ze van hier waren. Sabine zei dat die domme Jochinke dat aarsgat crediet had gegeven en als dank was ze aangescheten. Dat aarsgat is niet te vertrouwen. Ze is bij de Volkssolidariteit, gaat bij oudjes in de straat schoonmaken. Om van ze te jatten. Moet je je voorstellen. Van die oudjes.
Frau Wächter knikte en schudde haar hoofd. Frau Wächter knikte tegen iedereen en schudde haar hoofd ook als ze alleen was. Ze wist niet of Sabine gelijk had en het kon haar ook weinig schelen. Ze was alleen maar opgelucht dat het voorlopig met Christina Jochinke goed was afgelopen, dat er nu geen politie zou komen, dat ze nu volgende maand weer kon melden dat er niets bizonders was gebeurd. Frau Wächter was ook vroeger niet mooi geweest en huismeesteres. Ze ging niet over de huur, dat deed het woningbureau, ze ging over het huisboek. Alle bezoekers die in het huis bleven slapen moesten zich bij haar inschrijven, en eens per maand meldde zij zich met het boek bij de politiepost van Prenzlauer Berg. In het huis bij de Kollwitzplatz logeerde nooit iemand en er gebeurde nooit iets bizonders. Iedereen hield van Frau Wächter, ze haalden kolen voor haar uit het souterrain en noemden haar Wächterlein. Ze woonde op de vierde verdieping met een hondje en een foto van haar man die niet uit Rusland was teruggekomen. Omdat haar man voor het verkeerde Duitsland had gevochten hoewel hij gewoon katholiek was, kreeg Wächterlein geen oorlogspensioen. Daarom was ze nu huismeesteres en schudde ze altijd haar hoofd.
Niet iedereen stond in Wächterleins boek. Thomas had Sabine eens geholpen met handel uit Polen, maar hij had geen geld om bij haar te slapen en was in het souterrain gaan wonen. Wächterlein had geknikt en haar hoofd geschud. In het souterrain had Thomas achter het kolenhok een karatezaal ingericht. Hij oefende daar zelf en gaf 's avonds ook les. Overdag was hij in de handel. Hij was de enige in het huis die elke dag de Berliner Zeitung las, en soms zelfs kranten uit de omgeving. Hij had vooral belangstelling voor meubels en antiek en adverteerde ook zelf. In de poort naar de hof had hij een eigen brievenbus, met ‘Dr. Fischer’, want hij had weinig fantasie. Hoewel hij hard werkte en geen huur betaalde was Thomas arm. Hij had vroeger voor een volkseigene glazenwasserij in Friedrichshain gewerkt, die vijftig mark plus uren betaalde. Thomas vond die vijftig mark genoeg en had daarom veel uren voor de handel. Hij had toen een jaar voor asocialiteit in de knast gezeten en toen hij vrijkwam Berlinsperre gekregen. Nu mocht hij niet meer in Berlijn wonen en daarom kon Hartmann hem niet ziekschrijven. Hij moest van de handel en zijn karateschool leven en had veel last van conjunctuur.
Het was niet dat Sabine Thomas niet aardig vond. Sabine vond dat je zakelijk moest zijn. Met een man die je aardig vindt kan je beter niet naar bed gaan en de mannen in je bed moet je niet aardig vinden, dat is niet zakelijk.
Vroeger was Sabine niet zakelijk, toen studeerde ze filosofie en theologie. Maar ze had een uitreisverzoek ingediend en nadat ze van de universiteit was gestuurd had Dr. Hartmann haar ziekgeschreven. Sabine was in de internationale handel. Ze reisde regelmatig naar Warschau, Praag en Budapest en deed vooral in geld en textiel. Sinds de grens voor Polen gesloten was vanwege Solidariteit, was de handel op Warschau bonanza. En twee keer per jaar ging ze naar Leipzig, naar de Messe. Daar kreeg ze veel handel en sliep met mannen die ze niet aardig vond. Sabine was een goede zakenvrouw. Haar sociale-verzekeringsboek was altijd in orde, ze reisde nooit zonder de juiste papieren, ze deed nooit zaken met domme asocialen. Ze was rijk en werd in het huis bij de Kollwitzplatz zeer gerespecteerd.
Toen Wächterlein na de tweede controle weer bij de politie was vergat ze te vertellen dat Christina Jochinke in de knast zat en daar voorlopig ook wel zou blijven. Ze vergat ook het woningbureau op de hoogte te brengen. Iedereen in het huis vond wel dat die Jochinke dom was geweest en dat ze niet zoveel moest drin-