De Gids. Jaargang 149
(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermdGeestelijk leven
| |
[pagina 122]
| |
Met dit wereldbeeld correspondeert één ‘erkende’ methodologie: wetenschappelijke vragen dienen langs de empirisch-analytische weg te worden beantwoord. De machine moet uiteengelegd worden in de samenstellende delen, die vervolgens elk apart kunnen worden geanalyseerd. Na deze analyse kan behoedzaam de samenhang tussen twee of meer delen worden gereconstrueerd. Dit complex aan denkbeelden heeft het nooit aan tegenstanders ontbroken. Te denken valt onder meer aan idealisme, marxisme, fenomenologie, existentialisme en structuralisme. Niettemin hebben zij bijna altijd het karakter van neven- en onderstroom gehad. Pas recent lijken de empirisch-analytische methodologie en vooral de ‘machine view of nature’ hun ogenschijnlijk tijdloze gelding te verliezen. Darwins evolutieleer (die aan de natuur een geschiedenis gaf), relativiteits- en quantumtheorieën stroken niet met het beeld van de wereld-als-machine. Als gevolg daarvan worden nieuwe perspectieven ontwikkeld, bijvoorbeeld door Prigogine, Bateson en Capra, perspectieven die afwisselend holistisch, organisch, ecologisch, relationeel en zelfs feministisch zijn genoemd. Als grootste gemene deler hebben zij een monistische denkwijze: aan de schijnbaar zo diverse en gefragmenteerde werkelijkheid ligt een eenheid ten grondslag; de subject-objectscheiding (een kennend ‘ik’ tegenover een kenbare wereld) is niet gegrond. Dingen kunnen niet los van hun context worden bestudeerd, want hun hoedanigheden worden bepaald door de context. De traditionele scheidingen tussen natuur en cultuur, lichaam en geest, materie en idee zijn dan ook anathema. Als voorbeeld citeer ik Bateson uit zijn essaybundel over de ‘ecology of mind’: ‘The individual mind is immanent but not only in the body. It is immanent also in pathways and messages outside the body, and there is a larger Mind of which the individual mind is only a subsystem. This larger Mind is comparable to God and is perhaps what some people mean by “God”, but it is still immanent in the total interconnected social system and planetary ecology.’Ga naar eind1.
Het laat zich raden dat meer conventioneel ingestelde wetenschappers dergelijke uitspraken als specimina van een holistische benadering brandmerken als mystisch en metafysisch. Isaiah Berlin, Karl Popper en hun navolgers wijzen haar echter ook af als gevaarlijk voor een pluralistische, open samenleving, voor de vrijheid en onafhankelijkheid van denken en handelen van de individuele mens. Ook in Nederland wordt deze discussie gevoerd. Korzec signaleerde onlangs een nauwe verwantschap tussen organicistische en holistische denkwijzen enerzijds en totalitaire en fascistische idealen anderzijds. Hij kritiseerde Capra, Mulisch en Van Duijn. Laatstgenoemde riposteerde en typeerde de verwantschap als niet meer dan marginaal en oppervlakkig.Ga naar eind2. Hieronder doe ik een poging tot verheldering en nuancering van het vraagstuk van de relatie tussen holisme en totalitarisme. Is die relatie noodzakelijk, verklaarbaar uit historische toevalligheden of inderdaad nauwelijks aanwijsbaar? | |
Holisme als ideologieSinds de romantiek bestaat het holisme als tegenbeweging, die zich verzet tegen het Cartesiaans-Newtoniaans wereldbeeld waarin het zoeken naar het immanente wezen, de unificerende ziel van de natuur als onwetenschappelijk wordt bestempeld en wordt overgelaten aan de kunstenaar en de gelovige. Vooral in Duitstalige gebieden vindt het holisme na 1800 weerklank. Duitse filosofen betogen dat met een louter analytische, rationele benadering niet kan worden volstaan. Een volledig inzicht vereist een intuïtief verstaan van de als het ware achter de empirische verschijnselen aanwezige eenheid, vergt een begrijpen van het geheel waarin de verschijnselen zijn opgenomen. De grondstelling van dit holisme is dat het primaat | |
[pagina 123]
| |
dient te liggen bij het geheel dat in zekere zin soeverein is ten opzichte van de samenstellende delen. Aan het geheel wordt een meerwaarde toegekend: de delen staan in dienst van en zijn dus onderworpen aan het geheel.Ga naar eind3. Zo merkt Schelling in zijn Geschriften zur Naturphilosophie op: ‘nicht das Ganze kommt aus den Teilen, sondern die Teile mussten aus dem Ganzen entspringen.’ Deze gevoelsmatige, holistische benadering vindt men terug in studies van de natuurlijke omgeving. Alexander von Humboldt omschrijft de natuur in zijn Kosmos (1845) als ‘Einheit in der Vielheit’ en als ‘ein lebendiges Ganzes’. De meest verheven taak is de ‘Geist der Natur zu ergreifen, welcher unter der Decke der Erscheinungen verhüllt liegt’. Deze visie vindt men ook bij de Duits-Nederlandse natuuronderzoeker Franz Wilhelm Junghuhn. In zijn Licht- en schaduwbeelden uit de binnenlanden van Java (1854) zegt hij: ‘Al hetgeen in het heelal bestaat, laat zich op een natuurlijke wijze verklaren uit de krachten en eeuwige wetten, die de mens mag leren en navorsen, in de wijze waarop zij zich openbaren, en in de werkingen die zij uitoefenen. Dit geldt ten opzichte van alle bovenen ondermaanse verschijnselen, één enkel uitgezonderd: het innerlijke wezen, de drijfveer in de natuur, de geest die haar bezielt... Deze drijfveer te begrijpen en te verklaren, is mij niet mogelijk; dat zij echter bestaat gevoel ik in elk ogenblik... Al moge het mij niet gegeven zijn, dit wezen der natuur, deze geest, uit wie alles is, die alles onderhoudt, te bevatten - ik gevoel zijn aanwezen, ik gevoel, dat hij is alwijs, algoed, en in hope, in vertrouwen, in verering en aanbidding, noem ik hem - God.’
Dit geloof in eenheid en harmonie is holistisch, maar zeker niet totalitair of fascistisch. De verwevenheid van holisme en totalitarisme ontwikkelt zich pas onontkenbaar in de laatste decennia van de vorige eeuw, wanneer het holisme in Duitsland snel aan gezag wint en zich uitbreidt over vakwetenschappen als sociologie, geschiedenis, geografie en biologie. Dan verschuift het holisme ook naar zijn meest extreme vorm: het organicisme. Bovenindividuele verschijnselen als culturen, volkeren, staten zijn organische totaliteiten met een eigen wil en ziel. Het is geenszins toevallig dat de opbloei van het holisme in het Duitsland van ruim honderd jaar geleden samenvalt met een sterk proces van staatsvorming: de eenwording van Duitsland. De nieuwe staat heeft baat bij een wetenschappelijke legitimatie van de heerschappij van het geheel over de delen, de voorheen min of meer zelfstandige staatjes. Toenmalige historici belijden het etatisme: het Reich en zijn macht worden verheerlijkt, het individu en zijn vrijheden gebreideld. Holisme wordt ook aangegrepen om de Duitse identiteit ten opzichte van ‘het Westen’ vorm te geven. In Duitse ogen was in Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten het mechanisch-analytische denken gecanoniseerd en de ideologie van individuele zelfbeschikking te sterk ontwikkeld. Vooral de Amerikaanse ideologie was (en is) gebaseerd op de individuele vrijheid, die haar oorsprong zou vinden aan de frontier, het niemandsland tussen beschaving en wildernis. De commentator James Bryce constateerde in 1888 dat ‘the (American) nation is nothing but so many individuals’.Ga naar eind4. Veertig jaar later noemde Huizinga in Mensch en menigte in Amerika het individualisme ‘de overwegende, primaire, actieve vormende kracht der (Amerikaanse) maatschappij’. Hoe anders is de Duitse collectivistische ideologie, waarin de gehoorzaamheid van de enkeling aan de groep, de opoffering van individuele aan collectieve belangen, hoog staan aangeschreven.Ga naar eind5. Het individualisme ontmoet vooral afkeuring. Zo schreef de geograaf en volkenkundige Friedrich Ratzel na afloop van zijn reis door de Nieuwe Wereld over Amerika: ‘Allem voran geht ihnen das Recht des Einzelnen und seinen Hauses, und nur zu oft wird darüber das | |
[pagina 124]
| |
des Staates vergessen.’Ga naar eind6. Het is geen wonder dat de twee contrasterende ideologieën doorwerken in, én versterkt worden door de twee verschillende wijzen van wetenschappelijk denken. Tegenover de analytische benadering in ‘het Westen’ staat een meer en meer terrein winnend holisme in Duitsland. Na 1933 is het een onderdeel van het nazi-regime. Niet alleen in de maatschappij, maar ook in veel wetenschappen is de voormalige tegenbeweging dan de officiële, orthodoxe denkwijze geworden. Als voorbeeld noem ik de geografische wetenschappen. Politiek-geografen verkondigen in hun Zeitschrift für Geopolitik dat de Duitse staat als een jong organisme onderworpen is aan biologische groeiwetten. Oorlog is onvermijdelijk nodig voor de expansie van zijn Lebensraum. En in de aardrijkskundelessen op de scholen moet aan de jeugd een holistische denkwijze worden bijgebracht. De Geographischer Anzeiger, een tijdschrift voor onderwijzers en leraren, staat sinds 1934, toen het in handen viel van de nazi's, vol met aanwijzingen hoe een ‘ganzheitliches Verfahren’ bij leerlingen te stimuleren is.
Vanuit dit perspectief is het begrijpelijk dat na de oorlog het holisme niet alleen als onwetenschappelijk wordt gebrandmerkt. Velen leggen een intrinsieke relatie tussen holisme en totalitarisme (en bij implicatie eveneens een verband tussen een analytische denkwijze en democratie). Dit oordeel is terecht wanneer het refereert aan het holisme en organicisme in het vooroorlogse Duitsland. Dit veronderstelt immers zelfstandige collectiviteiten als volk en staat waaraan individuen ondergeschikt zijn: collectieve macht wordt superieur geacht aan individuele vrijheid. Deze expliciete legitimering van een totalitaire ideologie ontbreekt in hedendaagse vormen van holisme. Pogingen tot het aantonen van een onuitgesproken verwantschap vervallen gemakkelijk in karikaturen en inlegkunde die geen recht doen aan het werk van tegenwoordige holisten (zoals deze omwille van de eigen profilering neigen naar een karikaturaal beeld van de conventionele wetenschap). Mystiek? Metafysica? Soms - een zekere scepsis is gepast. Aanduidingen als totalitair doen echter pogingen vermoeden om kritiek op en een alternatief voor de gangbare wereldbeschouwing en werkwijze bij voorbaat te discrediteren. |
|