metrum.
‘Sommerbericht’: geen uitbundigheid over een volle zomer. Wel een programmatisch gedicht. Dat mij bij eerste lezing al raakte, en dat, ik merk het terwijl ik dit schrijf, nog steeds actueel voor mij is. (Wat is actueel een luidruchtig woord; ik schaam me er een beetje voor. Maar alles wat men over Celan schrijft, is al gauw luidruchtig vergeleken bij zijn gedichten. Zelfs als hij zelf daarover schreef: ‘Gedichte, das sind auch Geschenke - Geschenke an die Aufmerksamen. Schicksal mitführende Geschenke.’)
Schicksal? Een tapijt van bloeiende tijm. Mooi. Te mooi om eroverheen te lopen. Is mooi iets? Is mooi waar? ‘Nur wahre Hände schreiben wahre Gedichte.’ Het is niets dan een Leerzeile: er staat niets te lezen. Of: het Niets. Het niets dat, zonder lidwoord en zo verzwegen in een onbepaald object, in de vijfde regel genoemd wordt. Niets binnendragen in niets: dat is natuur mooi vinden, misschien. Meer is er over een zomers bloeiend tijmtapijt niet te berichten.
Of is het zo dat op deze plek tijm en erica iets gruwelijks verzwijgen; dat het tijmtapijt is gelegd om een gebeuren te bedekken, de sporen van zinloos veel dood bijvoorbeeld? Wij kennen de beelden van zulke beklemmend-idyllische plekken. Geen heideveld, geen dennenbos in Midden-Europa is meer naïef.
Wat blijft zijn woorden. ‘Vereenzaamd’ voor ‘vereinzelt’ zou al te veel sentiment inbrengen. Verenkelde woorden, de hardste, onschone: die niets verbergen, en daarom komen. Blijven, als het lukt om hen uit hun verenkeling onder te brengen in een gedicht, in een metrum: Stéinschlag, Hártgräser, Zéit. Trochee, dactylus, verkorte trochee. En zo, enkel met woorden, zien uit te komen in een Iets dat is, dat ‘ihtet’, niet ‘nihtet’: Celan.
Uit te komen in het blijvende, het zijn, door middel van het gedicht. Met zo weinig woorden. In zo'n stilte. Als ik dat zou kunnen.
En al haast weer te luid schrijft Celan in de brief aan Hans Bender, waaruit ook de beide eerdere citaten stammen: ‘Die Hoffnungen, die ich noch habe, sind nicht groß; ich versuche, mir das mir Verbliebene zu erhalten.’