Wel genomen, wel gesproken.
ALs Wiggo den Wiltschut van Coningh Rolfonis van Denemarcken, een gouden armbant kreeg tot een vereeringhe, band hy die aen zijn rechter hant, ende verberghde daer tegens zijn lincker hant op de rugghe: Als den Koning vraegde waer om hy sulckx dede? Seyde hy: Mijn lincker hant schaemt sich van armoede, soo datse haer om den rijckdom der rechter niet en dorfde laten sien. Aldus heeft hy met dese geestigheyt noch een gulden armband gekregen.