was geweest voor sijn zadel, seyde hy, het soude my eeuwigh gespeten hebben dat zy met mijn Zadel den spot souden gedreven hebben.
Men vertelt van deselve Koningh, dat zijn Camerling hem eens een nieuwen broeck ghebracht hebbende, vraegde hoe veel de selve gekost had: Den anderen antwoorde, een daelder: Den Coningh smeet de Broeck strackx wegh, segghende, van een daelder, is dat een Broeck voor een Coning? Gaet heenen seyde hy, haelt my een Broeck van 7. gulden: Den Camerlingh gingh heenen, en bracht noch een slechter Broeck als den voorgaende, seggende, datse 7. gulden ghekost had: Toen seyde de Koningh wel vernoeght, wat soo, nu ben ick te vreden, dat kan gaen, &c.
Hy ordineerde een disputatie tusschen de Christenen en Joden: Doch eer den dag quam zijn de Ioden by Coning Willem gekomen met een Schenckage, versoeckende vry spreken en vry ghehoor in de disputatie: Desen Koningh (een los Mensch in de Religie zijnde) neemt haer Schenckage aen, en seyde, datse haer quijten soude als mannen, sweerende met een, by 'taengesicht van St. Lucas, (zijn ordinaris Eed) soo sy de Christenen overwonnen, dat hy dan selfs een Jode soude wesen, en van haer broederschap sijn.
Een Jode wiens Soon Christen gheworden