De Gids. Jaargang 149(1986)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 108] [p. 108] Jacobus Bos Vuurmond Uitzicht van zee. Oeverloos het raam dat de wind beweegt zelfs zijn hardste zoute schaduw weer spiegelt: zee aan zee. Op een schelpworp afstand herbegint het - Omdat het er ook eindigde. De oevers van de zee zijn stranden en zijn rotsen - Op sommige bodems groeit zonlicht. Hij steekt van wal: daar zat zij roodblond en mooi als bloed in de golven haar paard dat zwom. [pagina 109] [p. 109] Vuurmond als hij haar kuste zegt hij. In nabije bomen hangen een ledikant en lichamen te vergankelijken - Het is een lange winter geweest en er is heel wat uiteengereten. Zonder zijn zwaard op zijn rug doorwaadt hij de rivier. Op de verscholen oever daar wachtte haar paard op haar terugkeer - Stofwolken verkondigen de komst van wat onheilspellender wordt naarmate het nadert. Gevangen in zijn vlees: de huiver. Haar naam krakt zo als bamboe. [pagina 110] [p. 110] Onderzeezeiler die plotseling opduikt. En haar paard dat de neusgaten vol water krijgt. En verbleekt de schaduw van wat zich ophield in zeewater en in zonlicht vervolgens - Half in zee half in de regen en eenzaam: de zeeman. Stilgevallen vanuit geen kraai zijn nest - Een vleugel zonder een vogel. Dat ook het dromen van de dood haar dood niet kon voorkomen. En dat haar ogen de zee waren waarin haar gezicht dreef. [pagina 111] [p. 111] Er liepen eerst insecten en dan ratten over dit vreemde gezicht met die vreemde ogen en zonder mond: vuur dat zich maakte en weer maakte dat het wegkwam-Stookgat met rook. Rug tegen rug staand en wachtend tot de ander tot muur vergaat - Zo bestrijden zij zich de nacht verliezend als kiezels en herrangschikken hun sporen telkens als de kiezels ruiters met fakkels werden of zij zich gingen gedragen als ruiters met fakkels in de nacht. [pagina 112] [p. 112] Bloed: vergietend. Hoe uit herhaald vergieten een bloedbad ontspringt. En hoe ook van vlammen een huis zich bouwt. De verschrikkingen der liefde zijn talloze - Aan de grond genageld aan een speer tot de schacht vast aan de aarde: bleek glanzend beiden hun bloed vergietend. De liefde verdwenen en verschenen - Vereeuwigder. Een man kan verstenen de vrouw de ruiter diep drijven tot zijn uiterste. Door het ruisen van bomen na te doen kan het lijken te regenen. [pagina 113] [p. 113] Waar de rivier zich in zee begeeft en waar de zee over de rivier zich ontfermt daar zijn geen ijsberen en geen ijsbergen en er vergaloppeert zich geen paard - Daar was zij: onsterfelijk wordend en daarna stervend. Vuur onder ijs. Vergezicht van een voorbijgegaan landschap gefotografeerd en in kaart gebracht. Afschrikwekkend en onecht. Een wonde violetter dan rood verradend de adem van drenkelingen en verdronkenen en hun blauwe evenbeelden die ook vol vuur de rotsen streelden - [pagina 114] [p. 114] Hemelval - Hoe de zon niet schijnt die zij ziet: haar oogleden afgesneden. En in water begraven staand. Zij roept en ziet en hoort hem niet. Haar paard verschijnt ook niet ten tonele. Die hem vieroog noemden zeggen dat hij zonder bril niet kwetsbaarder er uitziet - Vorige Volgende