Europese eenwording
Ik moge tot slot nog even uitweiden over de rol van Vlaanderen en Nederland in het proces van de Europese eenmaking.
De Europese Gedachte ontstond na de Tweede Wereldoorlog vanuit de wens om, via de vorming van een Verenigd Europa, te verhinderen dat het verscheurde continent opnieuw de scene zou worden voor een derde wereldoorlog. Dat was vanzelfsprekend een even terechte als humane doelstelling. Nederland en België behoorden trouwens tot de beste leerlingen van de klas van Europa-gezinden.
Vandaag stellen wij echter vast dat de ideaal gedroomde Europese constructie de weg inslaat naar het eurocentrisme en de bureaucratie. Er ontwikkelt zich een teveel aan ‘Brussel’ en een tekort aan Europa. Dat besef is latent aanwezig, maar het bezit nauwelijks woordvoerders op het hoogste beslissingsniveau.
Vooral sinds Maastricht zijn de Monetaire en de Politieke Unie een dogma geworden, een geloof. Wijlen de Franse president Mitterand en de Duitse kanselier Kohl hebben de toon gezet en de regeringen van België - de EU kent de facto uitsluitend staten, Vlaanderen handelt dus via België - en Nederland gaan in dat geloof voorop.
Het jakobijnse Europa is in volle ontwikkeling. Daardoor ontstaat een feitelijke hinderpaal voor een echte Europese ruimte. Want het centralistische Europa provoceert in toenemende mate de extreme belangstelling voor provinciale nestwarmte.
Bovendien staat dit eurocentrisme haaks op de bittere lessen die de geschiedenis ons heeft geleerd, nl. dat supermachten steeds geneigd zijn zich aan de wereld op te dringen, gebruik makend van hun psychologisch, militair, politiek en economisch overwicht.
De Franse publicist Yann Fouéré schreef in 1968 over ‘le gigantisme politique, facteur de guerre et de la dictature’. Een ideologie, besloot Fouéré, mag dan nog zo agressief en imperialistisch van aard zijn, zij wordt messiaans en gevaarlijk zodra zij beschikt over een grote materiële kracht.
Een te weinig aan Europa door een te veel aan eurocentrisme wordt eveneens geïllustreerd door de gedwongen haast waarmee wij in België en Nederland toeleven naar de invoering van de Euromunt.
Die eenheidsmunt biedt uiteraard economische voordelen.
Zij vergemakkelijkt de betalingen. Zij doet de wisselkoersen verdwijnen én het vaak storende ‘omwisselen’ en het geldverlies dat daarmee steeds gepaard gaat. Zij creëert een sterke munt waarmee Europa economisch-financieel kan optornen tegen de Dollar en de Yen. Zij dwingt de participerende landen om de tering aan te passen aan de nering (de bekende 3%-norm van Maastricht). Zij dwingt ook tot monetaire discipline en verhindert drama's zoals tijdens het Interbellum toen een brood in Duitsland 's morgens tien Mark kostte en 's avonds honderd Mark.
Dat de eenheidsmunt bevorderend is voor de totale internationale vrijhandel, wordt door vele analysten als een groot pluspunt beschouwd. Men kan die vaststelling echter omkeren en haar beschouwen als een negatief effect, als een sociaal en democratisch deficit.
Tijdens elke periode in de geschiedenis waarin de grote poort van de totale internationale vrijhandel werd opengegooid, ontwikkelde zich de grootste sociale drama's onder de arbeidersklasse en de lagere middenklasse.
Ik bespaar u het bittere verhaal van het sociale leed van Europa - en vooral Vlaanderen en Ierland - tijdens de negentiende eeuw. De Franse kanselredenaar Jean-Baptist Lacordaire had nochtans nadrukkelijk aan de wereld toegeroepen dat de vrijheid vooral goed is voor de sterken.
Waarom heeft men uit dat alles de les niet geleerd dat een sociaal Europa voorrang verdient op het monetaire Europa? Onbelemmerde internationale vrijhandel is goed voor wie zich in het centrum van de welvaart bevindt.
Vlaanderen en Nederland behoren tot dat centrum, waarom zouden wij dan aarzelen? Waarom zouden wij dan op de rem gaan staan? Het antwoord is nochtans voor de hand liggend: omdat het (op alle vlakken bevoorrechte) centrum een periferie zal creëren die op alle vlakken benadeeld is.
Waarom die haast om een mega-munt en een mega-economie in te voeren?
Vaak wordt het antwoord gezocht in het succesverhaal van de USA. Daarbij vergeet men echter vaak dat men daar destijds kon starten met een quasi onbeschreven blad en dat men desondanks nog decennia nodig had om de eenheidsmunt vlotte ingang te doen vinden.
Overigens meen ik niet dat de sociale aspecten van de Amerikaanse maatschappij Europa moeten tot voorbeeld strekken.