komen, en ging weder tot den Pastoor, seggende, mijn Heer ick heb beter gestudeert, wel sey de Pastoor seg op dan: Noach die in de Arcke gingh, hoe veel Soonen had hy: Antw. Drie, Sem, Cham en Japhet: Wel aen, wie was Japhets Vader? Ey seyde den Sollicitant, dat was Henrich onsen Muller.
Twee Deenze Lantsgenooten hadden yder een Stam-boeck waer in sy lieten schrijven 't geen haer best docht, een van dese d' occasie nemende, schreef in 't Boeck van sijn Confrater:
Een ander schreef: Broeder blijft volstandigh, Amore, ore, re.
Een ander stelde: AMORES, en daer onder:
Sex fuge, quinqe tene, quatuor fac, & tres sequntur.