Medewerkers aan dit nummer
nienke begemann. Geb. 1938. Studeerde Engelse letteren aan de Rijksuniversiteit te Leiden; sinds haar doctoraal in 1963 wetenschappelijk ambtenaar aldaar.
joris diels. Geb. 1903. Van 1925 tot 1935 werkzaam bij de Koninklijke Nederlandsche Schouwburg te Antwerpen, eerst als acteur, kort daarna ook als regisseur. Van 1935 tot 1944 directeur van deze schouwburg. Sedert 1955 acteur en regisseur bij de Haagsche Comedie. Vertaalde van Shakespeare: Macbeth, Antony and Cleopatra en A midsummer-night's dream.
bertram joseph. Geb. 1915. Reader in Renaissance-literatuur aan de Universiteit van Bristol. Leider van Shakespeare Studies aan de East 15 Acting School te Londen. Regisseur van The Globe Theatre Company voor bandopnamen van Macbeth, Twelfth-night en Julius Caesar. Publiceerde: Elizabethan acting (1951), Conscience and the King. A study of Hamlet (1953), The tragic actor (1959) en Acting Shakespeare (1960).
h.h.j. de leeuwe. Geb. 1916. Sinds 1961 hoofd van de afdeling Theaterwetenschap van het Instituut voor Muziekwetenschap der Rijksuniversiteit te Utrecht. Publiceerde: Multatuli. Het drama en het toneel (dissertatie, 1949) en Meiningen en Nederland (1959).
w. van maanen. Geb. 1890. Van 1953 tot 1961 hoogleraar in Engelse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam; daarvoor leraar Engels te Kampen, Rotterdam en Utrecht. Publikaties: Maarten Maartens, poet and novelist (dissertatie, 1927), A short history of English literature (1929), Het landschap van George Meredith (1959). Schreef van 1947 tot 1956 in De Gids de kroniek der Engelse letterkunde. Publiceerde voorts gedichten, en een metrische vertaling van W.B. Yeats' Deirdre in Onze Eeuw van 1924.
jeanne van schaik-willing. Geb. 1895. Medewerkster aan De Groene Amsterdammer voor toneel. Debuteerde als Gabrielle van Loenen met De dramatische kunst en ons tooneel (1922). Publiceerde voorts onder meer de romans Uitstel van executie (1932) en Sofie Blank (1934), een bundel herinneringen Ondanks alles (1955), een bundel toneelkronieken Na afloop (1957) en de verhalenbundel Tussen ja en nee (1958).
erik vos. Geb. 1929. Studeerde aanvankelijk medicijnen te Utrecht; daarna mime in Parijs bij Decroux. Sinds 1959 leraar spel en improvisatie aan de Toneelschool te Amsterdam, en sinds 1960 artistiek leider van De Nieuwe Komedie. Regisseerde onder meer van Shakespeare De koopman van Venetië en Het spel der vergissingen, en van Aeschylus De Perzen.
j.d. van der waals. Geb. 1873. Hoogleraar in natuurkunde van 1903 tot 1908 te Groningen en van 1908 tot 1943 te Amsterdam. Publikaties: Statistische behandeling der stralingsverschijnselen (dissertatie, 1900), Over den wereldaether (1921) en De relativiteitstheorie (1923).