innovator van deze vissoort, berucht om zijn alles verslindende vraatzucht, die Overal en Nergensland van zijn melkplas zou kunnen verlossen, wanneer de boeren maar van diersoort zouden willen veranderen.
Drie huurmoordenaars spoorden hem op en voerden hem naar een nabij gelegen woud, maar toen ze hem daar in de arena van een openluchttheater wilden doden, konden ze dat niet over hun hart verkrijgen en lieten hem gaan. Onderweg naar huis troffen ze op een zanderig paadje een pas overleden heroïnedode aan en wierpen deze de volgende ochtend precies om zes uur in de slotgracht. De oude graaf zag vol tevredenheid toe hoe de brede van tastsnorren voorziene bekken van de zwarte monsters binnen tien minuten de botten van de nietsnut van alle vlees ontdeden, en sliep daarna onmiddellijk in. Zijn dienaren dorstten hem de volgende dag niet voor de middagstond te wekken. Ondertussen was de jongeling, zo vlug als zijn benen hem konden dragen, naar de stad teruggesneld en had zijn petemoei zijn schreden in de richting van een andere sleep-in geleid dan waarin hij de nacht daarvoor, nadat zijn vader hem de poort gewezen had, geslapen had. Daar hadden de huurmoordenaars hem immers al te gemakkelijk kunnen opsporen. Tot dusver is er van deze petemoei nog geen sprake geweest, maar vanaf het uur van zijn geboorte had hij er een. Wis en waarachtig. Hoe zou het anders te verklaren zijn dat de huurmoordenaars, die het mes al in het koele schijnsel van de maan geheven hielden, dit in een plotselinge opwelling van mededogen weer lieten zakken?
De verstotene legde zich op een schuimplastic-matrasje neer en nadat hij nauwelijks de ogen gesloten had, hoorde hij hoe naast hem drie Koreaanse beroepsmisdadigers het plan beraamden een grote kruidenier te ontvoeren en een losgeld van tien miljoen florijnen te bedingen. Hij slikte, en toen de samenzweerders sliepen sloop hij de sleep-in uit en vertelde op het hoofdbureau van politie wat er de volgende dag stond te gebeuren. Maar de politie vertrouwde hem niet en sloot hem op in een cel, samen met tien andere recentelijk gearresteerden. Toch rekenden ze de Koreanen voor alle zekerheid in en stelden aan de hand van het in beslag genomen wapentuig alras vast dat de verstoten zoon geenszins overdreven had. Voordat ze hem uit het gevang hadden verlost, ving hij tot zijn ontsteltenis op hoe drie gearresteerde Palestijnen een plan bespraken, hoe ze de volgende ochtend, wanneer ze per vliegtuig het land zouden worden uitgezet, op de luchthaven aangekomen, plotsklaps hun, in de reusachtige houten appel van Wim Crouwel in de vertrekhal verborgen uzi's te voorschijn zouden halen om vervolgens bemanning en passagiers van een Iraans vliegtuig te gijzelen. Ook hiervan maakte de jongeling melding en het spreekt vanzelf dat de autoriteiten hem zeer dankbaar waren. Een snelle dienstwagen voerde hem naar de residentie, waar de president hem in privé-audiëntie zou ontvangen en hem in de adelstand zou hebben verheven, ware het niet dat hij daar reeds deel van uitmaakte. Een kamerbewaarder door de oneindige gangen van het regeringsgebouw volgend, passeerde de onnutte zoon het staatssecretariaat voor buitenlandse handelsbelangen, waar juist een delegatie uit Japan een bezoek leek te hebben afgelegd: keurig gekapte heren met zwart leren attaché-koffertjes, die in dezelfde richting liepen. Niet in het minst bevroedend dat hij hun taal had leren verstaan, bespraken ze nog vlug even de details van de liquidatie van de president, waartoe ze zoëven door de
staatssecretaris geïnstrueerd waren. Terwijl de nietsnut zijn passen versnelde, namen ze afscheid van elkaar en daar ze een zelfmoord-commando vormden, tevens van het leven. Eenmaal in het kabinet van de president, wierp de jongeling deze onder de zware eikehouten tafel en een ogenblik later ontploften er drie granaten, waarvan alleen de twee bestemd voor de lijfwacht, respectievelijk het commando zelf, doel troffen. Van louter dankbaarheid had de president geen woorden en reikte de jongeling stom zijn portemonnaie. Pas uren later en nadat hij