De Gids. Jaargang 149
(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 548]
| |
[pagina 549]
| |
1
As op losse haren
Een vastgeklonken schaar
Hij steekt zijn hand in aarde
verbergt er al het haar.
2
As. Geen grond
dan bossen haren
Een kleed van dons en bloed
Gekapt, getild, begraven.
| |
[pagina 550]
| |
1
Verward door rook en schaar
geknoopt in doek en haar
wisselt hij gebaren:
hij schuifelt
tussen goden door
Slijt het steile haar.
2
Herken hem aan zijn haren
Een schaar ligt op zijn mond
haalt vuur uit dode haren
spreidt zich op zijn mond.
| |
[pagina 551]
| |
1
Tot krakens toe
gemaand tot stilte
Witgebeten kam, wild-
getande slaap
Die nadert, sloopt
graait de dode haren.
2
Wat let de tanden zich te schikken?
Hete kammen liggen klaar
Gloeiendhete adem
Adem uit een schaar
Anders dan hij zelf schoor
verbergt het schuim het haar.
| |
[pagina 552]
| |
1
Ver en dun een deining
Een doek tot aan zijn mond
De spiegel krast
een hoofd dat stilt-
zich strekt en raast
om op te dagen.
2
Bestaat de spiegel
die zijn haar ziet
komen, een kam vol
razend haar? Strak
beslaat de spiegel
rijst het laatste haar.
| |
[pagina 553]
| |
Zo te sterven. Schouwers
opgelet. Breng een kit
met haren. Til de zware
gloed. Een schaar sloeg
in zijn haren, stak hem
waar hij vroeg.
|
|