[Enige tijd geleden...]
Enige tijd geleden publiceerde
NRC Handelsblad in zijn Cultureel Supplement een vraaggesprek met cabaretier Drs. P. De heer Drs. P. ijvert op vele fronten voor de erkenning van zijn dichterschap: hij is een dichterandus. In zijn verbeten streven naar de dichterstitel bestempelt hij het werk van een bepaald serieus te nemen lyricus, Hans Faverey, als onzin: de kritiek zou deze poëzie moeten doodzwijgen.
Het is even beschamend als lachwekkend. Toen ik het las, moest ik denken aan de heer P. uit Godfried Bomans' Erik of het klein insectenboek. Deze heer P. is een wesp. ‘Men wist niet recht wat hij vroeger gedaan had, noch wat hij deed, noch wat hij misschien later ging doen.’ Een onduidelijke opschepper, wiens naam terecht beperkt blijft tot een initiaal. Stekelig en bekakt. “Affreus,” mompelde meneer P., “werkelijk affreus.” Hij prikte een miniem kruimeltje honing aan zijn vork, en sneed dit nog eens zorgvuldig in tweeën als om Erik een lesje te geven.’
Geen godenzoon, die Drs. P. Voor hem geen nectar. (WK)