Christiane Kuby
Brief over het eindige
Sinds ik Maria van Daalen het gedicht hoorde voordragen, hoor ik het haar voortdurend voordragen, met haar indringende ernstige stem, zie ik haar staan in haar lange gewaad, lang en mager, met haar kortgeknipte blonde jongenskop. En ik hoor haar na afloop zeggen dat dit gedicht haar elke keer zo raakt dat ze het nog steeds moeilijk vindt voor te dragen.
Het is een brief-gedicht: een brief aan wie anders dan de lezer; ik lees het in een mooie grote uitgave, met een opdracht voorin aan ‘de vrouwen in die oorlog, die in Europa woedt’. Ook al is die opdracht weggelaten in de bundel Het Hotel die onlangs verscheen en waarin ‘Brief over het eindige’ is opgenomen, ik kan haar er niet meer uit wegdenken.
Bij de dood van Lucebert schreef Kees Fens dat zijn poëzie ‘heel wat poëzie er omheen heeft weggeschreven’, met name ‘de sonnetten en andere uitingen van klein geluk’.
Maria van Daalen hoort bij zo iemand als Lucebert, ook al schrijft ze heel anders. Het kleine geluk is niet wat haar intrigeert, alles wat concreet is in haar taal, is tegelijk ook metafoor, en haar worsteling geldt het zoeken naar vorm, lichaam, betekenis. ‘Brief over het eindige’ is een kosmisch gedicht, met een dringende boodschap.
Het eindige, de aarde, het lichaam, het leven, het woord, de dood, het woord vinden dat het lichaam zichtbaar maakt, het woord vinden dat nodig is, nodig zijn, aanwezig zijn, een taak hebben. Daar schrijft Maria van Daalen over. Wat een prachtige beelden roept zij op, ook al begrijp je lang niet altijd de samenhang en ontglipt de betekenis ervan je steeds opnieuw. Toch zie je iets, telkens weer. Wat een kracht van het woord. Wat een onbescheiden dichteres. Een dichteres die iets dringends te zeggen heeft, die zich verheft boven de mensen, boven de aarde, om de aarde goed te kunnen zien.
De ‘oude’ dichters, de zieners en profeten, beklommen een berg, om voldoende afstand te scheppen. En daalden af naar de hel. Geen paradijs zonder de hellegang. Oude metaforen. Maria van Daalen leeft hier en nu, en ze doorleeft het opnieuw. Voor de innerlijke noodzaak om zich uit te spreken zoekt zij beelden. Beelden waarbij je lang kunt vertoeven, het