De Weerelt wil bedrogen zijn.
PLompe Teeuwis, om dat hy rijck was, had een Vrijster, die, mits hy van haer voor een wijl vertrecken soude, hem bad, ter gedachtenis een goude Ring te geven: 't Welck hy beloofde; ging na een Gout-smit, en kocht'er een, daer in hy begeerde geset te hebben: Goeden nacht lieve Grietje, met schreyende oogen. Als Teeuwis weer quam, was de leste helft vergeten daer op