voor het ontvangende publiek in een ander land
acceptabel is; hoe worden teksten afgestemd op de verschillende geledingen
binnen een bedrijf, en dergelijke. Er zijn geen onderdelen in het
studieprogramma die zich speciaal richten op literair vertalen.
Ten slotte zijn er nog twee cursussen die niet gericht zijn op meertalige
situaties, maar zich concentreren op het Nederlands - bepaald geen
overbodige luxe voor vertalers, zelfs als Nederlands hun moedertaal is.
Na deze globale schets van het Specialisatieprogramma
Vertalen rijst wellicht de vraag wat de student nu eigenlijk nog te
kiezen heeft. Verplicht zijn: alle praktische vertaalcursussen, de cursussen
over vaktaal en de cursussen over het Nederlands. Dat is echter niet
voldoende om aan het vereiste aantal cursussen te komen; daartoe moet de
student dan nog een aanvullende keuze maken in de gebieden Interculturele
Communicatie en/of Vertaalwetenschap.
De Specialisatie Vertalen is toegankelijk voor studenten
Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Portugees en Turks, en wordt
gevolgd door ruim tweehonderd studenten. Het is daarmee een van de
populairste specialisaties van de faculteit. Aan de hele Utrechtse
letterenfaculteit studeren momenteel circa vijfduizend studenten.
Dat de Specialisatie Vertalen zo'n studententrekker zou
worden, was niet te voorzien toen men in de loop van 1987 begon met het
maken van plannen voor het programma. Veeleer was het zo dat de
omstandigheden gunstig waren voor het opzetten van een dergelijk
onderwijsprogramma op vertaalgebied. Een jaar tevoren was de modulaire
organisatiestructuur ingevoerd, op aanwijzing van de Minister van Onderwijs;
er was geld beschikbaar gesteld, door diezelfde Minister, voor innovatie van
de onderwijsactiviteiten; en er waren in de diverse talenafdelingen docenten
aanwezig die, meestal op hun eigen houtje, al behoorlijk veel expertise
hadden verworven in vertaalonderwijs. Naar goed Nederlands gebruik werd de
beschikbaarheid van financiële middelen meteen aangegrepen en de faculteit
slaagde erin om voor een periode van vier jaar een bedrag te verkrijgen uit
het genoemde innovatiefonds. Met dat bedrag werd een projectgroep van zes
personen aangesteld die tot taak kreeg, in die vier jaar een
afstudeerspecialisatie vertalen van de grond te krijgen.
Er werd een voorlopig studieprogramma opgesteld, grotendeels bestaande uit
cursussen die van oudsher deel uitmaakten van het aanbod van de diverse