Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS)
door dr. J. de Rooij
(Amsterdam)
(Samenvatting)
Geschiedenis van het project 1973-1976: Resolutie op het Vijfde
Colloquium. 1 VII 74 - 30 VI 75: Voorbereidend jaar. Het Belgisch-Nederlands
Interuniversitair Centrum voor Neerlandistiek (waarin verenigd de hoogleraren en
lectoren Nederlandse taalkunde) gaf J. de Rooij hiertoe opdracht. Werkzaamheden:
bestuderen van Duden, Quirk, Grevisse; oriënterende bezoeken aan Duden en Quirk
(opzet, organisatie, moeilijkheden); opstellen discussienota; bezoeken aan en
overleg met zoveel mogelijk neerlandici in Noord en Zuid (opvattingen vernemen,
het ANS-idee bekendmaken: geen boek van één of een paar mensen); overleg met
begeleidingscommissie (de hoogleraren D.M. Bakker, G. Geerts, M.C. van den
Toorn, S. De Vriendt); rapportage aan het Centrum.
Daarna subsidie aangevraagd bij het Fonds voor Kollektief Fundamenteel Onderzoek
(Brussel) en de Nederlandse organisatie voor zuiver-wetenschappelijk onderzoek
(Den Haag).
Omschrijving: De ANS is bedoeld als een praktische grammatica
van het moderne Standaard-Nederlands. De opzet is descriptief én normatief,
d.w.z. de norm moet uit het gebruik worden afgeleid. Deze norm moet genuanceerd
worden weergegeven: er zijn vaak meer mogelijkheden, al dan niet onderscheiden
naar spreeken schrijftaal, algemeen en gewestelijk enz.
Doelgroepen:
1. | Anderstaligen (geen beginners, vooral docenten; geen cursusboek, meer
naslagwerk). |
2. | Dialectsprekers. |
3. | ABN-sprekers die behoefte hebben aan een norm. |
Inhoud: Spelling en uitspraak alleen waar deze samenhangen met
de grammatica, dus bv. d, t of dt bij
werkwoorden en de accentuering van afgeleide woorden.
Morfologie: er is wel heel wat over bekend, maar er zijn veel normatieve
problemen (bv. leraren/leraars).
Syntaxis: is nog veel te weinig bestudeerd en is erg moeilijk.