een Vlaamse luister- en braillebibliotheek, die samen met andere bibliotheken en verenigingen, werkt aan een betere voorziening in de lectuur- en informatiebehoeften van blinden, visueel gehandicapten en anderen die door ouderdom of ongelukkige omstandigheden geen gewone boeken, kranten en teksten meer kunnen lezen.
In deze tijd, waarin de plaatselijke openbare bibliotheken het lectuuraanbod altijd maar verruimen, is het onze medemenselijke plicht ervoor te zorgen dat iedereen die naar lectuur en informatie hunkert dezelfde kansen krijgt.
De laatste twintig jaar werd er, met de steun van de Vlaamse Gemeenschap maar vooral dankzij de nooit aflatende, onverdroten, belangeloze en creatieve inzet van velen, heel wat gerealiseerd aan braille- en luisterlectuur.
Jammer genoeg weten te weinig mensen dat ze kunnen blijven lezen als het met een leesbril niet meer kan. Als u in de toekomst meer oog zou hebben voor deze lezers en hen het luisterboek met enthousiasme zou aanprijzen, dan heeft het schrijven van dit artikel zin gehad.
U kunt ook nog een blik achter de schermen komen werpen door de VBB te Laken te bezoeken. Regelmatig is er een opendeurdag waarop u van harte wordt uitgenodigd.
tabel 1
Totale braillecollectie
|
|
Titels |
Banden |
Fiction |
2.357 |
19.458 |
Non-Fiction |
1.306 |
10.836 |
Jeugd |
313 |
1.071 |
Afvoer |
-83 |
-764 |
Totaal |
3.893 |
30.601 |
tabel 2
|
Totaal aantal lezers |
1995 |
1996 |
Gesproken boeklezers |
1.936 |
1.982 |
Braillelezers |
141 |
148 |
Totaal aantal lezers |
2.077 |
2.133 |
|
Stijging: 1,02% |
|
| |
Wie geen boek kan lezen, kan er wel naar luisteren
Blinden en slechtzienden, vooral bejaarden, kijken uit naar contacten, naar nieuws, een verhaal, wat poëzie of studielectuur. Dat krijgen ze thuisbezorgd. Kosteloos. Maar het maken en uitlenen van cassettes en brailleboeken kost veel geld en de subsidies zijn snel op. Het aantal lezers breidt zich snel uit, ook tot zieken die wel zien, maar geen boek kunnen vasthouden. Voor blinden en slechtzienden, voor mensen die het gewone gedrukte boek niet kunnen lezen of hanteren, wachten in onze bibliotheek meer dan boeken op uitlening. Hebt u een kennis, een vriend of misschien zelfs iemand in de familie of het gezin, die onze diensten nodig heeft? Vooral bejaarden hebben vaak last van slecht zien. Geef ons het adres van de nieuwe lezer. Wij verzorgen de rest!
Vlaamse Blindenbibliotheek vzw
G. Schildknechtstraat 28
1020 Brussel
tel. 02/428 20 45
fax 02/424 05 65
Foto's van de VBB |
|