vormgeving van de Katholieke Hogeschool Mechelen verleenden hun medewerking. De algemene coördinatie van het hele project was in handen van Heidi Denijn, wetenschappelijk medewerkster bij de stedelijke musea van Mechelen. Het wetenschappelijk comité stond onder leiding van prof. dr. Hans Vlieghe.
Lucas Faydherbe werd in Mechelen geboren op 19 januari 1617. Hij stamde uit een artistieke familie. Zijn vader Hendrik had een atelier voor decoratieve sculptuur en albastsnijwerk, zijn tante Maria was een zelfbewuste en getalenteerde beeldsnijdster, zijn stiefvader Maximiliaan Labbé was een verdienstelijk beeldhouwer. Lucas kreeg zijn eerste opleiding in het familiale milieu. In 1636 solliciteerde hij bij Pieter Paul Rubens en werd aangenomen. Het klikte goed tussen meester en leerling. Rubens erkende en stimuleerde het grote talent van Faydherbe, de leerling bewonderde de meester en nam veel van hem over. Na een drietal jaar verliet Faydherbe het atelier van Rubens. Aanvankelijk werkte hij nog sterk onder invloed van zijn leermeester, maar met de jaren evolueerde hij naar een eigen stijl. Vanaf 1656 bereikte hij zijn hoogtepunt. Hij stelde zich helemaal ten dienste van de contrareformatie als architect, altaarbouwer en beeldhouwer. In Mechelen bouwde hij twee kerken: de Hanswijkkerk en de kerk van O.-L.-Vrouw van Leliëndaal, maar hij nam ook de bouw van de Begijnhofkerk over van de zieke architect Francart. Hij realiseerde een achttal altaren en een viertal praalgraven. Zo o.a. het hoofdaltaar van de Sint-Romboutskathedraal en het praalgraf van aartsbisschop Cruesen in dezelfde kerk. Daarnaast vervaardigde Faydherbe een hele reeks beelden, beeldengroepen, reliëfs, bustes ... In het begin van zijn carrière maakte hij kleinsculptuur in ivoor, maar daarna werkte hij uitsluitend in marmer, steen en terracotta.
Faydherbe is vandaag de dag in het Mechelse stadsbeeld nog alomtegenwoordig. De bezoeker die zich in de binnenstad van de ene kerk naar de andere begeeft, ziet een tweede Faydherbe-tentoonstelling. De organisatoren hebben dan ook een wandelroute door de binnenstad uitgetekend die het spoor van de beroemde beeldhouwer volgt. Het tijdschrift ‘Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen’ wijdt zijn derde nummer van de jaargang 1997 volledig aan Lucas Faydherbe. In het eerste deel schetst Heidi Denijn leven en werk van de barokkunstenaar. In het tweede deel ‘Het spoor van Faydherbe in Mechelen’ beschrijft de historicus Patrick de Greef de kerken, altaren en monumentale beelden van Faydherbe die in Mechelen nog resten, en een belangrijk deel vormen van het kunstpatrimonium in de Dijlestad.
Bij de expositie in het Hof van Busleyden hoort een prachtig uitgegeven catalogus. Behalve een aantal algemene bijdragen over het werk van Faydherbe, bevat deze uiteraard de catalogus van de geëxposeerde kunstwerken. Die werken worden beschreven door specialisten van de musea waar ze ontleend werden. Zij geven, aldus schepen (wethouder) van kunst en cultuur Frank Nobels in zijn voorwoord, ‘het project een gehalte dat de nationale grenzen ver overschrijdt’.
(De tentoonstelling ‘Lucas Faydherbe (1617-1697) beeldhouwer en architect’ loopt nog tot en met 16 november in het Hof van Busleyden, dagelijks van 10.00 uur tot 18.00 uur. Dinsdags tot 21.00 uur. Info: Dienst Stedelijke Musea, tel. (015) 20 00 45 en 20 21 45)