Maatstaf. Jaargang 30(1982)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Ad Zuiderent Terugreis naar het begin van de dag Kom uit mijn tent en zie de ochtend in de plooien komen. De Lubéron, nog zwart van uren eeuwenlange nacht, wordt graag opnieuw bedacht met helderheid. Traag snoerde zich een eindeloos plissé de bergrug aan, kreeg er de vorm van licht. Wij keken naar dit ritueel van onverplicht bewegen en onze handen deden er vanzelf aan mee. Om deze wikkels in de dag zich te zien schikken zijn wij hierheen gereisd. Links straalt de rode gesp van Rousillon. Dit vergezicht, dit sluitstuk van de aarde langs een vruchtbaar dal, je kent het al. Wij aten, dronken, lazen, brachten uit de tent een shuttle in de ruimte van de dag. Met dat de wind stil lag, trilde de noordkant van de Lubéron: hitte brak door de zon. Gerucht van krekels begeleidt het weer. Ik ga terug hierna. En jij gaat mee. Het vluchtgebied voor ketter en wild zwijn verbergt zich al te snel in een gordijn van avondrood. Maar wat de dag ons aanwoei, bleef ons bij. De wikkels kunnen los. Vannacht een nieuwe eeuw en nooit meer kilte. Licht ding, ik ga nu onder zeil. Beweeg mij door de stilte. Vorige Volgende