ge periode en zijn ‘Hollandse’ romans. Voor Vestdijk
bijv. komen een viertal tweetalige teksten aan bod (buiten een gehele roman) die
de verschillende facetten van zijn veelzijdig talent belichten, van creatief
werk tot essay en kritiek. Elk les-uur worden literaire en/of culturele atlassen
ter illustratie gebruikt.
Ook wordt zoveel mogelijk van de (cultuur) historische achtergrond uitgegaan, met
dia's, platen, en boeken, over de Middeleeuwen bijv., of schilders als Bruegel,
Rembrandt, Rubens, Ensor en andere modernen. Wegens tijdgebrek (een semester
omvat slechts 13, 5 weken) geschiedt dit meestal buiten de normale lesuren (3
uur per week) om.
Buiten een zogenaamde gemeenschappelijke ‘mid-term test’ het mondeling rapport en
het finale ‘paper’ is er geen eindexamen voor de beoordeling. De
beoordelingsgraad wordt bepaald door de vermelde activiteiten en de graad van
deelname aan de klasdiscussies.
In de eerste helft worden Karel ende Elegast, Beatrijs, Van
den Vos Reynaerde, Marieken van Nieumeghen, de lyriek, en
de groten der Gouden Eeuw in het licht gesteld, terwijl de 18e en 19e eeuwen
summier behandeld worden, uitgezonderd voor Multatuli, Gezelle en Perk.
De tweede helft geeft een zo harmonieus mogelijk overzicht van de Tachtigers tot
een selectie der hedendaagse auteurs van na de Tweede Wereldoorlog.
Er worden per auteur korte nota's aan de studenten uitgereikt, om vrije discussie
te bevorderen, met een gedetailleerde bibliografie van wat ter plaatse aanwezig
is. Ook worden de tweetalige teksten uitgereikt, zodat practisch een tweetalige
anthologie opgebouwd wordt, die elk jaar volgens de interessegebieden van de
studenten kan variëren.
Er wordt getracht een evenwicht tussen informatief overzicht en gedetailleerde
tekstanalyse tot stand te brengen. Dit is mogelijk wegens het relatief klein
aantal studenten per semester.
Dat practisch in een cursus ‘in vertaling’ toch de oorspronkelijke taal intensief
betrokken kan worden is misschien wel het voornaamste wat als ‘wenk’ uit deze
ervaring kan getrokken worden. Ver van afgeschrikt te worden, worden sommige
studenten er zelfs toe aangezet op eigen houtje in een avondcursus nader met het
Nederlands kennis te maken.