Maatstaf. Jaargang 39
(1991)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
1
Naar ‘La Purissima’
ben ik gevlucht
een ijskast met
daarin een bed
de kleine tafel
geeft houvast
de wasbak ook
waar ik in plas
de regen is
nog steeds
niet van de lucht.
2
Omdat ik niet wist
hoe of wat
klom ik omhoog
door deze mist
vogeltjes geel
en zwart
zwermen als bijen
door de cactusbermen.
3
Ik dacht dat ik
een maanman was
toen ik door deze
lege kraters liep
al lag er
zwaar gehavend
nog een ijskast
honderd meter
diep.
| |
[pagina 12]
| |
4
In de stationskroeg van
het gat Benaojan
zit ik te wachten
drie uur lang -
Iemand met
slechte tanden
en een pet
droeg in zijn hand z'n stem
van neusmetaal, nog net
van hem.
5
Ik ijsbeer
over het perron
zo'n drie kwartier of meer
aan de stationsmuur hangt
een veel te gele
messing bel
(de klepel aan een touw)
dat grijze hondje op de rails
o Gracillano Ramos is van jou:
Baleia, dromend van een bot,
zo karig was haar leven
en het kon zo snel
kapot.
6
Durruti hield zijn hoed op
hij voer eerste klas
men dacht dat hij een
handbalspeler was
iemand bij wie
slechtgemanierdzijn hoort
zo kwam hij ongezien
van boord
wij dragen allemaal een jas
en kleren, schoenen; wie we zijn
blijft lang geheim.
| |
[pagina 13]
| |
7
Wat moet ik domoor
hier in Ronda
zonder zon?
Ik liet mijn huis aan kant
ik wist niet wat te doen
want wat ik liefhad hing
als omgekeerde handschoen
aan een vossehand.
8
Ik had de lange, hoge
brug getekend
die met de grote bogen
de Tajo als een
zware scheur
en in de diepte
daar beneden
tussen viezigheid
en plastic
duizend treden
naar die ene
kleine, stenen
deur.
9
Weer terug
in mijn pension
zat ik weer met
mijn voeten
vastgevroren
aan de tegels -
Toen werd het
een dag later
en toen smolten
in de zon
de eerste regels.
Ronda/Groningen, februari 1991
|
|