Maatstaf. Jaargang 30(1982)– [tijdschrift] Maatstaf– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Eva Gerlach Drie gedichten Tekenles De paarden wilden niet in het schetsboek, hun linker- groeiden uit hun rechterbenen, hun voeten raakten los, verknoopt of zoek. Hun overgave aan het gras werd dressuur, evenwichtsproef boven een wei van vuur. Lijnen die desondanks vloeiend verschenen liepen snel vast in mijn hand. Met potlood en gum maakte ik wat ik het best kon: dood. Dagtocht Teken een laan in juni. Gezeefd licht streept ons zomerse goed; huiverend staan wij voor Verzorgingshuis De Bloemenkamp. Laat vader bij het instappen voorgaan. Hij is weer bang en krijgt zijn mond niet dicht, maar laat het er niet uitzien als een kramp: wanneer de bus ons langs de weteringen voert, moet het lijken of hij zit te zingen. [pagina 8] [p. 8] Tekening: fietser Er is teveel wit om hem heen, hij steekt zijn hand uit alsof hij een blad omslaat. Zijn hoofd draait mee naar de blanco zijstraat waarheen hij straks definitief uitbreekt. 's Nachts luisteren wij naar zijn suizend rijden, blindelings stort hij zich in het verkeer dat langsschiet op de wand. Kom tussenbeide, hij moet nadrukkelijker gearceerd. Vorige Volgende