Liederen en gedichten uit het Gruuthuse-handschrift. Deel 1: liederen
(1966)–Anoniem Gruuthuse-handschrift– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 468]
| |
110O stede duechdelic, minlic ort,Ga naar voetnoot1
God haet verchiert dijn edel name.Ga naar voetnoot2
Bi dir elc menscelich ghebortGa naar voetnoot3
Mach vroylic leven sonder blame.Ga naar voetnoot4
| |
[pagina 469]
| |
5[regelnummer]
Dijn gheer is eere, dijn wesen scame.Ga naar voetnoot5
Du best vul duechden zekerlijch.
Ich danx der minnen minnentlijch.Ga naar voetnoot7
An steiden orden blivic vortGa naar voetnoot8
Mijn leven lanc, want het betameGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Der minnen, die mi gheift confoort
Van soeter rusteliker vrame.Ga naar voetnoot11
Mine was nie ruste so bequame
Alstu mi gheifs, vrauwe duechdenrijch!
Ic danx etc.
15[regelnummer]
Bi dir so ben ich onghestoort,Ga naar voetnoot15
Ondanc der bozer niders game.Ga naar voetnoot16
Dijn woort, dijn mein es recht acoort.Ga naar voetnoot17
Met rechte ich vro met dir verzame.Ga naar voetnoot18
Ghenouchlic snijt der minnen brame,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Niet meer ne werd gheprouft van mich!Ga naar voetnoot20
Ic danx der minnen minnentlijch.
|
|