Buitenlandse literatuur
Zes niet-officiële Russische schrijvers
Willem G. Weststeijn
Inleiding
De hedendaagse Russische literatuur vertoont een bijzonder gevarieerd beeld. In de Sovjetunie zelf is het officieel nog steeds van kracht zijnde socialistische realisme met zijn obligate positieve helden en opvoedende tendens in de praktijk al lang verdrongen door andere vormen van realisme. Het ‘dorpsproza’ (Viktor Astafjev, Vasili Bjelov, Valentin Raspoetin) schrijft nostalgisch over de Russische boerengemeenschap en de natuur en kritisch over de ernstige aantasting hiervan door het moderne leven en de moderne techniek. In het psychologisch proza (Andrej Bitov, Vladimir Makanin, Joeri Trifonov) wordt, zonder ideologische vooringenomenheid, de aandacht gericht op morele en relationele problemen; de hoofdfiguren zijn hier vaak intellectuelen.
Het geleidelijk verdwijnen van het socialistisch realisme uit de Sovjetliteratuur betekent natuurlijk niet dat nu alles is toegestaan. Verre van dat. Hoewel de marges voor de schrijvers aanzienlijk breder zijn geworden sinds de Stalintijd, zijn nog steeds veel onderwerpen taboe. Kritiek op de partij of beschrijvingen van de toestand in de kampen bijvoorbeeld worden niet toegestaan. Hetzelfde geldt ook voor experimentele manieren van schrijven: alles wat zweemt naar modernisme wordt afgedaan als westers decadent en krijgt geen kans in de literaire tijdschriften.
Het spreekt vanzelf dat veel schrijvers geen genoegen nemen met deze situatie. Als pendant van de door de staat gecontroleerde officiële uitgeverijen bestaat het ondergrondse circuit van de samizdat, de zelfuitgeverij, via welke niet door de censuur gekomen literatuur wordt verspreid. Een groot deel van de verboden auteurs heeft gedurende de laatste tien tot vijftien jaar gekozen voor emigratie. Hoewel daarmee de band met hun eigen land verbroken is, hebben ze tenminste de vrijheid te schrijven en te publiceren wat ze willen. Dit heeft de Russische literatuur in een bijzondere positie gebracht. Veel van wat daarin boeiend en vernieuwend is komt op dit moment niet uit Rusland zelf, maar uit de Verenigde Staten, Israël, Frankrijk en Duitsland, de belangrijkste centra van de huidige Russische emigratie. Dit deel van de Russische literatuur komt het lezerspubliek in de Sovjetunie nauwelijks onder ogen. De in het Westen gedrukte, en vervolgens eventueel naar Rusland gesmokkelde boeken bereiken, net als overigens de samizdatuitgaven, slechts een beperkte kring van lezers.
De niet-officiële Russische literatuur is, dank zij het feit dat zij zich onttrekt aan de censuur, veelzijdiger dan de officiële. Nieuwe experimenten met de vorm, zowel wat de stijl als wat de compositie betreft, worden niet geschuwd en men treft een heel scala van onderwerpen en thema's aan die in de officiële literatuur uit den boze zijn. Naast de immense historische romans van Solzjenitsyn hebben we de groteske verhalen van Abram Terts (het pseudoniem van Andrej Sinjavski), de satiren van Vojnovitsj en Zinovjev, het in een soort slang