Colloquium Neerlandicum 16 (2006)
(2007)– [tijdschrift] Handelingen Colloquium Neerlandicum– Auteursrechtelijk beschermdNeerlandistiek in contrast. Handelingen Zestiende Colloquium Neerlandicum
[pagina 553]
| |||||||||||||
Geert Mak in Europa. Culturele vertaalproblemen
| |||||||||||||
[pagina 554]
| |||||||||||||
1999 in opdracht van NRC Handelsblad schreef naar aanleiding van de naderende eeuwwisseling. In de woorden van de schrijver zelf: Begin 1999 verliet ik Amsterdam voor een reis door Europa die een vol jaar zou duren. Het was een soort laatste inspectie: hoe lag het continent erbij, aan het eind van de twintigste eeuw? Maar het was ook een historische reis: ik volgde letterlijk de sporen van de geschiedenis, door de eeuw en door het continent, beginnend in januari, bij de resten van de Parijse Wereldtentoonstelling en het bruisende Wenen, eindigend in december, in de ruïnes van Sarajevo (www.geertmak.nl). Eén jaar lang reisde hij door Europa en bezocht plekken en mensen, sprak met getuigen. Dit boek is een reisverslag naar het verleden dat niet zo ver van ons af ligt - hoogstens één, twee generaties. Toen ik het voor het eerst las dacht ik meteen dat het een zeer geschikt boek voor vertaling was. Het kon zeker een ruimer publiek dan het Nederlandstalige aanspreken en boeien. Het gaat over ‘ons’, onze gemeenschappelijke geschiedenis, onze tijd. En het biedt mijns inziens ook een breder perspectief dan het nationale. Dat was mijn eerste indruk, als Europese lezer. In 2005 kreeg ik de opdracht om een deel van het boek naar het Italiaans te vertalen en mijn blik veranderde natuurlijk en werd professioneel, kritisch en sterk analyserend. Osimo (1998: 39) stelt de aanpak van de vertaler gelijk met die van de criticus. Mak zelf stelt dat vertalers degenen zijn die zijn schrijven nakijken, want zelf verliest hij soms details en precisie uit het oog. Op de officiële site www.geertmak.nl staat dat de Duitse editie in oktober 2005 is verschenen en dat de buitenlandse rechten aan de Engelse uitgeverij Secker Harvill verkocht zijn (publicatiedatum onbekend). Inmiddels is de Hongaarse versie al verschenen, en zullen er een Spaanse, Franse, Poolse, Turkse en zelfs een Chinese editie komen, naast de Italiaanse vertaling die is verschenen bij uitgeverij Fazi. Een gedeelte van het werk van Geert Mak is reeds in het Duits en in het Engels vertaald. Behalve In Europa verscheen in 2005 in Duitsland ook De eeuw van mijn vader (Das Jahrhundert meines Vaters), vertaald door hetzelfde duo als In Europa: Gregor Seferens en Andreas Ecke. In de jaren negentig (respectievelijk 1997 en 1999) zijn bij uitgeverij Siedler ook Een kleine geschiedenis van Amsterdam (Amsterdam) en Hoe God verdween uit Jorwerd (Wie Gott verschwand aus Jorwerd: Der Untergang des Dorfes in Europa) uitgekomen. In Groot-Brittannië zijn Een kleine geschiedenis van Amsterdam (Amsterdam: The Brief Life of a City, vertaling Philipp Blom) en Hoe God verdween uit Jorwerd (God Has Left Friesland, vertaling Ann Kelland) in november 2000 bij The Harvill Press verschenen. Merkwaardig is dat een volgende druk van het laatstgenoemde boek ook een nieuwe titel heeft | |||||||||||||
[pagina 555]
| |||||||||||||
gekregen: Jorwerd The Death of the Village in Late 20th Century Europe (maart 2001). De stijl van Geert Mak is onderhoudend, essayistisch, literair en ook als hij lastige of gevoelige historische evenementen beschrijft blijft hij zeer toegankelijk en leesbaar. Technisch gezien behoort zijn werk tot het genre van literaire non-fictie, een uitgeversdefinitie die inhoudt dat het beoogde doel informatief is en geen illusies bij de lezer wekt. Eén van de kenmerken hiervan is dat citaten en persoonlijk commentaar in de ik-vorm vaker voorkomen dan in literaire fictie, zoals werd toegelicht door Sherry Marx, vertaalster Nederlands-Engels, tijdens de Literaire Vertaaldagen in december 2005 in Utrecht. In Italië valt In Europa onder de categorie essayproductie. Essays als genre bevatten volgens Osimo (1998: 65) zowel de kenmerken van literaire als van vakterminologische teksten, met andere woorden ze zijn zowel informatief als connotatief. De vertaler dient in dat geval over een uitgebreide historische achtergrond te beschikken of over de middelen om die te vergaren. Deze kennis moet veel verder gaan dan kennis van de feiten, de historische gebeurtenissen: ook de cultuur van een ander tijdperk hoort erbij. Het gaat bijvoorbeeld om welke tijdschriften er gelezen werden, welke discussies in die periode gaande waren, welke ideeën circuleerden, welke acteurs of zangers beroemd waren, dus om alles wat zou kunnen helpen bij het contextualiseren van het verhaal en zijn onderdelen (Osimo 1998: 37). | |||||||||||||
Het vertaalwerkVertalen is in principe het omzetten van een tekst in een andere taal. Volkomen equivalentie is een ideaal dat nooit of zeer zelden te verwezenlijken is. Dus elke keer dat de beslissing valt om een bepaald boek te vertalen, kan men er zeker van zijn dat het aan veranderingen en aanpassingen onderhevig zal zijn die op verschillende niveaus en om verschillende redenen plaatsvinden. Het verschil, de veranderingen die de overgang van origineel tot vertaling meebrengt, wordt in de vertaalwetenschap met de term ‘verschuiving’ aangeduidt (...). Verschuivingen zijn in eerste instantie te wijten aan tekstinterne factoren. Die zijn grotendeels van talige en culturele aard (Van den Broeck 1999: 179-180). Taalverschuivingen zijn uiteraard vanzelfsprekender in de combinatie Nederlands-Italiaans dan in de combinatie Nederlands-Duits, vanwege de taalgroep waarbij ze horen. Denk bijvoorbeeld maar aan bewegingswerkwoorden (vergelijk Van den Broeck 1999, Ross 2000). | |||||||||||||
[pagina 556]
| |||||||||||||
Over de juiste manier van vertalen is de discussie gaande sinds er voor het eerst iets over vertalen gezegd werd (zie bijvoorbeeld de reeks Vertaalhistorie van de Stichting Bibliographia Neerlandica) en nog steeds verloopt deze discussie grotendeels langs de begrippen letterlijkheid, vrijheid, trouw (Bloemen 2006). Terwijl de eerste twee begrippen vanzelfsprekend zijn (letterlijk of vrij vertalen) en telkens weer opduiken en als de twee uitersten van hetzelfde proces worden beschouwd, kan het woord ‘trouw’ bijvoegelijk gebruikt op verschillende aspecten betrekking hebben: men kan trouw zijn ten opzichte van woorden, stijl, boodschap, de auteur, en zo meer. Lawrence Venuti (Filter 2005: 3) gaat één stap verder als hij verklaart: de vertaler is geen vervanger van, of buikspreker voor de buitenlandse auteur, maar een inventieve imitator die het origineel op een zodanige manier herschrijft dat het een nieuw publiek in een andere taal en cultuur, en vaak ook andere periode, zal aanspreken. Het publiek, dat is het uitgangspunt. Volgens Umberto Eco heeft een auteur tijdens het schrijven altijd een modellezer voor ogen. Zijn manier van schrijven en de inhoud van dat schrijven worden mede bepaald door deze modellezer. In de woorden van Eco: Om zijn tekstuele strategie te organiseren moet een auteur een beroep doen op een reeks competenties (een term die meer omvat dan ‘kennis van codes’) die inhoud verlenen aan de expressies die hij gebruikt. Hij moet aannemen dat het samenstel van competenties waarop hij teruggrijpt hetzelfde is als dat waar de lezer op teruggrijpt. Daarom zal hij een modellezer incalculeren die in staat is op de door hem, de auteur, bedoelde wijze, zijn medewerking te verlenen aan de actualisering van de tekst en interpretatief dezelfde weg af te leggen als hijzelf bij het genereren heeft afgelegd (1989: 73). Ter illustratie een simpel voorbeeld: Mak maakt bewuste keuzes en selecteert zorgvuldig wat hij wel of niet gaat vertellen en verklaren aan zijn lezer. Hijzelf zegt dat het deel over de Eerste Wereldoorlog in verhouding uitgebreid is omwille van zijn Nederlandstalige modellezer die hij voor ogen had en die weinig weet over een oorlog waaraan Nederland niet heeft meegedaan. Een oorlog die dus niet tot de nationale geschiedenis behoort. Wanneer een boek naar een andere taal overgebracht wordt, verandert ook de culturele achtergrond van de lezer. De culturele achtergrond van Maks modellezer is natuurlijk anders dan die van de | |||||||||||||
[pagina 557]
| |||||||||||||
modellezer die de vertaler en buitenlandse uitgever voor ogen hebben. En beiden - zowel vertaler als uitgever - zijn bepalend en medeverantwoordelijk voor de aan te brengen veranderingen in het te vertalen boek. De uitgever bepaalt overigens niet alleen de redactionele normen (hoe men getallen schrijft, het gebruik van interpunctie, aanhalingstekens, enzovoort die van land tot land verschillen - al worden er steeds vaker ISO-normen gebruikt -)Ga naar eind1, maar nog veel meer. Bijvoorbeeld de lengte van een boek of meer in het bijzonder de lengte van bepaalde passages. Deze keuzes hangen nauw samen met het publiek en de gewoonten van een land, maar kunnen ook door politieke omstandigheden veroorzaakt worden (Van den Broeck 1999: 181). In Groot-Brittannië is de passage over de Battle of Britain verkort vergeleken met de originele versie, vermoedelijk om dezelfde reden waarom Mak juist uitgebreid over de Eerste Wereldoorlog spreekt: om rekening te houden met de voorkennis van de modellezer. In Duitsland wilde de uitgever geen notenapparaat, omdat het ongebruikelijk is om noten in dit literaire subgenre te gebruiken (Osimo 1998: 39). De inhoud daarvan is dus in de tekst verwerkt of weggelaten. Over soortgelijke keuzes is er altijd een strijd gaande tussen de vertaler, die meestal het origineel verdedigt, en de uitgever, wiens standpunt eerder door marketingstrategieën bepaald wordt. Wat Maks modellezer duidelijk is, moet ook voor de modellezer van een andere taal duidelijk blijven. Dit zou als algemene aanpak en doelstelling moeten gelden voor het vertalen, en hieruit vloeien alle culturele en linguïstische aanpassingen voort die door de vertaler verricht worden. Ten eerste dient men wat voor Maks Nederlandstalige modellezer bekend is maar voor de anderstalige modellezer onbekend, te onderkennen, opdat ook de niet-Nederlandstalige lezer - om met Eco te spreken - zijn medewerking kan verlenen aan de actualisering van de tekst en interpretatief dezelfde weg af kan leggen als de Nederlandstalige. Dus de verhouding Nederlandstalige versus anderstalige modellezer zou idealiter onveranderd moeten blijven op het moment dat de tekst in een andere taal omgezet wordt, of in ieder geval geen obstakel mogen vormen voor het begrijpen van het verhaal. Maks modellezer is, zoals de auteur zelf, een intellectueel en dus hoogopgeleid. Dat komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren wanneer hij - nadat hij Die Dreigroschenoper heeft genoemd - schrijft over ‘feesten die in niets meer leken op de ruige partijtjes van de Mackie Messers en de Polly Peachums’. Mak veronderstelt dat zijn (model)lezers zo bekend zijn met Brechts Die Dreigroschenoper dat ze niet alleen de namen van de hoofdfiguren herkennen maar ook dat die een bepaald beeld bij hen oproepen. Hetzelfde zou dan moeten gelden voor de modellezer van de doeltaal. In landen waar de Europese theatercultuur verspreid raakte, kan dat verwacht worden. Dit geldt zeker voor een deel van West-Europa, misschien ook voor Turkije want de culturele, intellectuele elites delen | |||||||||||||
[pagina 558]
| |||||||||||||
meestal eenzelfde achtergrond. Maar zou dat ook duidelijk kunnen overkomen in China? Wat betreft de twee laatste landen geldt ook, dat ze niet dezelfde religieuze achtergrond gemeen hebben met Nederland en dat veroorzaakt op z'n minst verwarring bij de vertaler die dat eerst moet begrijpen om bepaalde passages te kunnen vertalen. Ik herinner me het geval van de Turkse vertaalster die Geert Mak tijdens de bijeenkomst van de vertalers van In Europa om een verduidelijking vroeg over mensen die erbij zaten - en ik citeer - ‘(...) als de discipelen bij het Laatste Avondmaal’. Het was voor haar, en dus ook voor het Turkse publiek, moeilijk om zich voor te stellen hoe die mensen op dat bekende schilderij dan wel kijken, omdat de meesten die afbeelding nooit gezien hebben. Ten tweede moet de vertaler twee aspecten tegen elkaar afwegen: aan de ene kant hoe belangrijk een onbegrijpelijk element in de originele tekst is voor de ‘nieuwe’ modellezer en aan de andere kant, hoe moeilijk het is om dat weer te geven in de doeltaal. Op basis van deze overweging kan besloten worden een element te verwijderen, aan te passen of te verduidelijken. Er bestaan diverse strategieën om culturele verschillen te overbruggen. Van den Broeck (1999: 188-200) spreekt over formele en substantiële verschuivingen. De eerste categorie vindt zijn oorzaak in de asymmetrie van de betrokken talen, komt op microniveau voor en heeft voornamelijk betrekking op de taalvorm. De tweede categorie betreft de semantische inhoud of stijl van een tekst. Men spreekt dan van modulatie in de manier van belichting van een kwestie (bijvoorbeeld algemeen versus specifiek als variant van abstract versus concreet), weglating en toevoeging (die samenvallen onder het overkoepelende begrip compensatie) en adaptatie (zie ook Vinay en Darbelnet). In de proloog van In Europa schrijft Mak: ‘Deze Hongaarse dorpelingen waren dus vijf keer zo arm als die in Jorwerd’. Voor een Mak-kenner is de verwijzing naar het boek Hoe God verdween uit Jorwerd overduidelijk en roept de naam ook het beeld van een bepaald dorp in Friesland op. Osimo (1998: 42)onderstreept hoe belangrijk het scheppen van een gemeenschappelijk referentiekader (‘sceneggiatura comune’) is. De Italiaanse uitgever heeft besloten om deze zin te verwijderen, de knipoog van de auteur naar zijn modellezer was toch al verloren en in hoeverre de dorpelingen arm waren is in de voorafgaande zin duidelijk gemaakt. In het Duits is de gehele passage gewist hoewel hier mijns inziens wel op de een of andere manier verwezen had kunnen worden naar het boek Hoe God verdween uit Jorwerd van Mak dat ook in Duitsland verschenen is. In hoofdstuk IV - April - beschrijft Mak Dachau ‘... ook zo'n keurig stadje. Het ligt een beetje tegen München aangeplakt, zoiets als Schiedam tegen Rotterdam’ en ook hier doet hij een beroep op een referentiekader dat hij en zijn modellezer gemeen hebben: de Italiaanse eindversie maakt geen melding van deze laatste vergelijking, die door | |||||||||||||
[pagina 559]
| |||||||||||||
vertaald te worden zijn oorspronkelijke verklarende functie automatisch verliest. Verschuivingen kunnen verschillende vormen aannemen: men kan een element of een begrip vervangen door een algemenere voorstelling of een soort hyperoniem gebruiken. In hoofdstuk IV - April - schrijft Mak ‘Je kon ook zeggen: “Europa begint bij het Potsdamer Bahnhof” en wijzen op de rails naar Hoek van Holland’. Voor de Italiaanse vertaling is voorgesteld om Hoek van Holland te vervangen door Mare del Nord, de Noordzee. Voor Nederlandstaligen verwijst Hoek van Holland inderdaad naar de Noordzee. Tijdens de bijeenkomst met de auteur heeft deze de voorkeur uitgesproken voor ‘Rotterdam’, een stad dichtbij Hoek van Holland en bij Italianen beter bekend. Uiteindelijk is voor ‘Mare del Nord’ gekozen. In het Turks daarentegen wordt Hoek van Holland behouden, met als toevoeging dat het een stad aan de Noordzee is. Een ander voorbeeld van een verschuiving van specifiek naar algemeen is te vinden in Hoofdstuk VI - Juni - waar Mak een boot beschrijft als ‘een dingetje waarmee je op z'n best het Sneekermeer bezeilt’. De verwijzing naar een meer in Friesland is in de Italiaanse versie niet bruikbaar, dus wordt ervoor gekozen om de categorie te behouden zonder verdere toelichting over het soort meer (letterlijk terugvertaald: ‘waarmee je op z'n best een meer kan bezeilen’). Verschuivingen kunnen natuurlijk ook van algemeen naar specifiek gaan bijvoorbeeld wanneer er in de brontekst sprake is van een verwijzing naar de doeltaalcultuur. In Hoofdstuk V - Mei - vindt een dergelijke verschuiving plaats wanneer de plek wordt beschreven waar Mussolini en zijn maîtresse Claretta Petacci zijn opgehangen: ‘... aan een reclamebord bij een Milanees benzinestation...’. In het Italiaans wordt het bijvoeglijk naamwoord ‘Milanees’ vervangen door de naam van het plein (‘het benzinestation op Piazzale Loreto’): de Nederlandse versie zou te algemeen en dus oppervlakkig klinken in de oren van de Italiaanse lezer, die van jongs af aan deze specifieke informatie in het geheugen gegrift heeft staan. Wanneer een verduidelijking of vervanging noodzakelijk is, kan de vertaler zijn toevlucht zoeken tot een voetnoot. Maar deze optie is niet gebruikelijk, kan controversieel zijn en dient, zoals eerder gezegd, de goedkeuring van de uitgever te krijgen. Eco stelt bovendien het gebruik van een voetnoot door een vertaler gelijk aan de bevestiging van zijn nederlaag (2003: 95). De vertaler kan ook het betreffende brontekstelement in de doeltekst verwerken, en wel zodanig dat functionele gelijkwaardigheid (zie bijvoorbeeld Nida 1986) is gegarandeerd. Een voorbeeld hiervan is ‘Bodelschwingh was, zoals we dat in Nederland noemen, een typische burgemeester-in-oorlogstijd’ (Hoofdstuk IV - April). In het Italiaans is dat door mij verwoord met: ‘Bodelschwingh per così dire lavorò, ma non collaborò col nemico’ (letterlijk: Bodelschwingh werkte samen met de vijand, maar was geen collaborateur). Deze parafrase wordt gebruikt om het Nederlandse begrip | |||||||||||||
[pagina 560]
| |||||||||||||
van burgemeester in oorlogstijd - ‘iem. die genoodzaakt is tot samenwerking met andersdenkenden maar ondertussen zijn invloed aanwendt om de belangen van de eigen groep of achterban zoveel mogelijk te behartigen’ (Van Dale) - in het kort te verwoorden. In het Turks luidt de vertaling ‘een burgemeester van een bezet gebied’: volgens de vertaalster wordt de essentie van de Nederlandse uitdrukking zo behouden. Een voorbeeld van een door de vertaler aangebrachte voetnoot vindt men terug in hoofdstuk IV - April - waar het Duitse Horst-Wessel Lied wordt geciteerd en aldus wordt overgenomen in de Italiaanse versie, maar met toevoeging van een noot in het notenapparaat aan het eind van het boek met de letterlijke vertaling daarvan. Verschuivingen zijn ook vereist vanwege de overvloed aan buitenlandse woorden, citaten, uitdrukkingen die gebruikt worden voor de ‘couleur locale’. Opvallend is het grote aantal Duitse termen en begrippen, die in het origineel zonder uitleg of vertaling gebruikt worden. Maks keuze is gerechtvaardigd gezien zijn publiek: hij verwacht dat zijn modellezers deze termen of uitdrukkingen zullen begrijpen, dat hun betekenis ‘shines through’ (Lefevere 1995: 225), doorzichtig is. Het gebruik van andere talen door de auteur is beperkter en wordt meestal gevolgd door een letterlijke vertaling (bijvoorbeeld ‘vendetta, bloedwraak’) of een uitleg (bijvoorbeeld in hoofdstuk VI citeert de auteur ‘la Marne blanche’ meteen gevolgd door een verklaring, ‘een diplomatieke en platonische herhaling van de vorige oorlog’). Tijdens het vertaalwerk zal voor iedere taal afzonderlijk overwogen moeten worden in hoeverre men kan verwachten dat het doelpubliek deze buitenlandse termen moeiteloos begrijpt. Als gevolg hiervan is er in de Italiaanse vertaling bijvoorbeeld een verdubbeling ontstaan om zowel de couleur locale als de begrijpelijkheid te handhaven: na het vreemde woord volgt de vertaling ervan. In hoofdstuk IV - April - schrijft Mak bijvoorbeeld ‘Overal weerklonken nieuwe woorden: Gleichschaltung, Rassenschande, Belange, Artfremd en andere’. In het Italiaans wordt dit weergegeven door het vreemde woord te laten volgen door zijn letterlijke vertaling tussen haakjes (Gleichschaltung [allineamento], Rassenschande [disonore della razza], Belange [interessi], Artfremd [razza estranea]). Verondersteld wordt overigens dat de vertaler alle door Mak gehanteerde vreemde talen beheerst. Tot slot nog twee aspecten die tot de taken van de vertaler behoren maar niet zo strikt met het vertaalwerk zelf verbonden zijn: translitteratie en citaten. Voor de correcte translitteratie van namen die niet het Latijnse alfabet gebruiken bestaan er in Frankrijk, Duitsland en Engeland twee procedures: de ene geldt voor specialisten en vakpublicaties, de andere is intuïtiever en ook algemeen gebruikelijk. Zo ontstaat in het Engels de schrijfwijze ‘Kashmir’ en in het Frans ‘cachemire’ op basis van reeds bestaande klanken in die talen. | |||||||||||||
[pagina 561]
| |||||||||||||
Italië daarentegen gaf in het verleden de voorkeur aan de meest verspreide, prestigieuze, overheersende taal van het moment en haar schrijfwijze: zo spreekt men nu van de ‘regio Kashmir’ en de stof ‘cachemire’. Ook het Engels heeft ‘voor de stof naast ‘Kashmir’ nog ‘cashmere’. Vandaag de dag kiezen Italiaanse uitgevers voor de wetenschappelijke translitteratie die soms moeilijk herkenbaar is, terwijl kranten en journalisten zich wat dit betreft in een niemandsland bevinden waar alles mag (Osimo 1998: 38-39). Als gevolg hiervan tonen ook encyclopedische woordenboeken nog steeds een onsamenhangende aanpak. In In Europa moest men de spelling van bijvoorbeeld alle Russische namen in de doeltaal nagaan, zoals in hoofdstuk III - Maart - waar Mak bekende namen uit de Russische literatuur noemt: Ivan Gontsjarov wordt Ivan Gončarov in het Italiaans, Ilja Iljitsj Oblomov wordt Ilia Il'č Oblomov, enzovoort. Een erg tijdrovende activiteit is het herkennen en checken van citaten. De regel luidt namelijk, dat indien het boek waaruit geciteerd wordt reeds vertaald is in de doeltaal, de vertaler de bestaande vertaalde versie dient te raadplegen: bestaande citaten mogen niet opnieuw vertaald worden, laat staan terugvertaald. Het moeilijkste hiervan is het herkennen van ingebedde citaten. In het geval van het werk van Mak wordt dit bemoeilijkt door de soms slordige bibliografische verwijzingen. Hijzelf zegt dat hij de bronnen heeft moeten leren bijhouden voor vertalers. Maar het resultaat is nog niet altijd voldoende. Een voorbeeld hiervan is een citaat van Primo Levi in hoofdstuk IV (April). Gezien het feit dat Primo Levi een zeer bekende Italiaanse schrijver is die een concentratiekamp heeft overleefd en vaak over dit onderwerp heeft geschreven, was het vanaf het eerste moment duidelijk dat ik het Italiaanse boek moest doorbladeren op zoek naar die woorden, want Mak geeft niet aan op welke bladzijde het citaat te vinden is. Maar toen ik de literatuurlijst van In Europa raadpleegde ontdekte ik dat er geen enkele verwijzing naar een boek van Primo Levi was. Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld, maar geeft aan op welke problemen vertalers soms stuiten. Dankzij de samenwerking met de Duitse vertalers kwam ik tot de ontdekking dat Levi de auteur is van het nawoord van het boek De nacht der Girondijnen van Presser. | |||||||||||||
SlotopmerkingenDe vertaler moet zich een beeld vormen van de modellezer in de bron- en de doeltaal en dat als uitgangspunt nemen voor de verschillende te verwezenlijken verschuivingen. Ook al verandert de nationaliteit of taalidentiteit van de modellezer, de anderstalige moet in staat gesteld worden de tekst op dezelfde wijze te actualiseren als de Nederlandstalige. Deze overweging bepaalt dus in belangrijke mate welke verschuivingen noodzakelijk en/of gemotiveerd zijn. ‘En/of’ omdat eveneens bepalend is in hoeverre bepaalde elementen belangrijk zijn | |||||||||||||
[pagina 562]
| |||||||||||||
voor de goede interpretatie van de tekst en dientengevolge of de moeilijkheidsgraad van de eventueel aan te brengen verschuiving daartegen opweegt. Lawrence Venuti heeft vijf regels voor het lezen van een vertaling uitgewerkt, waarvan de vierde luidt ‘Sla nooit een inleidend essay van de vertaler over; lees dat eerst...’. Ik zou aan wat Venuti stelt expliciet willen toevoegen: sla als vertaler nooit het schrijven van een inleidend essay over. Want dat staat gelijk aan een uitspraak over de interpretatie van het boek en het vertaalwerk. Het is een soort wegwijzer, die van groot belang is. Door bepaalde parameters van motivatie en noodzakelijkheid te combineren, komt Van den Broeck (1999: 184) tot de conclusie dat ‘niet zozeer de noodzakelijkheid als wel de motivatie van een verschuiving de beslissende factor is’. Van essentieel belang is dus dat de vertaler zijn beslissing om al dan niet te verschuiven kan verantwoorden. Concluderend zou ik willen zeggen dat in de literatuur de context uiterst belangrijk is omdat een boek in tijd én ruimte ver van de eindlezer weg kan liggen. Maar de vertaler moet ook niet het verbeeldingsvermogen van zijn lezer, noch diens leeslust onderschatten. | |||||||||||||
Bibliografie
| |||||||||||||
[pagina 563]
| |||||||||||||
Andere bronnen:
|