De Gids. Jaargang 149(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 338] [p. 338] Remco Ekkers Vier gedichten Alauda Arvensis Je laat je nog even zien dichtbij, maar al onbereikbaar trillend dans je om me heen je wijkt in een zwierig afscheid. Dan klim je omhoog de blauwe lucht in steeds hoger en je begint te zingen tot ik duizelend tegen de zon in... Je trappelt in de lucht onzichtbaar bijna, maar je vult de ruimte met pure aanwezigheid. [pagina 339] [p. 339] Verplaatsing Duizenden vogels in twee bomen de achterhoede nog in de lucht de bomen zwart in knop. Toen ze wegvlogen veerden de takken op. Het zoemende slaan van vleugels één drift van beweging met een geluid dat nergens dan hier te horen valt. Een geluid van drift en ontsnapping, nog hangend rond de boom. [pagina 340] [p. 340] Vrouwen De vrouw slaat het gordijn in één ruk open om het naakte lichaam van haar rivale prijs te geven aan het volle licht. Zij ligt verzadigd achterover in haar diepe slaap onwetend maar in het plotselinge licht begint haar huid te glanzen in een geopenbaard geheim buik en benen warm wit de schaduw van haar borsten zacht gekleurd tegen het bed. [pagina 341] [p. 341] Beweging We moeten soms schandelijke dingen doen omdat we eenzaam zijn. Elke beweging is goed of slecht en we moeten bewegen als een graszode onder een scherpe ploegschaar is ieder van ons een kuil voor de ander, in bed of aarde. Vorige Volgende