Zo moeilijk?
Vandenbussche voelde zich bij de hele discussie wat ongemakkelijk. ‘Het gaat om iets heel kleins, iets van een paar miljoen frank. Een knooppunt waar informatie te verkrijgen valt over wat we te bieden hebben, en van waaruit het Nederlands in Europa verdedigd wordt. Een centrum in de hoofdstad van Vlaanderen, in de hoofdstad van Europa. Een informatiebalie, een paar vergaderzalen, een documentatiecentrum, een ruimte waar men een pilsje kan drinken... Is dat nu zo moeilijk?’ Hij zei verder ‘razend kwaad’ te zijn op de Vlaamse regering die een unanieme resolutie van het parlement over de oprichting van een Vlaams-Nederlands huis achteloos naast zich neerlegt.
Suykerbuyk deelde de wrevel van Vandenbussche. ‘De behandeling van het dossier sleept veel te lang aan,’ zei hij. ‘Het is de bedoeling om vanuit het parlement druk uit te oefenen op de regering. Maar iets verbaast me. De regering praat ons alle mogelijke vormen van samenwerking aan, maar als het om iets concreets gaat, is het antwoord niet ja en niet nee, maar iets daartussen in... Een Vlaams-Nederlands huis heeft niets met grootheidswaanzin te maken. We hebben geen cultuurpaleis voor ogen.’
Moens stelde de zaak heel concreet voor. ‘Ten eerste gaat het om de ondersteuning en de bevordering van het Nederlands, zowel lokaal als Europees. Er kan aan taaldienstverlening aan anderstaligen worden gedaan, er kunnen acties ondernomen worden om het Nederlands te versterken, enzovoort. Ten tweede coördineert men op die plek alle initiatieven om de culturele samenwerking hechter te maken. Zo'n huis is dan het gezicht van de Nederlandse cultuurgemeenschap. En waarom zou dat huis ook niet als een soort literaire salon fungeren? In het centrum van Brussel is er geen enkele Nederlandstalige kwaliteitsboekhandel te vinden.’
Moens opperde een pand op de hoek van de Leopoldstraat, de Koninginnestraat en de Schildknaapstraat te verwerven. Naast de Munt, naast de hoofdstedelijke bibliotheek en binnenkort naast het centrale bureau van Brussel Culturele Hoofdstad 2000.
‘Nou, het klinkt heel gezellig,’ repliceerde d'Ancona.
‘Geen groot en log instituut, maar een klein en flexibel