Het tweede hoofdstuk geeft een goed overzicht over de Nederlandse dagbladpers.
Het derde hoofdstuk geeft een overzicht over Spinoza
en Huygens en hun tijd. Dit hoofdstuk kan door de
docent gebruikt worden om de studenten iets meer te vertellen over Holland's
Gouden Eeuw.
Het vierde hoofdstuk over Amsterdam, een schetsje van de
stad met aanduiding van de Jordaan, zou hier op zijn plaats zijn.
De dialoog over het vóór en tegen van de ondergrondse in Amsterdam wordt gevolgd
door een overzicht over het huisvestingsprobleem in de hoofdstad.
De vijfde les begint met fragmenten van een gesprek tussen twee Nederlandse
schrijvers, Alfred Kossmann en Victor van Vriesland, over Johannes Andreas Dér
Mouw, met later in dezelfde les een artikel over Dér Mouw.
De zesde les behandelt het Nederlandse kiesstelsel en ik zou elke docent aanraden
de juiste vertaling van specifieke woorden als kiesdrempel, kiesdeler,
uitgebrachte stemmen etc. van te voren even op te zoeken. Les zeven gaat over de
Nederlandse recruten en het ontstaan en de groei van het A.B.N.
Les acht is een artikel over Elsschot door S. Carmiggelt met enkele prozafragmenten en een
overzicht over ‘Het Nederlands van Elsschot’.
Les negen geeft ons de tekst van een radiouitzending van de Vara uit 1972, waarin
een arbeider geïinterviewd wordt en we dus een voorbeeld krijgen van ‘Volks
Nederlands’. Dit wordt gevolgd door een artikel over de arbeidsverhoudingen in
Nederland.
Les tien laat ons een discussie horen tussen enkele journalisten en een
politicoloog, de discussie betreft de rechtspositie van de vakbonden. Dit wordt
gevolgd door een artikel over ‘verantwoordelijke vakbeweging’ en de invloed van
de regering in de na-oorlogse tijd.
De tijdsduur nodig per les is ongeveer 3 tot 4 uur.
De teksten vonden bij de studenten veel bijval. Om U enige indruk te geven over
de ontvangst door de studenten volgen hier enige onverbeterde kritieken van de
studenten zelf.