De Gids. Jaargang 149(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 349] [p. 349] Michel Bartosik Sunt lacrimae Begiftigd met tranen - die opwellen welden tweemaal op. Eerst, een simpel ritueel kaartje, ansicht bedoeld als lieflijke replica van de dood, stil water, wat late zon met zwarte vogel tussen takwerk, stipje en later, het macaberste: je kist zweeft, draadloos bestuurd of zo, bij ongewenst georgel naar zijn oven ik schaam me nog over mijn Adieu maar moest een afspraak maken hier. [pagina 350] [p. 350] Thuis moeten zachte vruchten zachter worden gemaakt. Geschrokken handen hebben ze neergelegd in zonlicht, achter vensterglas. 's Avonds scheidt een duim die niet te hevig moet trillen het overrijpe van de rottenis. Iemand, ergens, droomt nog, proeft hoe je tussen het meegebrachte uit optilt de allerkleinste, kauwt, tot je niet meer kan, op iets te droogs [pagina 351] [p. 351] Het klinkt gortdroog, of het opkrassen wil. Achter iedere spichtige lettergreep het achterwegegelatene, met knagende opluchting alles fataal opgeruimde. Geen doodsberichten. Schrijf met de hand naar Polen in het Frans of het Duits dat je vader dood is; geen telegram. En vraag vergiffenis voor zijn stilte. Alleenheid het doet zich zelf wel uit geleide [pagina 352] [p. 352] Bloedvlek Wat ik wil is je uit de steen houwen, de bloedvlek vinden in het marmer van je bed, en je moet mogen aanstalten maken, de wet stellen, je onlijdelijk gebaren moet het verordenen: ik ga opstaan [pagina 353] [p. 353] Maar je zat gekromd over de rand, alles mocht, doeltreffender kon je hart niet afgemat, absolutum dat daar de diepte ging peilen, bokser met plots een geheim op bij klaarlicht uur - o gekoesterde, droom, zo toegewijd, op het nippertje nog zichtbaar te willen zijn: Agonie - Vorige Volgende