Rita Loeber Daniel Boulanger
Daniel Boulanger werd in 1922 in Compiegne geboren. Zijn familie stamt zowel uit Vlaanderen als uit Zuid-Frankrijk. Tot 1939 studeerde hij aan een klein seminarie. In 1940 werd hij gevangen genomen vanwege sabotage tegen het Duitse leger en werd bevrijd door de Prins von Thurn und Taxis die over de streek het bevel voerde. Daniel Boulanger reist. We vinden hem terug als organist, als schaapherder in Brazilië, als ambtenaar in Tsjaad. Hij trouwt, krijgt zeven kinderen en woont op het ogenblik in Senlis.
Omdat het werk van deze schrijver van romans en novellen in geen enkele pasklare categorie thuishoort, wordt hij ook miskend. Je zou hem geweld aan moeten doen en zijn talent verkeerd moeten uitleggen om hem op het ogenblik bij deze of gene school in te delen. De critici willen hem vermoedelijk niet ernstig nemen, tenzij ze niet weten hoe ze in de hedendaagse productie boeken moeten inpassen die alleen de pretentie hebben iets menselijks te omschrijven dat uit het leven gegrepen is. Het realisme van de situaties, de waarachtigheid van de karakteranalyse, de logica van de ontknopingen worden nooit ruw weergegeven; zelfs de kortste novellen zijn doordrongen van een poëzie die aan het doen en laten van de mensen een warmte, een mildheid en een verkwikkende eenvoud verleent.
Behalve auteur van romans en novellen is Boulanger ook filmschrijver; hij heeft dialogen geschreven voor films van Louis Malle, Vadim, Jean-Luc Godard en Truffaut. Soms speelt hij een rol in die films, bij voorbeeld die van een Duitse officier of van een oplichter die wordt neergeschoten. Zijn werkkracht evenaart zijn liefde voor het leven. Hij publiceert een boek per jaar en maakt in datzelfde jaar twee films. De verbeeldingskracht van Daniel Boulanger is niet droevig of pessimistisch. De dood verschijnt in zijn werk niet als iets angstaanjagends; hij is slechts een gebeurtenis tussen andere, het eindresultaat van een normaal proces. Belangrijk is de manier waarop de personages leven, de blik die ze op dingen en mensen werpen, het mysterie van hun handelingen, de ondoordringbaarheid van hun geest, het geheim van hun persoonlijkheid.
Dromer en dichter is Daniel Boulanger, zonder daarbij de meest onooglijke werkelijkheid te miskennen. Hij geeft aan de fantasie, aan de verbeelding, aan de aardigheid in zijn werk een overwegende plaats. Hij is heel toegeeflijk voor de middelmatigheid van zijn personages en hun zwakheden. Hij maakt ze wel eens belachelijk, maar zonder boosaardigheid; hij maakt slechts gekheid zonder grof te willen worden en vermijdt karikaturen. Als zijn taal die van een moralist is, laat hij nooit aan zijn lezer een systeem zien dat de magische en wonderbaarlijke opwelling zou veroordelen van het leven dat al zijn personages beheerst.
Als dichter, romanschrijver, weergaloos auteur