ding apart and being fully involved’, maakt je tot schrijver.
Nou zou ik zelf eerder zeggen dat die spanning niet zozeer de basis is van het schrijverschap, maar van het leven in het algemeen. Het is voor iedereen goed om intensieve aandacht te besteden aan anderen, maar toch het verstand daarbij niet te verliezen en de situatie van een zekere afstand te blijven bekijken. Dat geldt voor artsen, onderwijzers, huismoeders, ambtenaren en sociale wetenschappers net zo goed als voor romanciers. Je kunt hooguit zeggen dat romanschrijvers meer dan gewone stervelingen die spanning tussen nabijheid en afstand begrijpen en haar ook serieus nemen.
Bij alle betrokkenheid hoeft de schrijver zijn aandacht intussen niet te beperken tot het intieme leven van anderen, hij kan ook schrijven over de inrichting van de wereld. De vuilnis moet opgehaald, de belasting geïnd, de boel moet geregeld, betaald en verdiend; daar mogen we allemaal niet te min over denken en vanuit literair oogpunt zijn die dingen ook veel interessanter dan je met een blik op de literatuurgeschiedenis zou vermoeden. Wat een roman of een essay vervolgens kan toevoegen aan al dat rennen en vliegen en produceren en reguleren en structureren in de wereld is een gevoeligheid voor het incident. Het incident heeft de laatste jaren een slechte naam gekregen in kringen van bestuur en politiek, maar het leven bestaat nu eenmaal uit incidenten, er is niets dan het incident, en daarvan heeft de literatuur bij uitstek verstand.
De toekenning van een literaire prijs is uiteindelijk ook zelf een teken van solidariteit in de wereld der solitairen. Denk aan de inzet van al die geletterde mensen die nodig zijn om zo'n prijs, en vooral ook een oeuvre, mogelijk te maken. Van alle collega's die ik daarvoor dankbaar ben wil ik er een noemen, Gerda Meijerink, de collega met wie ik samenleef. Je hoort het argument niet vaak noemen, maar naast de vele andere extra's die het huwelijk brengt, biedt het je ook volop toegang tot andermans brein en denkkracht. Van alles wat Gerda weet over de invloed van geopolitiek op de beurs en van de beurs op infrastructurele ontwikkelingen, van gasleidingen door Mongolië en bouwconsortia in Namibië, maak ik voor mijn werk dankbaar gebruik. En als ik tot slot de Stichting Frans Kellendonk Fonds, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en vooral de Commissie van Aanbeveling diep dankbaar ben, en geloof me, dat ben ik, dan is het voor hun roerende literaire collegialiteit.